Vrije bewerking van klassiek drama's over familiemoord
De nieuwe roman van Colm Tóibín, Het huis van de namen, oorspronkelijk uitgegeven in 2015 en zoals
gewoonlijk vertaald door Anneke Bok, handelt over gebeurtenissen in de
klassieke oudheid, maar is, zo zegt Tóibín in zijn Dankwoord grotendeels
ontsproten aan zijn eigen verbeelding. Hij blaast oude verhalen van Orestes,
Elektra en Agamemnon nieuw leven in zonder de draad met het verleden te
verliezen. Door zijn verhaal te situeren in de oudheid blijven we nauw
verbonden met de omgeving waarin de klassieke schrijvers zoals Aischylos,
Sophocles en Euripides leefden.
Tóibín begint met een relaas van Klytaimnestra, de
echtgenote van Agamemnon, die vertelt dat ze de lijken een paar dagen buiten
had laten liggen. Dat waren die van haar man en Kassandra die hij als
oorlogsbuit had meegenomen na zijn overwinning op Troje. In het daarop volgende
legt ze uit dat zij tot de moord heeft besloten uit wraak omdat haar man hun
dochter Iphigeneia aan de goden geofferd heeft om een gunstige wind in de
zeilen te krijgen op weg naar Troje, hetgeen inderdaad door de goden werd
ingewilligd. Klytaimnestra beraamt een plan tot een machtsovername met de hulp
van haar geliefde Aigisthos. Door het ontvoeren van jongeren wordt de bevolking
bang gemaakt en verzet bemoeilijkt.
Het deel over Orestes, de broer van Iphigeneia, sluit hierop
aan. In opdracht van Aigisthos is hij weggevoerd van het paleis waar zijn
moeder en zijn andere zus Elektra wonen. In een mooi avonturenverhaal krijgen
we te horen over zijn opsluiting en zijn ontsnapping samen met Leander en de
zieke Mitros. De jongens proberen de weg terug naar huis te vinden, maar komen
terecht bij een oude vrouw die haar naasten kwijt is geraakt door de oorlog en
zelf tenslotte ook het loodje legt. Vlak daarvoor prevelt ze nog de namen
waarnaar de titel verwijst. Helaas overleeft Mitros het verblijf ook niet en
wordt begraven naast de oude vrouw, waarop Orestes en Leander als gezworen
kameraden en zelfs als geliefden de terugweg ondernemen. Tussendoor horen we
van Elektra over de gespannen verhouding tussen haarzelf en haar goddeloze moeder
in het paleis.
Eenmaal terug op hun geboortegrond ontstaat er wrijving
tussen Orestes en Leander, omdat de familie van Leander Orestes
verantwoordelijk houdt voor alle ellende die over hen heen werd gestort en die
door het brute beleid van Aigisthos en Klytaimnestra alleen nog maar toeneemt
door het uitmoorden van de familie van Leander, met uitzondering van zijn zusje
Ianthe die de dans ontspringt. Ze wordt door Orestes meegenomen naar het paleis
en liefdevol opgevangen door Elektra die de maat vol vindt en samen met Orestes
een plan bedenkt om haar moeder te vermoorden. Ze neemt het op tegen Aigisthos
die dreigde haar in de kelder op te sluiten en zorgt ervoor dat hij niet meer
op zijn benen kan lopen om aldus geen gevaar meer te kunnen stichten. Leander
die zich heeft aangesloten bij het verzet neemt de macht over en zet Orestes aan
de kant. Aan het eind verenigt Orestes zich met Ianthe, net als Elektra met
Leander.
Tot zover een korte samenvatting van de gebeurtenissen die
met heel veel smaak en overtuiging door Tóibín worden opgediend. Hij voert ons
terug naar een episode in de mensheid dat moord en doodslag in de familie,
zoals nog altijd, de harten beroerde.
Het verhaal blijft vanwege de vele intriges tot het eind spannend en laat ons zien welke slechte maar ook goede mogelijkheden de mens tot zijn beschikking heeft. Een terugblik in de oudheid zegt ons hoe moeilijk het is om te gaan met machten die groter zijn dan wijzelf en zet ons, net als Orestes, aan tot nederigheid.
Hier
het artikel De geur van de dood van
Piet Gerbrandy (De Groene Amsterdammer, 4 oktober 2017) dat ik heb geraadpleegd
tijdens het schrijven van mijn recensie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten