Nieuwe organisatie van het Nederlandse bestuurlijk bestel
Yoeri Albrecht, directeur van De Balie, noemt Mijn idee voor Nederland zijn favoriete
programma reeks. Hij staat voor een oude geografische kaart van Nederland,
waarop de toekomst een blinde vlek is. De samenleving bestaat slechts uit
gestolde ideeën. Hij nodigt Sywert van Lienden, oud-voorzitter van LAKS, uit
zijn ideeën met Nederland op het toegestroomde publiek los te laten. Dat doet Sywert in CDA-jasje, PvdA-broek en met een VVD-das.
Sywert heeft last van pollen, noemt Nederland een prachtig
land, zeker vanuit de ruimte gezien, maar met een politieke organisatie die
niet meer van deze tijd is. In de laatste tachtig dagen heeft hij met de
jongerenbeweging G500 geprobeerd de
politiek op congressen wakker te schudden. Hun programma van tien ideeën is
bedoeld om de band tussen jong en oud in stand te houden. Door een
activistische opstelling dringt men binnen in de oude structuren.
Van Lienden vergelijkt de noodzakelijke democratische
revolutie met de industriële revolutie waarover Jules Verne schreef in De
reis om de wereld in tachtig dagen. Hoofdpersoon Phileas Fogg komt op de
tachtigste dag in Londen aan. Hij denkt dat hij een dag te laat is maar hij is
de datumgrens overgestoken en daarom precies op tijd. In onze tijd gaan de
veranderingen net zo hard als toen. Internet heeft de wereld veroverd. De
politieke crisis wordt door de economische toestand versterkt. Partijen zijn op
zoek naar macht en niet naar oplossingen. In muffe zaaltjes worden door
enkelingen programma’s bekokstoofd. Door de partijdiscipline wordt het geweten
van individuen geweld aangedaan. Van Lienden spreekt des Kabouters van een
rotte boom die gekapt moet worden.
Sywert ziet drie kloven in het politieke landschap: tussen
jong en oud, tussen laag en hoogopgeleid en tussen stad en platteland. Die kloven
zien we terug binnen de drie grootste politieke partijen. In het CDA bestaat
een kloof tussen stad en platteland, in de PvdA tussen zelfstandig en zielig en
in de VVD tussen arm en rijk. Op de woningmarkt en de banenmarkt is de ongelijke
verdeling van de welvaart duidelijk zichtbaar. Ouderen zitten op hun geld in
plaats van zich zorgen te maken over de toekomst van het land.
Sywert wil oplossingen weer politiek maken. Door een
herdefinitie van politieke partijen. Het land heeft nieuwe ideeën nodig. Hij
wil een prijsvraag uitschrijven over onderwerpen die aangepakt moeten worden.
Daarbij onderscheidt hij het wat en het
hoe. Het parlement is de baas die de
vragen van het wat uitvoert, maar zich afzijdig houdt van het hoe. Dat dient te
worden uitgevoerd door de bedenkers die de regering vormen. Sywert noemt het
voorbeeld van de hypotheekrenteaftrek waarover al twintig jaar wordt
gesteggeld. Het idee dat er iets aan moet gebeuren wordt gedragen door een
meerderheid maar er gebeurt niets omdat men het niet eens is over het hoe.
Een van de ondervragers is Dennis Wiersma, de schrandere voorzitter van FNV Jong, Hij zegt dat de
politiek gevoed wordt door belangen en dat het een illusie is te denken dat
beslissingen rationeel tot stand komen. Er is juist sprake van maatschappelijke
strijd. In onze maatschappij gunt men elkaar niet veel meer. Hij spreekt van
een borderline maatschappij, waarin stemmingswisselingen aan de orde van de dag
zijn.
Als burgers volwaardig worden aangesproken, zijn zij redelijk,
meent Sywert.
Chris Rutenfrans, een vaste bekende in het programma, schrok
van het omhakken van bomen, het uitroeien met wortel en al en vreest dat Van
Lienden het democratische spel met coalitie en oppositie wil afschaffen. Men
kan geen man uit één stuk zijn. Je maakt vieze handen. Je kunt de parlementaire
strijd niet uitbannen.
Sywert antwoordt dat iedereen bij hem in de coalitie zit en
dat de burger iedere paar jaar kan stemmen over de voortgang van de onderwerpen
die uitgediept worden. Hij ziet een gedeeld belang. Hij wil meer samenwerken
dan botsen zoals nu gebeurt en zoeken naar gedeelde belangen. De codificerende
werking van de politiek heet zoiets.
De zaal is niet overtuigd dat het wat en het hoe veel anders
is dan in het huidige parlementaire bedrijf. Ideeën laten uitvoeren door
amateurs leidt al gauw tot mislukkingen. Politiek is ook een ambacht.
Sywert geeft toe dat de mate van betrokkenheid van invloed
is op de bijdrage, maar bij de G500 is er wel sprake van een grotere
interactiviteit. Hij zou graag mensen als Herman Wijfels in het kabinet zien.
Hier de tien punten
van de G500.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten