Tijdsbeeld van Zuid Afrika door de ogen van een
activistische journalist
Documentaires over het apartheidsregime in Zuid Afrika en de
strijd er tegen zijn er legio. Nauwelijks kan men daarbij om Nelson Mandela
heen, zoals in In naam van de vrijheid van
Joël Calmettes uit 2010 of in het boeiender Brieven
van Zohra uit 2012 van Henna Renfum en Saskia Vredeveld. Filmmaakster Anli
Serfontein maakte een portret van de vrijheidsstrijd in Zuid Afrika door de jaren
heen, waarbij haar vader in het middelpunt staat. De inmiddels tachtigjarige Hennie
Serfontein (zie foto) was correspondent voor de actualiteitenrubriek Kenmerk en zorgde
ervoor dat men heet van de naald de meest actuele berichten over de gang van
zaken in Zuid Afrika toegestuurd kreeg.
Lejo Schenk was eindredacteur van Kenmerk in die dagen. Hij
vertelt dat dominee Beyers Naudé hem in 1977 op het spoor zette van Serfontein.
Op het moment dat Schenk contact met de journalist, werd Beyers Naudé in de ban
gedaan. Hij mocht zich niet meer in het openbaar laten horen. Serfontein kon
meteen aan de bak om hierover verslag te doen. Serfontein stuurde altijd veel
meer materiaal dan nodig was, hetgeen tot wrijvingen leidde, maar dat moest men
op de koop toenemen.
In de documentaire zien we oude fragmenten die afgewisseld
worden door commentaar van Serfontein of anderen. Het eerste fragment gaat over
een interview van Serfontein met de zwarte leider Motlane, drie jaar na de
opstand in Soweto. Motlane stelde vast dat jongeren een groter politiek
bewustzijn gekregen hadden.
De uitgeweken toneelschrijver Anthony Akerman volgde
Serfontein op de voet. Hij herinnert eraan dat Serfontein het bestaan van de
Broederbond onthulde, die een belangrijke motor voor de apartheid was.
Journaliste Sylvia Vollenhoven was onder de indruk was van zijn radicale
stellingname. Max du Preez, hoofdredacteur van het Vrye Weekblad waardeerde
zijn activistische stijl, al werd het lastig hem te steunen in de tijd dat
Winnie Mandela onder vuur lag en Serfontein zich loyaal met haar verklaarde. Aan
het eind van de documentaire vertelt hij dat hij geen spijt had van zijn stellingname
tijdens de apartheid. De ellende die daarna kwam moet daar los van worden
gezien.
De later omstreden dominee Allen Boesak studeerde theologie
in Kampen en promoveerde in 1977 in New York. In 1983 richtte hij het
multiraciale UDF op. Serfontein gaat met hem terug naar zijn geboorteplaats
Kakamas, waar men te maken kreeg met de groepsgebiedenwet uit de jaren vijftig die
inhield dat andere rassen dan het blanke naar de onvruchtbare thuislanden
dienden te verhuizen. Boesak kon zelfs de plek niet meer terugvinden waar zijn
huis had gestaan, maar de mensen die daar woonden waren blij met zijn komst.
Diens vrouw vreesde in die dagen politieke sabotage, een aanslag door een
sluipmoordenaar of een bom op hun huis. Ze vergeleek het samenleven met haar
man als met een ongeneeslijk zieke die elk moment de pijp uit kon gaan.
Serfontein vertelt over massaal bezochte politieke begrafenissen van
anti-apartheidsstrijders, zoals Neil Agget die net als Steve Biko in een
politiecel of Frikkie Conradie, die zogenaamd bij een motorongeluk om het leven
kwam.
Veelzeggend is een fragment waarin een oud-medewerker van de
KLM zich prima vermaakt tijdens een golftoernooi in thuisland Sun City dat door
zijn vroegere werkgever gesponsord is. Hij doet niet aan politiek, zegt hij
tegen Serfontein.
Natuurlijk kan ook Anli niet om Mandela heen, al is dat via
interviews met Winnie, die haar man maandelijks opzoekt in de Pollsmoor
gevangenis. Ze vertelt over haar moeilijke leven en leest een brief voor die
Nelson aan haar schreef. Tenslotte spreekt Serfontein met Frank Chikane die in
de gevangenis gemarteld werd door een collega, maar zijn vijanden - die niet
wisten wat ze deden - liefhad en hen wilde helpen zichzelf te bevrijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten