Vader Holman van illusieloos tot illusiemaker
Theodor Holman schreef deze familiegeschiedenis, zoals de
ondertitel luidt, over het verleden van zijn ouders die in Indonesië leefden. Tijdens
de oorlog zaten ze afzonderlijke kampen, later kwamen ze naar Nederland.
Twee jaar geleden, op 15 augustus 2011, hield Theodor, als
zoon van Indische ouders, een redevoering ter herdenking van de capitulatie van
Japan. Hij vertelde daar dat hij zelf weinig van de Indische geschiedenis wist.
Na zijn rede bedacht hij dat hij er een film over wilde maken, maar later
bedacht hij dat een roman geschikter was.
Hij heeft een aantekenboekje van zijn vader meegenomen die
aan de Birma spoorlijn werkte. Theodor vond het na diens dood. Zijn vader was als
Indoloog geïnteresseerd in filosofie en bewustzijn en zag ideeën als de
uitdrukking van een gedachtegang. Door het boekje om te draaien kom je bij de
goocheltrucs met speelkaarten. Hij bedacht die in het kamp.
De ouders hadden na de oorlog alles verloren, vrienden,
baan, zelfs elkaar. Ze waren alle illusies kwijt. Die werkelijkheid maakte van
zijn vader een illusiemaker. Rudy Kousbroek zei eens dat hij de weg kende in
een huis dat niet meer bestond en zo was het. Theodor zegt dat men in Batavia vanwege
de connecties met Europa meer culturele ontwikkeling kende dan de Nederlanders.
De laatsten keken op de Indo’s neer, terwijl de Indiërs hen een onbeschaafd volk
vonden.
De moeder van Theodor zat in een vrouwenkamp met zijn zus.
Als kind moest hij wel eens lachen dat zijn moeder in het kamp haar naam
vergeten was. Later begreep hij pas de ernst van haar geheugenverlies Zijn moeder
noemde zich naar haar grootmoeder van moederszijde, die in Amsterdam woonde.
Daardoor wist haar man, die in Singapore werkte, haar op te sporen.
Na hun kampervaringen waren de Indo’s veranderd, zegt Theodor.
Ze konden geen uitdrukking geven aan hun ervaringen. Woorden schoten tekort. Ook
tegen elkaar. Theodor weet nog dat zijn ouders tegen elkaar op boden met
narigheid, maar dat ze vaker zwegen. Hij vroeg wel eens iets maar kreeg nooit
lange antwoorden. Hij had daardoor geen notie wat er gebeurd was.
Hij is blij dat hij nu die geschiedenis van de berooide Indiërs
kan vertellen. Hij vindt het triest wat er gebeurd is en wil dat met deze roman
goedmaken. Het is ook een dramatische en prachtige geschiedenis, vindt hij zelf.
Wim Brands toont de goochelstok van de vader van Theodor. Die
kon goed goochelen. Op kinderfeestjes was Theodor altijd de pineut, maar hij
zwoor ook samen met zijn vader. De mentalist Ki gaat over een gesloten doosje.
Brands zegt dat Theodor met deze roman de geschiedenis heeft opengemaakt en
vraagt hoe zijn ouders op het boek gereageerd zouden hebben.
Theodor antwoordt dat zij verbaasd zouden zijn geweest. Zijn
vader had zich geschaamd, maar zijn moeder was trots geweest.
Hier
de toespraak die Theodor Holman op 15 augustus bij het Indië monument in Den Haag hield in een programma over de herdenking.
Het is 'in' om een boek te schrijven n.a.v. een aantekeningenboekje van de vader (zie ook Kees van Kooten). Ik ga het boek van Holman zeker kopen, dank je wel voor de tip, en dan krijg ik het boekje van van Kooten er gratis bij.
BeantwoordenVerwijderenZo een beetje de helft van de vrouwelijke familieleden van mijn Oma, mijn moeder en mijn beide ooms hebben in een kamp gezeten (mijn Opa diende bij de marine, op een onderzeeboot). Mijn oudste oom was destijds 10 of zo en heeft al die tijd alleen in een maanenkamp gezeten. Bij ons thuis is er nooit over gesproken...