Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 10 november 2012

William Kentridge - Anything is possible (2010), documentaire van Charles Atlas


Zuid-Afrikaans kunstenaar verwerkt de apartheid op indringende en bijzondere wijze

William Kentridge (1955) maakt animatiefilms. Hij kon op school aardig tekenen, maar het productiewerk voor een filmmaatschappij beviel hem niet. Doe wat je wilt, zei een vriend, je komt toch nergens meer binnen. De advocatuur was al door zijn vader beoefend. Het kunstenaarschap het enige dat overbleef. As an artist he makes drawings not sense, zegt hij provocerend. Hij wil een slakkenspoor achterlaten van wat hij gedaan heeft en wie hij geweest is. Zijn werk kent een enorme ontwikkeling. Kentridge treedt later ook op ingenieuze wijze levend op in samenspel met zijn films.  

Zijn eerste animaties kwamen voort uit houtskooltekeningen. Soho en Felix in exhile, namen die uit een droom kwamen, stonden voor Kentridge zelf in de derde persoon. Zijn films zijn een kwestie van hard werken, zegt hij. Hij gebruikt het liefst zijn handen. Daardoor weet hij nooit precies hoe het resultaat wordt, het gaat erom wat hij erin herkent. Hij ziet de wereld als een proces in plaats van als een feit. De poppenkast die hij voor zijn kinderen maakte was de basis voor later werk zoals Who tells the truth (2007). In Shadow Procession (1999) toont hij de wereld van de joden die begin twintigste eeuw uit Litouwen naar Zuid-Afrika kwamen. Zijn opa zat veertig jaar geleden in het parlement, zijn vader was als advocaat betrokken bij de processen tegen Steve Biko en Nelson Mandela. William kent de sfeer van woede over de achterstelling van zwarten in zijn ouderlijk huis als geen ander.

In Johannesburg: 2nd Greatest City After Paris (1989) toont hij zijn stad met gescheiden woonwijken voor zwart en blank, omringd door goudmijnen, afvalbergen en een dor landschap. Hij herinnert zich een meppartij tegen een zwarte en probeert zijn gevoelens terug te halen in een tijd waarin doelbewust geheugenverlies overheerst én een snelle aanpassing aan de veranderende leefomstandigheden.

Op vijftienjarige leeftijd wilde hij dirigent worden, maar toen hem te verstaan werd gegeven dat hij dan wel noten moest kunnen lezen wijzigde hij zijn plannen. Muziek bleef echter belangrijk. Hij begon met een kameropera van Monteverdi en kwam vervolgens uit bij Die Zauberflöte van Mozart, waarin uitgedrukt wordt wat niet gezegd kan worden aan de verstrengeling tussen liefde en geweld. In Black Box (05) zingt men over bloederschap in een tijd van opkomend fascisme.

In 7 Fragments for Georges Méliès (2003) speelt Kentridge met de nauwe verbondenheid tussen kunstenaar, camera en kunstwerk. In 2007 kwam hij uit met What will come has already come, waarbij de relatie tussen vervorming en werkelijkheid aan de orde komt. Kijken is een metafoor voor de werkelijkheid, zoals zichtbaar gemaakt met een stereoscoop, die de optische illusie toont zoals hij in een eerdere film al liet zien. 

Belangrijk in zijn werk werd De neus (1837) van Gogol, waarin de klassenmaatschappij, zoals die ook in Zuid-Afrika gold, aan de kaak werd gesteld. In het verhaal komen zowel de terreur van de hierarchie als de gespletenheid die inherent is aan het bestaan aan de orde komt. Sjostakovitsj schreef er in 1928 een opera over. Kentridge bracht beide samen in een sociaal realistische animatiefilm naar Russisch idee, waarin het paard een belangrijke rol speelt. In I’m not me, the horse is not mine (2008), naar een Russisch gezegde, worden in een keer acht projecties tegelijk vertoond. De energie van de Russische revolutie en de daarop volgende terreur worden daarin voelbaar. De rationele kijk op de wereld wordt op de hak genomen. Volgens Gogol gebeurt steeds het onmogelijke. De opera is een enorme tekening waarbinnen geacteerd wordt.

We werpen tenslotte een blik in zijn tapijtstudio waar men al zingend aan het weven is. Het begon als een bijproduct maar inmiddels maakt het deel uit van de meervoudigheid van zijn werk. Beelden bestaan uit pixels die op tapijten bevroren kunnen worden. 

 Hier de trailer. Hier de animatiefilm Shadow Procession (1999) die ruim zeven minuten duurt.

2 opmerkingen:

  1. Ik lees je recensies graag, en kijk regelmatig op uitzending gemist naar een programma dat je beschrijft.
    Neem je het op?
    Laatste zin, tweede alinea, even lezen ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je wel. Meestal neem ik de programma's op, maar deze over Keltridge had ik van een twittercontact uit Zandvoort.
    woordje 'huis' toegevoegd.

    BeantwoordenVerwijderen