Wim Brands is 59 jaar oud en weet nog dat de lichting van
zijn jaar, 1973 niet in dienst hoefde. Hij denkt dat het publiek dat voor deze
keer vanwege het Crossing Border festival in de Haagse bibliotheek aanwezig is,
ook veel zal herkennen in de nieuwe roman van Thomas Rosenboom, die voor de
verandering in de twintigste eeuw speelt en gaat over een man die meer verloren
heeft dan hij bezit maar tegen de stroom in blijft zoeken naar geborgenheid.
Thomas Rosenboom, 56 jaar oud, heeft het over de lichting
die in 1973 van school kwam. Twee van hen hadden hetzelfde toekomstbeeld, ze
wilden meteen de bijstand in. Niet dat ze lui waren, de een ging aan het werk
als roadie, de ander als journalist, maar ze deelden hetzelfde toekomstbeeld.
De bijstand in, dat kon toen nog als je van school kwam.
Je zat dan ook meteen in het ziekenfonds, zegt Rosenboom,
die zelf ook roadie was geworden als hij meer talent had gehad. Zijn bandje
oefende alleen op zaterdagavond. Graag had hij de hele week in de raamloze
oefenruimte doorgebracht.
Brands refereert aan een radioprogramma met Wim Noordhoek
waarbij Rosenboom een nummer van de Rolling Stones ten gehore bracht, maar op
de verkeerde toon.
Rosenboom had een diep verlangen een bekend bandlid te zijn. Voor de
presentatie van zijn boek nodigde hij Barry Hay van de Golden Earring uit en
overhandigde hem het eerste exemplaar.
Ooit speelde zijn band in hun voorprogramma en onbedoeld
deden ze een nummer van de Earring, tot ongenoegen van het publiek natuurlijk,
dat het nummer goed kende.
Brands vraagt waarom Rosenboom een modern boek heeft
geschreven.
Omdat het er eerder niet uitkwam. Het was ook een vreemde
periode met democratisering en de winning van aardgas, dat Nederland tot een
rijk land maakte. Men gaf aan de sociale dienst een beroep op waarbij je geen
werk kon krijgen. Zelf studeerde Rosenboom psychologie, maar veel werd het
niet. Hij had al zijn tijd nodig om vriendschappen op te bouwen. Daarna volgde
het schrijverschap.
Brands vraagt hem naar het concept van De rode loper.
Het begint met een underground cinema, een idee van de
roadie. De journalist komt erbij en raadt hem aan beelden uit te zenden van het
publiek dat over een rode loper het gebouw binnengaat. Het is een beetje Andy
Warhol-achtig.
Rosenboom kwam erop toen hij een paar jaar geleden op een
filmfestival in Vlissingen iets dergelijks beleefde en herhaalde dat tijdens
zijn boekpresentatie. Gesprekken verstommen als men zich zelf in beeld ziet.
Film is belangrijker dan de werkelijkheid. De roadie maakt ook
huwelijksreportages waarin men in het tweede deel naar het eerste deel kijkt.
Zo zijn mensen.
Brands vindt dat een dodelijke opmerking maar heeft zeer om
het boek gelachen. Over een onderlaag van jongens die goed beginnen, maar
slecht terechtkomen. Het is geen vrolijk boek.
Rosenboom beaamt dat de tragiek permanent in zijn werk
verankerd zit.
Zou het wel eens goed kunnen aflopen? vraagt Brands.
Het is ook niet helemaal slecht, zegt Rosenboom. Het lukt
bijna.
Dat herinnert Brands aan een observatie van Rosenboom over
zwanen in de Amsterdamse gracht die de brug niet over komen omdat de startbaan
te kort is. Hij noemt die observatie de glanzende kiemcel van het werk van
Roosenboom. Zelf zou de schrijver een boek willen schrijven over iemand die wel
de brug overkomt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten