Leuke schrijver gebruikt stoplappen voor geschenk
Kees van Kooten is een gelouterd schrijver, die een lange rij
boeken op zijn naam heeft staan, te beginnen met Treitertrends (1969). Behalve korte stukjes zoals ook in Modernismen (1984) schreef hij met een langere
adem, waarvan de roman Hedonia (1984)
een sterk voorbeeld is. Toch staat Van Kooten niet bekend als een echte
schrijver. Hij is meer een taalvaardige cabaretier, iemand die op televisie
typetjes neerzette en die in zalen de mensen vermaakt door voor te lezen en de
krant van die dag door te nemen. Ergens in De
verrekijker spreekt hij van behaagzucht en wellicht zit die eigenschap, die
behoefte om anderen te vermaken, hem dwars om een echte schrijver-kluizenaar te
worden.
In De verrekijker
voert hij de truc op dat hij nodig een Boekenweekgeschenk moet gaan schrijven, maar
eerst ruimt hij de schrijfsels en oude agenda’s van zijn vader op. Hij stuit op
een oorlogsdagboek, dat hij nooit eerder goed heeft bekeken en kan het niet
over zijn hart verkrijgen dat ongelezen weg te doen. Hij stuit erin op een
vordering van een verrekijker die zijn vader in het boek heeft geplakt en die ook
in De verrekijker is opgenomen. Het
gaat om een kijker van J. Treurniet uit Berkel en Rodenrijs. De kapitein van
dienst wil opheldering daarover van zijn sergeant. Kees van Kooten heeft die
verrekijker nog steeds in bezit en probeert het raadsel op te lossen.
Hij schrijft op de hem eigen precieze toon, zoals over de
verrekijker: ‘De veelheid van materialen waaruit hij wie weet hoe lang geleden
is vervaardigd – glas, messing, bakeliet, geelkoper, zwart leer – geeft hem een
unieke geur die onverflauwd is gebleven mijn leven lang.’ En breidt daarbij ook
de nodige humor in het boek, zoals over het gelijktijdig toenemen van de menselijke
leeftijd en de maximum snelheid van 110 naar 130. Hij fantaseert hoe zijn vader
aan de verrekijker is gekomen en kruipt daarbij in de huid van de leden van het
gezin Treurniet, schrijft brieven naar het archief met de vraag of zij
opheldering kunnen verschaffen en gaat tenslotte naar een oude mevrouw in een
verzorgingstehuis die er meer vanaf zou weten.
Het is een leuk verhaal, waarin Van Kooten de lezer meetrekt
die hem moet helpen te onthouden dat hij nog ergens op terugkomt, maar het is
nogal uitgesponnen met allerlei uitweidingen die bedoeld lijken om maar aan het
vereiste aantal pagina’s te komen, zoals over zijn eigen soldatenjaren, een
papiervlootje of zomaar opeens over het typen op een laptop, dat moeilijker
gaat dan op een vaste computer. Al was het alleen maar om daarmee de
Literagenda 2013 -2014 te vullen die bovenaan de bladzijden prijkt, maar zelfs
dat wordt niet helemaal gehaald.
Van Kooten ontkende in het programma Boeken in de Boekenweek (morgen op mijn blog) dat hij een
nostalgisch aard heeft, maar schrijft wel erg weemoedig over de goede oude
tijd, waarin er nog telefoontoestellen van bakeliet waren waarvan je het snoer
zo lekker tussen je vingers kon draaien, waarin men tenminste nog brieven met
de hand schreef en er nog gewone foto’s waren die je met Gluton kon inplakken.
Zelf is hij, zegt hij, blijven plakken tussen zijn vierde en zijn een en
twintigste. De verrekijker is ook een
hommage aan zijn vader, een vertegenwoordiger in Rijam-agenda’s, die in
hetzelfde hotel als zijn zoon in de Peel logeerde en zit voor een deel ook nog
in hem. Met zijn neiging naar precisie en zijn hang naar schoonheid. Met
tegeltjeswijsheden bovenaan de bladzijde die vaak beginnen met de aangepaste uitdrukking
zeggen noch schrijven imiteert hij mogelijk zijn vader die
ook altijd zijn agenda’s helemaal vol pende.
Ergens schrijft Van Kooten dat men tegenwoordig niet meer
ongestraft kan fabuleren, want op internet vallen alle feiten te controleren. Hij
noemt als voorbeeld Jaap Treurniet die met de verrekijker een nieuwe dame in
het dorp bespiedde. Dat kon helaas niet Annie Schmidt zijn die daar was komen
wonen, want op internet is te staven dat hun leeftijden niet met de feiten correspondeerden.
Op het gevaar af van muggenzifterij, wil ik reageren op een zinsnede waarin Van Kooten, die denkt oud te worden, toch de mogelijkheid open laat over een voortijdige dood:
Op het gevaar af van muggenzifterij, wil ik reageren op een zinsnede waarin Van Kooten, die denkt oud te worden, toch de mogelijkheid open laat over een voortijdige dood:
‘Akkoord, maar dan was daar altijd nog die eeuwige tram waar
ik morgen onder kon komen, als ik mijn verzekeringsadviseur moest geloven;
alhoewel er in Nederland de laatste tien jaar niemand op deze wijze is overleden.
Googelt u maar.’
Wel, Kees, elke losse flodder wordt afgestraft, zie hier.
Jo go! Ik wacht wel even tot dit boekje bij tientallen te scoren valt over een jaar ofzo op een rommelmarkt, misschien al op Koninginnedag voor 50 cent of minder.
BeantwoordenVerwijderenIn Helden Panningen leest met niet het Brabants Dagblad....die plaats ligt in Limburg een heel stuk van Deurne (blz 13 ) vandaan. Is de heer van Kooten er überhaupt wel geweest??? Maar ja het is al vaker voorgekomen: Alles beneden de rivieren is voor hen Limburg (s) ook het dialect. Verder een aardig boekwerkje.
VerwijderenWat het tramvoorbeeld van de verzekeringsadviseur betreft:
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.honderdprocenthaags.nl/nieuws/tonen.php?datum=20081210&item=250
Helaas heeft de adviseeur nog altijd gelijk; ook in 2013,...
De trams worden in het drukke verkeerd overstemd.