Meester van de esthetiek met een hart op de goede plaats
De Franse documentairemaakster Elisabeth Kapnist maakte een
fraai portret van de Italiaanse filmregisseur Luchino Visconti (1906-1976), die
onder de titel Entre verité et passion
werd uitgebracht, in het Engels vertaald als Between truth and passion en in het Nederlands Tussen hartstocht en waarheid. Aan het woord komen veel personen
die met Visconti gewerkt hebben, zoals Anna Magnani, Alain Delon en Claudia Cardinale, maar
ook zijn naasten als zijn neef met dezelfde voornaam, een vriendin en een
biografe. Ze geven een duidelijk beeld van een man die in aristocratische
kringen geboren werd en zich door de omstandigheden in de jaren dertig aansloot
bij de communisten, maar die nooit zijn grote behoefte aan esthetiek kon
verhelen. Op de vraag waarom hij zich in de jaren zeventig afwendde van het
sociale genre antwoordde hij dat wie volgt nooit voorop loopt.
De neef van Visconti staat in de rijk versierde balzaal van
het paleis waar de jonge Visconti opgroeide en waar in 1909 een bal werd gehouden
van ter gelegenheid van een overwinning in een oorlog, die de vierjarige jongen
altijd is bijgebleven. De familie is in zijn films een belangrijk onderwerp en
de moeder staat daarin centraal. Het huwelijk tussen zijn ouders verbond de
Milanese aristocratie met de gegoede burgerij en vele bekende kunstzinnige
landgenoten maakten hun opwachting in het paleis, dat zelfs een theaterzaal
bezat, hetgeen de interesse van Visconti voor theater verklaart, net als die
voor opera vanwege de Scala om de hoek. Behalve met zijn films onderscheidde
Visconti zich dan ook op het gebied van theater en opera. Op dat laatste vlak
werkte hij samen met Maria Callas ,die meer met hem wilde maar waarschijnlijk
niet wist dat hij homoseksueel was. Dat hing hij ook aan de grote klok, zegt de
biografe.
Visconti wordt in 1906 geboren op Allerzielen hetgeen zin
leven bestempelde, zegt de biografe. Zijn hang naar de dood en het vergankelijke
vormde, naast dat van de moeder, een belangrijk onderwerp in zijn films, zoals
in Death in Venice (1971) te zien is.
Hij had een welvarende jeugd en een passie voor renpaarden
die hij in de jaren dertig verkocht. Tijdens de opkomst van Mussolini in de
jaren dertig, hield Visconti, anders dan familieleden van hem, afstand. Hij was
wel gefascineerd door de opkomst van Hitler, al moest hij dat op achttienjarige
leeftijd bekopen met een oorvijg van zijn grootvader die hem vervolgens naar
bed stuurde, zo weet de neef. Vijfendertig jaar later inspireerde hem dat tot
de film The Damned (1969) over het
perverse systeem van het nationaal socialisme. Neef zegt dat Visconti zich
aangetrokken voelde tot de donkere kant van het leven.
Hij vertrok in de jaren dertig naar Parijs waar hij
assistent werd van filmregisseur Jean Renoir van wie hij veel leerde, maar kwam
in 1939 terug naar Rome vanwege het sterven van zijn moeder, die in Death in Venice in een mooi kostuum te
bewonderen is.
Na de val van Mussolini raakte hij betrokken bij het verzet
tegen de nazi’s en nam onderduikers in zijn huis op, hetgeen hem op een
arrestatie komt te staan, waarop hij trots is omdat het toont dat zijn hart op
de goede plaats zat. Samen met andere Italiaanse filmregisseurs werkte hij
vanuit een communistische achtergrond met oog voor de verliezers in de
maatschappij, zoals in zijn eerste films Ossensione
(1943), La terra trema (1948), Bellissima (1951) en Rocco e i suoi fratelli (1960) te zien
is. Daarmee introduceerde hij het sociaal realisme in de Italiaanse cinema.
Werken gaf zin aan zijn bestaan. Visconti had een kort lontje zegt Marcello
Mastroianni, maar volgens zijn biografe kon hij ook nederig zijn. Van zijn
acteurs en actrices eiste hij het maximale, maar dat leverde Burt Lancaster dan
ook een levenslange vriendschap op.
Hij was nauw verbonden met zijn zus Uberta en had een
vriendin die zijn scenario’s schreef. Il
gattopardo ofwel The leopard
(1963) met Alain Delon (zie foto) markeerde een stijlbreuk met het sociaal realisme. Hij richtte zich,
zoals ook in latere films als Ludwig
(1972) en zijn laatste film L’innocente (1976)
op het verlangen naar de tijd die verdwenen was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten