Boegbeeld van een nieuwe generatie
Twiggy (1949, zie foto) werd ontdekt in de jaren zestig in Swinging London, een term afkomstig uit
1965 van Diana Vreeland. Twiggy werd het boegbeeld van de jeugdrevolutie in die
tijd. Jongeren uit de arbeiders klasse vormden zonder politieke confrontatie
een nieuwe culturele elite. Twiggy, geboren als Lesley Hornby, was het meest
gevraagde topmodel in die jaren met haar korte haar, haar dunne lijf en haar
kleine boezem. Met haar androgyne uiterlijk werd ze een mode-icoon en ontwikkelde
ze, geholpen door een manager, een eigen kledinglijn en parfum.
Het is leuk haar een kleine vijftig jaar later zelf in beeld
te zien: een krachtige sympathieke vrouw met lang blond haar en een intense
blik.
Twiggy kwam uit Neasden, een buitenwijk in het noordwesten van
Londen. Ze groeide op in de jaren vijftig. Kledingzaken waren saai in die tijd.
De sociale structuren uit de jaren vijftig brokkelden af, levensplezier stond
op de voorgrond. In de nieuwe tijd was een goed accent niet langer nodig. Het
consumptisme speelde daar op in. Twiggy was geen seksloos symbool, maar ging in
tegen het heersende vrouwbeeld met de rondborstige pin-ups en mannequins die
eruit zagen als elegante renpaarden zonder lach.
Carnaby Street in het Londense Soho werd het mekka van de
mode. Modernists, afgekort als mods, zagen winkelen als recreatie. Zo ook de 14
jarige Twiggy. Mode en muziek gingen samen. The Who speelde My generation
en The Dave Clark Five kwam met Glad.
Het was belangrijk om in een dancing de juiste kleren te dragen. De
minirok kwam in de mode. Vrouwen kregen eigen geld door banen en slikten de
anticonceptiepil, waardoor ook hun immateriële vrijheid toenam.
Modezaak Biba toonde kleding gemaakt door en voor vrouwen.
Twiggy was met haar beschilderde wimpers en haar dunne lijf op haar zestiende een
gat in de markt. Een kapper gaf haar haar look, een fotograaf schoot foto’s die
opgepikt werden door een journaliste van de Daily Express. In 1966, op het
toppunt van de jeugdcultuur, was ze het gezicht van de toekomst. Er was sprake van
een Twiggymania, te vergelijken met de Beatlemania. Jonge vrouwen wilden er uit
zien zoals Twiggy. Antonioni legde de tijdgeest vast in de film Blow up.
Twiggy werkte hard en begon, geholpen door manager Justin de
Villeneuve, haar eigen kledinglijn, die een groot succes werd. Na 1966
veranderde het zwaartepunt van de mode naar King’s Road, waar elementen werden ingevoerde
als existentiële bezinning, marihuana en kunstzinnigheid, zoals aan de etalages
van de boetieks te zien was. Binnen lag androgyne kleding in een fin du siècle
stijl. Daarmee kondigde zich de hippietijd aan.
In 1967 veroverde Twiggy de Verenigde Staten. Later werd Swinging London een commercieel
product. In 1970 eindigde het tijdperk. Men ging dood aan drugs. Twiggy stond
daar buiten. Ze wijdde zich aan de film. Op 22-jarige leeftijd brak ze door in The boy friend (Ken Russell, 1971). Daarna
speelde ze in andere films zoals in The
Blues Brothers (John Landis, 1980) en in het driedelige Body Bags (John Carpenter, Tobe Hooper
en Larry Sulkis, 1993).
Van deze documentaire die nogal algemeen en aan de oppervlakte blijft, heb ik geen trailer gevonden.
Van deze documentaire die nogal algemeen en aan de oppervlakte blijft, heb ik geen trailer gevonden.