Vier grenzen, meer dan vier onthutsende verhalen
Bram Vermeulen, correspondent in Turkije, neemt de kijker op
een vriendelijke manier mee naar vier grenzen van Turkije: die met Griekenland,
Syrië, Irak en buitenbeentje Cyprus.
Aflevering 1: De poort naar Europa
De Ebros is letterlijk en figuurlijk de grens tussen
Griekenland en Turkije. In het noorden ligt de grens iets voorbij de rivier.
Vermeulen loopt naar de wachttorens in het akkerland en hoort van de
poortwachters dat hij daar niet mag filmen. Een boer legt uit dat er veel
mensen over zijn maisakkers lopen en het gewas vernielen, maar hij heeft begrip
voor hun problemen. Turkije is een bufferzone tegen wil en dank. In een
comfortabel verwijdercentrum begint men uitzettingsprocedures, maar veel
vluchtelingen blijven in Turkije. Velen zeggen dat ze uit Palestina komen, dan
kunnen ze niet worden teruggestuurd, legt Vermeulen uit.
Hij bezoekt een monument ter herdenking aan een etnische
zuivering in de jaren twintig toen christenen naar Griekenland gingen en
moslims naar Turkije en steekt de grens over naar Griekenland. Fort Europa
wordt zwaar bewaakt, ook door Esten. Een medewerkster van Frontex legt uit dat
er een twaalf kilometer lang hek komt tot de rivier, want er komen zo’n
driehonderd personen per dag de grens over. Vermeulen houdt een betoog over de
renaissance van de grenzen na een periode waarin overal grenzen ontmanteld
werden. In een motorboot vaart hij over de rivier. Zijn gids zegt dat mensen
vaak verdrinken door de gevaarlijke stroming. Een imam van een Turkse enclave
bij de Turkse grens heeft al vijfhonderd personen begraven, die vergeten zijn.
De Grieken hebben sinds kerst camera’s die warmte sigaleren.
Vermeulen wacht bij een benzinestation op vluchtelingen die
hier dagelijks langskomen. Een auto van Frontex stopt om te vragen wat hij
filmt. De medewerkster blijkt een Nederlandse. Ze mag niet zeggen hoe de nacht
geweest is en rijdt weer weg. Eerst komen er twee Ghanenen langs, daarna een
hele groep met een Syrisch gezin, gevlucht voor het geweld in hun land. De man
is doodmoe. Hij zegt dat hij gezwommen heeft met kinderen op zijn rug. de
vanuit een bar toekijkende grieken zeggen dat de vluchtelingen hun papieren
weggooien zodat ze niet teruggestuurd kunnen worden, terwijl er al zoveel
werkloosheid in Griekenland is. Een man belt Frontex om de vluchtelingen op te
komen halen. Ze worden naar een detentiecentrum gebracht. Na een dag mogen ze
eruit. Tenzij ze een asielprocedure aanvragen, vertrekken ze Europa in. Ze
mogen niet langer dan dertig dagen in Griekenland blijven. Een jongeman vertelt
dat hij vier jaar in Griekenland gewerkt heeft en nu terug wil naar Turkije.
Hij heeft al tien dagen geen contact gehad met zijn vrouw en kinderen.
Aflevering 2: Nieuwe buren
Vermeulen bevindt zich letterlijk in het mijnenveld tussen
Turkije en Syrië. Aan de andere kant van de grens spreekt hij met een douanier
van het Vrije Syrische Leger. Hoewel dat niet erkend is, krijgt hij wel een
stempel in zijn paspoort. De douanier was eerder leraar en sniper, zou liever
in Aleppo zijn, maar is hiernaartoe gestuurd. Hij heeft weinig wroeging over de
executie van een legerofficier. ‘Alles is hier eenvoudig,’ zegt hij.
Vermeulen gaat met een auto verder het land in. Hij passeert
stukgeschoten huizen, vernietigde tanks. In Assas, een paar kilometer over de
grens, staat een lange rij voor een bakkerij. Die levert aan duizend mensen per
dag. Er komen steeds meer vluchtelingen bij. Een man zegt dat het niet echt
veilig is, maar hij wil ook niet weg. De chauffeur schrikt van bombarderende
Migs en racet terug. Later blijkt er volgens activisten toch geen bombardement
geweest te zijn, maar de paniek van de chauffeur was wel echt, zegt Vermeulen.
De grens is dicht, de handel gestopt. Turken vinden dat de
Syriërs moeten vechten in plaats van vluchten. Ooit was er geen grens. Dit
gebied was onderdeel van het Ottomaanse rijk. Vermeulen spreekt een 107-jarige
vluchteling die vertelt dat Ataturk het Turkse alfabet invoerde en hoeden in
plaats van hoofddoeken.
Antakya is een smeltkroes. Er wonen veel alawieten die
bevreesd zijn voor de soennieten. Het Turkse beleid is gericht op religie en
emotie, zeggen ze. De Turken zijn bang voor aanhangers van Assad. In een
medisch centrum worden Syrische gewonden geholpen. Een gewonde soldaat zegt dat
hij gedeserteerd is. Een chirurg zegt dat de alawieten niet bang hoeven te zijn
voor de soennieten. Vermeulen bezoekt een echtpaar, waarvan de man Turks is en de
vrouw een Syrische. Hij werkte in Syrië, maar werd door het Vrije Syrische
Leger teruggestuurd. Hij is bang voor salafisten en wahabisten. Hij toont een
geweer en zegt dat het tegen slangen is.
Er is veel commotie over de vele vluchtelingen. De stroom neemt
toe. De Turkse protesten ook. Men vreest terroristen. De gouverneur sommeert de
Syriërs de stad te verlaten. Een gezin staat op punt van vertrek naar Istanbul,
want in de vluchtelingenkampen sterven veel kinderen. De baby van drie dagen is
vernoemd naar een broer die in Damascus gesneuveld is. Ze gaan op de bonnefooi
met de bus, die ook nog eens duurder is dan gedacht. Andere reizigers willen
naar Cyprus hoewel de overtocht risicovol is.
Aflevering 3: Tussen twee vuren
De Koerdische Bejan Matur leest in de bergen in Zuid-Oost
Turkije voor over gesmoorde broederschap. Het Turkse leger is in het
grensgebied met Irak duidelijk aanwezig.
Een man toont zijn vroegere dorp, inmiddels een bouwval in
een verlaten vlakte. De Turkse staat verwoestte het in de jaren negentig om
aanvallen van de PKK tegen te gaan. De man zegt dat de PKK helemaal niet zo
populair was in het dorp. Men wilde in vrijheid en vrede leven. Ooit waren de
Koerden verenigd in het Ottomaanse rijk maar in 1923 werden ze over vier landen
verdeeld.
Vermeulen gaat naar de driehoek des doods. Het dorp Roboski
is een cocon omringd door bergen, waar boeren en smokkelaars wonen. Een stel
smokkelaars gaat naar Irak om dieselolie te halen en die in het dorp te
verkopen. Een grens bestaat voor hen niet. Zij hebben familie in Irak wonen.
Afgelopen december werd een grote groep jonge Turks-Koerdse smokkelaars bij de
grenspas met bommen gedood. Een familielid bij het graf spreekt van
intimidatie.
Vermeulen is terug in het dorp. Het Turkse leger beschiet de
pas, maar het dorpsleven gaat door. Vermeulen eet mee met de familie van een
omgekomen jongeman. Zijn zus zegt dat haar andere broer in het Turkse leger
zijn dienstplicht vervult.
Vermeulen is in de bergen bij de twee smokkelaars van
dieselolie. Een helicopter houdt hen in de gaten. Als ze de lading ontdekken,
steken ze die in brand, zegt een van de smokkelaars.
Vermeulen vraagt zich af waarom Turkije nog steeds gelooft
in een militaire oplossing. Een locale politicus zegt dat het leger voor rust
zorgt. De PKK is geen vertegenwoordiger van de Koerden. Hijzelf ziet zich niet
als Koerd maar als Turk en geeft Vermeulen de Turkse vlag als aandenken. Het
Koerdisch wordt wel meer geaccepteerd, maar de schrijfster zegt dat de beperkte
rechten voor de Koerden absoluut onvoldoende zijn en dat men daarom doorgaat
met de strijd.
Vermeulen steekt de grens over naar Koerdistan, dat vanwege
de steun aan de oorlog tegen Saddam Hoessein, zelfbestuur heeft gekregen.
Vermeulen ziet een Turkse legerbasis. Die is daar in het kader van de NAVO. De
enige overlevende van de aanslag op de jonge Turken, afgelopen december, woont
in Batufa. Hij vertelt dat hun groep werd ontdekt door een Amerikaanse drome en
dat er vervolgens een F 16 op hen werd afgestuurd. Hij hield zich na de aanslag
dood en belde naar het dorp.
In Makmur, een politiek kamp, wonen tussen de tien en
twaalfduizend gevluchte Turkse Koerden. Het vluchtelingenkamp voelt als een
gevangenis. Het is er stoffig en warm. Veel kinderen zijn ziek. Vermeulen
logeert er en kijkt naar de foto van Öcalan, de leider die in een levenslange
gevangenisstraf uitzit. Een man zat tien jaar vast na protesten tegen de
arrestatie van Öcalan. Hij blijft liever samen in het kamp dan alleen ergens in
een stad te gaan wonen. Een vader uit Roboski heeft een zoon die gesneuveld is
en als martelaar vereerd wordt. Hij woont in het kamp sinds 1994 en heeft
heimwee. Een andere zoon van hem wil de bergen in om zich aan te sluiten bij de
PKK. Men heeft geen keus. Strijd als zingeving. Begrijp ik dat? vraagt
Vermeulen zich af.
Aflevering 4: De laatste muur
In het jaar dat Vermeulen geboren werd, werd in Cyprus een
VN-bufferzone ingesteld tussen het Griekse en het Turkse deel, door Vermeulen
de laatste muur van Europa genoemd. Daarvoor had Turkije troepen naar het
eiland gestuurd om de als tweederangs burgers beschouwde Turks Cyprioten bij te
staan. Er vond een volksverhuizing plaats. De Grieks Cyprioten trokken naar het
Zuiden, de Turks Cyprioten naar het Noorden.
Vermeulen spreekt op de boot met Turkse jongens die voor zes
maanden als soldaat op Cyprus gelegerd worden. Ze beschouwen het eiland, dat
zestig jaar geleden vrij werd van de Britten, als hun land.. Vermeulen maakt
een tochtje met een Argentijnse VN piloot boven Nicosia. De grens loopt dwars
door de stad. Turken en Grieken zijn als olijfolie en azijn, zegt de man.
Vermeulen kijkt later vanaf de VN basis door een verrekijker naar een post van
de Grieken. Daar is niemand te zien. Men raadt hem af naar de Turkse soldaten
te kijken. Het is beter niet te provoceren en te escaleren.
Varosha was ooit een beroemde badplaats in het Noorden. Na
de inval van de Turken vluchtte men de stad uit. Inmiddels staat de stad leeg,
is ommuurd en wordt gezien als een schandvlek. Vermeulen spreekt met voetballende
jongens die zeggen dat de Grieks Cyprioten het beter hebben.
Ondanks de bufferzone kan men gemakkelijk de grens over. De
Grieks Cypriotische Nikos bezoekt zijn geboortedorp en vindt het pijnlijk dat
het daar zo verwaarloosd is. Een Turks Cyprioot vindt het niet leuk dat Nikos
daar rondhangt. Hij toont de littekens van schotwonden die hij als kind opliep.
Nikos gaat naar Hüseyin, een vriend die in zijn oude huis woont. Ze barbecuen
en drinken een biertje. Hüseyin beschouwt zich als een Cyprioot. Hij toont zijn
eigen dorp, verwoest door de Turken. Vermeulen vindt de geschiedenis pijnlijk.
De scheiding zit in het hoofd.
Een Grieks Cypriotische tekenaar kijkt vanuit zijn kantoor
uit op het Turkse deel van Nicosia. Hij vindt dat de VN zijn tijd verdoet. De
wacht is het daarmee eens. Hij verveelt zich. Soms plaagt men de Turken door
push ups te doen. Dat wordt opgevat als een belediging. Voor de Turken
symboliseert het dat men met de moeder neukt. De tekenaar noemt het een droeve
grappigheid.
Nikos woont in Limassol, een mooie kustplaats in het Zuiden,
maar voelt zich een banneling. Christina Pavlou vertelt over haar familie die
een plantage in het Noorden had, waar op Turks Cyprioten werkten. De
verstandhouding was goed, tot lokale inwoners tijdens de Turkse invasie op hen
begonnen te schieten, een vergelding voor een voorval uit de jaren zestig. Haar
vader en broer werden opgepakt en zij als slaven behandeld. Af en toe kregen ze
eten van het Rode Kruis. Christina was doodsbang, omdat vrouwen verkracht
werden. De vrouw die nu in hun huis woont, kent Christina nog wel. Een
commissie voor vermiste personen graaft naar de lichamen van de vader en de
broer.
Een Turks Cyprioot kreeg in het Noorden een vakantiekamp in
handen. Dat werd geregeld door de commissie hervestiging, die zorgde dat men
een vergelijkbare zaak terugkreeg. De man denkt niet dat de Cyprioten ooit weer
samen komen. De Grieken willen de baas spelen en beschouwen de Turks Cyprioten
als tweederangs burgers. De Grieken willen terug naar de tijd voor 1974, de
Turks Cyprioten niet. De laatsten zijn ook niet voor een Turkse
marionettenstaat.
De Cyprioten sterven uit, zegt een Turks Cypriotische
cafébaas. Hij verkoopt Griekse als Turkse koffie. De Griekse is geschikt voor
Europa, de Turkse niet. Hij mengt ze. In 2004 was er de mogelijkheid het
conflict op te lossen. Kofi Annan stelde voor de bufferzone op te heffen en het
Turkse leger terug te trekken, maar de Grieken zeiden, opgehitst door
nationalistische partijen, nee tegen het voorstel. Het Grieks Cypriotische deel
kreeg wel een EU lidmaatschap, de Turks Cyprioten worden alleen door Turkije
erkend.
Hier meer
informatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten