Prachtige verplaatsing van koningsdrama naar het moderne
Engeland
Richard Loncraine plaatst voor de verandering het toneelstuk
Richard III uit de tijd van
Shakespeare in de Engelse jaren dertig van de vorige eeuw en dat levert een
fantastische film op. De gedragen verzen van de oude bard gaan heel mooi samen
met esthetisch verantwoorde decors en verrassende scènes uit de jaren voor de
Tweede Wereldoorlog. Meteen in het begin zijn we daar getuige van, als de tank
van Richard, graaf van Gloucester, het hoofdkwartier van het Huis van Lancaster
aan gort rijdt en koning Henry en zijn zoon prins Edward vermoord. De sluwe
Richard kijkt de camera in en vertelt de kijker wat hij nog meer van plan is en
daarmee wordt men de hele film zoetgehouden.
De ongelukkig geschapen Richard declameert na de overwinning
de eerste verzen van Shakespeare en gaat daarmee door als hij het urinoir
bezoekt. Hij werpt daarna een blik en de spiegel en verfoeit zijn lelijke
voorkomen, zijn bochel, zijn manke been en zijn onwillige linkerhand. Dat zal
hem niet weerhouden op een aanspraak op de troon die door zijn niet als te
sterke broer Edward IV bezet wordt gehouden.
Allereerst neemt hij Anne Neville, de weduwe van prins Edward
tot zijn vrouw. Gemakkelijk gaat dat niet. Als Anne in het mortuarium haar
geliefde man bezoekt, dringt Richard zich op en speelt hoog spel door haar de
keuze te geven om zijn echtgenote te worden of toe te zien dat hij zichzelf
doodsteekt. Dat laatste kan Anne zich niet over haar hart verkrijgen.
Vervolgens mengt Richard zich in het conflict tussen zijn broer Edward en
Clarence die in de Tower zit opgesloten. Hij verbrandt een brief waarin Edward
Clarence gratie geeft en geeft twee handlangers waaronder James Tyrell,
opdracht zijn broer te vermoorden. In een fraaie scène in een badhuis van de gevangenis maakt men korte metten met
Clarence die net rustig de krant zat te lezen, al had hij daarvoor wel een
droom gehad waarin het niet goed met hem afliep.
Edward stort in als Richard tijdens een uitstapje naar zee
door Richard van het tragische nieuws op de hoogte wordt gebracht. Zijn vrouw,
koningin Elizabeth, is furieus en wordt nog bozer als Richard haar broer, Lord
Rivers, in zijn bed laat doodsteken, juist als hij gepijpt wordt door een
wellustige jonge vrouw. Het idee om de prins van Wales na de dood van Edward op
de troon te zetten, wordt ook verijdeld door Richard die steeds meer
handlangers om zich heen verzamelt, waaronder de graaf van Buckingham die hij
een graafschap belooft als hij zich onder zijn medestanders schaart.
Hij weet anderen ervan te overtuigen dat de prins van Wales
een bastaardzoon is en bedenkt een sluwe strategie om zelf de kroon toe te
eigenen. Door zich voor te doen als een godsvruchtig mens die de troon helemaal
niet wil, wordt hij tot Richard III geslagen. Een van de eerste acties die hij
onderneemt is het laten opsluiten en doden van de kinderen van Edward IV en
Elizabeth om te voorkomen dat zij hem een voet dwars kunnen zetten. De graaf
van Buckingham dringt na zijn medewerking aan op zijn beloofde landgoed maar
wordt vermoord. De verslaafde Anne legt zelf het loodje waarna Richard III zijn
zinnen zet op de knappe dochter van Elizabeth. Na een adembenemend onderhoud
tussen Richard III en Elizabeth in een treincoupé, kiest de voormalige koningin
echter toch voor een verbintenis van haar dochter met de graaf van Richmond,
die vanuit Frankrijk de wapens tegen Richard III opneemt. In een felle strijd
gaat de laatste ten onder, nadat eerder al zijn legervoertuig slipte en hij
zijn koningschap verwenste voor een paard.
Het was opvallend dat de sfeer aan het hof van Richard III, zoals ook op de poster te zien is,
erg nazistisch oogde. Richard Loncraine zet zijn hoofdpersoon, prachtig gecast door
Ian McKellen, neer als een brute machtswellusteling, terwijl er ook andere
interpretaties zijn. Wart Kamps bracht vorig nog een heel andere Richard naar
voren in De goede Richard III.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten