De mens in al zijn illusieloosheid
Het is 21 jaar geleden dat toneelgroep Carver Café Lehmitz
op de planken bracht. De voorstelling betekende in 1991 hun doorbraak.
Inmiddels hernemen ze het stuk met dezelfde spelers. Alleen René Groothof (Max)
neemt de plaats in van Jim van der Woude.
Het toneelbeeld geeft meteen aan dat we ons aan de zelfkant
van de maatschappij bevinden. Links een bar, rechts een toilet en de ruimte
daartussen opgevuld met oude tafeltjes en dito stoelen. De bezoekers van Café
Lehmitz werden door de Zweedse fotograaf Anders Petersen aan het eind van de
jaren gedurende twee jaar vastgelegd. Toen hij na acht jaar nog eens terugging
waren alle eerdere stamgasten verdwenen. Zoals het programmaboekje zegt:
gestorven, behalve die ene die de toto won.
Het zijn dan ook vier illusieloze mensen die we op het
toneel zien. Vaak zitten ze stil aan hun tafeltje of aan de bar de dag uit. Als
ze met elkaar wat hebben is dat vaak onenigheid. Daarmee opent de voorstelling
dan ook. Tijdens stil spel, begeleid door een populaire radiozender met een
spelletje van dit of dat, wordt duidelijk dat Mae (Leny Breederveld, links op de foto)
en Lou (naast Mae) ruzie met elkaar hebben. Ze zitten een behoorlijk eind uit elkaar. De andere
twee, Max en Stella, proberen die bij te leggen. Als een soort onderhandelaars
lopen ze van de een naar de ander tot ze oog krijgen voor de cameraman die hen
vastlegt. Meteen hebben ze alleen nog aandacht daar voor. Ze proberen op
Juinen-achtige wijze voor te dringen. De verhoudingen worden daarmee
aangegeven.
Max is een stoere macho die soms overspannen kan doorslaan
en dan door Stella bij zich geroepen wordt waarna zij zijn haar gaat kammen.
Lou is de schlemiel die door Stella wordt weggejaagd van zijn plaats bij de
radio en Mae op haar beurt buigt vaak weer voor Lou. Stella (Beppie Melissen)
voelt zich als dichtende dame ver verheven boven de anderen. Ze zit aan de bar
te pachansen als Max en Mae het toilet in duiken. Ze maakt Lou, die zich niet
erg op zijn gemak voelt, met een bierviltje duidelijk dat ze aan het neuken
zijn. Stella doet erg opgelaten, maakt een gebitje van het viltje, maakt er een
oorbel van, maar haar vrolijkheid is triestheid.
De verhoudingen zijn niet star. Allen zitten gevangen in hun
onmacht. Mae probeert uit te rekenen hoe vaak een wandelaar met zijn hondje
voorbij gekomen is, jarenlang altijd op hetzelfde moment. Stella blijkt steeds
meer een buitenstaander te worden, vooral na een vreselijke ruzie met Mae die
haar zwarte pruik van haar hoofd trekt. Daar valt niet verder over te twisten.
Daar zijn geen woorden voor.
De seksuele frustratie speelt vooral bij Lou, die, zo horen
we in een weergaloos gesprek tussen Mae en hem, verschillende keren uit huis
geplaatst is. Lou weet zich geen raad met zijn gevoelens. Max is een
exhibitionist, die wild, uitsloverig danst. Ook Mae laat zich, op verzoek van
Lou, tot een dansje verleiden. Ze toont aan de cameraman haar medaille, wiegt
eerst wat klungelig op haar laarzen, maar geeft daarna een show weg als een
echte dansmarieke.
Vooral het stille spel is sterk, zoals de mimiek van Mae of
Max, die aan steile voorkant van de bar voordoet hoe hij tijdens een
bergbeklimming vast bleef zitten. Lou blinkt uit in de manier waarop hij een gevulde
koek eet of aan zijn tafeltje in slaap valt of langzaam met stoel en al naar
voren schuift, waarbij zijn neus aan de tafelrand blijft hangen. De humor maakt
de illusieloosheid dragelijk, bijvoorbeeld in een gesprek tussen Stella en Mae
die treurt over haar hondje dat ze ooit vergat te voeren. De mooiste grap komt
van Stella. Ik moet die misschien niet verklappen, maar kan het niet laten:
komt een Turk bij een hoer, die hem vraagt: Hoe heet jij? waarop hij antwoordt:
Ik heel heet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten