Leven belangrijker dan de literatuur
Zo’n anderhalf jaar geleden was schrijver en journalist Pieter
Waterdrinker te gast bij Jeroen van Kan om te praten over zijn nieuwe roman Poubelle, inmiddels is hij terug met een
Autobiografische vertelling over Rusland
& Revolutie onder de titel Tsjaikovskistraat
40. Dit is het ook het adres waar Waterdrinker in Sint Petersburg met zijn
Russische vrouw woont en startpunt voor een tocht door de Russische
geschiedenis vanaf de bolsjewistische revolutie die precies honderd jaar
geleden plaatsvond. In de toelichting op teletekst stond nog te lezen dat het
boek een ode is aan de gespleten Russische ziel en de strijd die daaromtrent
voortdurend gevoerd wordt.
Carolina Lo Galbo zegt dat dit boek van 450 pagina’s
geschreven is naar aanleiding van de Russische revolutie in 1917 en gaat over
de verbeelding van Waterdrinker van de Sovjet tijd.
Waterdrinker antwoordt dat in het boek drie lijnen te onderkennen
zijn. Op de eerste plaats gaat het over zijn huis in Sint Petersburg dat in een
wijk ligt waar de revolutie ooit begon, daarnaast is het een terugblik op zijn
25 jarige bestaan in Rusland en tenslotte wil hij ook iets over de huidige tijd
zeggen.
Lo Galbo zegt dat hij halverwege het boek over de innerlijke
noodzaak ervan begint.
Waterdrinker antwoordt dat er twee soorten schrijvers zijn,
zij die alles verzinnen en zij die het schrijven verweven met hun bestaan. Hij
is iemand van de laatste soort. Bijna al zijn boeken zijn kronieken van de
Russische geschiedenis. Na de afschaffing van de Sovjet Unie verkocht hij
bijbels en ontpopte hij zich als een zakenman maar zonder interesse in geld. Mensen
leefden van de hand in de tand en wisten dat dit niet lang kon voortduren.
Waterdrinker ziet de geschiedenis als een golvende beweging met de revoluties
van 1917 tot die van 1991 als ijkpunten en trekt parallellen met de huidige verhouding
tussen Europa en Afrika, dat staat te dringen aan onze poorten net als vroeger
de arme stedelingen van Sint Petersburg om toegelaten te worden tot de
maatschappij. Echt politiek wordt het verder nergens want het blijft een roman.
Dat wil niet zeggen dat een schrijver geen engagement kent. Hij kijkt met
compassie naar zijn medemensen in een tijd waarin het communisme is weggevaagd
en Poetin zich ontpopt als de nieuwe tsaar. Hij wilde in zijn boek vooral de
meerdere tinten weergeven die in de genoemde geschiedenis terug te vinden zijn.
Lo Galbo leest enkele fragmenten voor uit het boek die ze
een voorbeeld vindt van rijk taalgebruik en concludeert verder dat Waterdrinker
een haat-liefde verhouding met het land heeft.
Waterdrinker zegt dat hij dat ook met Nederland heeft.
Anders dan Nederland is Rusland een mediterraan land, met uitzondering van het
eten. De geschiedenis van het land grijpt hem aan. Hij probeert erin door te
dringen, weet dat hij daarin faalt, maar komt toch steeds een stapje verder.
Hij betreurt de nieuwe spanningen tussen Oost en West, want het is belangrijk
om elkaar beter te leren kennen en op deze manier lukt dat niet.
Lo Galbo vraagt wat hij wilde meegeven.
Waterdrinker antwoordt dat hij de Russische ziel als een
cliché ziet, dat men daar ook gewoon samenleeft en dat daar net als elders
armoede en onrecht voorkomen. Hij voelt zich geen Nederlander of een Rus, maar
op de eerste plaats een mens. Zijn bestaan in Rusland heeft hem liefde gebracht
en een interessant leven, dat belangrijker is dan de literatuur.
Hier
mijn verslag van het gesprek over Poubelle.