Kille kolonel wordt niet vervolgd
Het Belgische duidingsprogramma Panorama gaat ditmaal terug naar de inval van de Verenigde Staten in Irak, tien jaar geleden, met speciale aandacht voor de politiecommando’s die na de val van Saddam Hoessein geformeerd werden. Hoewel ze bedoeld waren om de orde te handhaven, waren het eerder sjiitische legereenheden die wraak zochten op de soennitische landgenoten.
Het Belgische duidingsprogramma Panorama gaat ditmaal terug naar de inval van de Verenigde Staten in Irak, tien jaar geleden, met speciale aandacht voor de politiecommando’s die na de val van Saddam Hoessein geformeerd werden. Hoewel ze bedoeld waren om de orde te handhaven, waren het eerder sjiitische legereenheden die wraak zochten op de soennitische landgenoten.
Spil in de totstandkoming van de commando’s was James
Steele (zie foto), een kolonel in ruste die actief was in Vietnam en vervolgens in de
burgeroorlog in El Salvador het linkse verzet hard neermaaide. Petraeus
ontmoette hem daar. Later als generaal in Irak gebruikte Petraeus de methode van
Steele in El Salvador om commando’s te formeren. Steele was daarbij zelf ook
betrokken. Hij rapporteerde erover aan minister van Defensie Rumsfeld en had als burger veel
invloed op het beleid.
De Verenigde Staten werden na de val van Saddam verrast door
het heftige verzet van de soennieten. Er vielen veel doden aan Amerikaanse kant
en de herverkiezing van Bush kwam in gevaar. Alles moest gedaan worden om te voorkomen
dat opstandelingen een poot aan de grond kregen. De Iraakse politiechef werd gepromoveerd
naar de Verenigde Naties en onder leiding van Steele en James Coffman werden sjiitische
commando’s die goed bewapend wraak konden nemen op de soennieten. De met nieuwe
Dodge pickup-trucks uitgeruste troepen eenheden omvatten vijfduizend personen.
Tegelijk werden er geheime gevangenissen ingericht waar gevangenen gruwelijk
gefolterd werden.
In de stad Samarra bevond zich het hoofdkwartier van het
commandocentrum. De New York Times nam er een kijkje. Tijdens een interview met
Steele hoorde men geschreeuw van gevangenen, die aan het plafond waren
opgehangen. Omdat ze in aanwezigheid van Steele aan een bebloede tafel een
Saoedische gevangene interviewden, werd er om hen heen zo hard geschreeuwd dat
Steele om rust moest verzoeken. Onder de kop De Salvadorisering van Irak ging het NYT-magazine van de persen.
Vice-president Dick Cheney vond het een goede zaak dat de relatie werd gelegd.
In juni 2004 grepen soldaten uit Oregon in tegen de
mishandelingen met stroomstoten en andere gruwelijkheden. Ze kregen het bevel
om te vertrekken en te vergeten wat ze gezien hadden. Na een onderzoek op hoog
niveau stopte het folteren een tijdje. WikiLeaks berichtte in 2005 over de
mishandelingen. De Amerikaanse regering wist wat de commando’s uitspookten,
maar de verantwoordelijke Iraakse generaal Thabit bleef aan tot 2006.
Er kwamen steeds meer eenheden. Op het Nisourplein in Bagdad
was een commandocentrum op anderhalve kilometer vanaf de Amerikaanse
legerbasis. Steele en Coffman kwamen daar regelmatig en verspreidden
namenlijsten van personen die gevangen genomen dienden te worden.
Rumsfeld wist ervan dat soennieten, in plaats van thuis
gebracht, door doodseskaders vermoord werden en in de stad gedumpt. Steele
bezocht een Iraakse generaal, die ontslag had genomen en naar Amman was gegaan om
uit te vinden of hij bewijzen tegen hem had. De generaal wil Steele voor het
Internationale Strafhof brengen, maar de kans dat dit gebeurt is klein. Obama
wil geen zondebokken zoeken. Inmiddels waren de milities uitgegroeid tot 17.000
personen en hielden het land in een houdgreep. In de burgeroorlog kwamen
drieduizend personen per maand om. Thabit is met pensioen, Rumsfeld heeft nooit
geantwoord op vragen van Panoroma, maar hij gaf wel een hoge onderscheiding aan
Steele. Ook Steele zelf heeft nooit gereageerd op beschuldigingen. Inmiddels
gaat de sektarische strijd daar in alle hevigheid door.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten