Dappere blinde cabaretier laat zich niet door gehoorproblemen
van de wijs brengen
Journalist en documentairemaker Floris Alberse (1987) maakte
een intiem portret van de blinde cabaretier Vincent Bijlo, die tegen een andere
zintuiglijke handicap lijkt aan te lopen. Behalve zijn ogen werken zijn oren
ook minder goed. Desondanks houdt de cabaretier de moed erin. Zoals hij al in
zijn romandebuut Het instituut beschreef,
is hij niet een persoon die zich er gemakkelijk laat onder krijgen. Het is dan
ook bewonderenswaardig zoals hij zich op dit moment door zijn onzekere leven
beweegt.
Alberse maakt meteen duidelijk dat Bijlo het niet
gemakkelijk heeft. In een schemerige keuken maakt hij op de tast zijn ontbijt
klaar en zet zich aan tafel. Niet veel later verschijnt zijn vriendin Mariska
die het licht aandoet en hem verder begeleidt op weg naar het theater. Vincent
kent de zaal en heeft slechte herinneringen aan de akoestiek, maar dat lijkt
dit keer minder storend. Terwijl lijnen op de vloer afgeplakt worden, zodat
Bijlo weet waar hij zich bevindt, zet hij zich achter de piano die in ieder
geval bekend terrein voor hem is. Vervolgens zien we een fragment van de show
waarin hij opkomt met een ukelele en geluiden laat horen uit zijn verzameling
die hij bewaart in de cloud. De klap van onweer verleidt hem tot het bekende
grapje dat men nu eindelijk weet wat het is als men geen flits ziet.
Na een lunch waarbij Mariska een lied zingt dat Vincent op
de piano zal begeleiden, trekt hij zich terug in zijn tuinhuisje en tikt een en
ander op zijn brailletoetsenbord, waarna hij bezoek krijgt van zijn broer die
hem vraagt over zijn oorsuizen en een aantal lage en hoge tonen opneemt die
Vincent het leven zuur maken, al kan hij op de lage toon die doet denken aan
een scheepstoeter heerlijk kan wegdromen. Op weg naar een vriend die ook blind
is luistert hij in de auto naar een radioverslag van Feyenoord, dat zijn
lievelingsclub is. Samen met de vriend eet hij in een ontspannen sfeer en
daarna luisteren ze naar treingeluiden die steeds weer iets anders zijn.
Tijdens een buitenoptreden met Ellen van Damme is ook zijn
moeder aanwezig die zeer te spreken is over de verrichtingen van haar zoon. De gehoortest
gaat echter bedroevend slecht. De resultaten zijn veel minder dan een aantal
jaren geleden. Wellicht moet Vincent over enkele jaren een implantaat waarmee
hij veel minder genuanceerd naar geluiden kan luisteren. Om de zorgen van zich
af te zetten, begeleidt hij een lied van Mariska op de piano.
Tijdens een wedstrijd van Feyenoord zit Vincent naar de
radioverslaggever en tikt een tekst op zijn toetsenbord. Later is hij in de
studio van radio Rijnmond om een lied over de wedstrijd ten gehore te brengen.
In het theater vertelt hij over zijn gehoorproblemen. De beelden waren voor hem
ooit geluiden en die dreigen hem ook te worden afgenomen. Hij noemt het een
stom genetisch foutje, dat geen reden betekent om op te geven. Een doventolk
vertaalt op het podium de zinnen die Bijlo uitspreekt, waaronder de zin: ‘Ik
hoor alles.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten