Confrontatie tussen verschillende sociale milieus ontaardt
in flauwiteiten
Mon pire cauchemar,
dat Mijn ergste nachtmerrie betekent,
is een komedie over de verhouding tussen betere en de lagere stand in
Frankrijk, gepersonifieerd door het gegoede gezin van kunstkenner Agathe
(Isabelle Huppert), haar oudere partner Francois en hun zoon Adrien en
anderzijds de weinig empathische
klusjesman en schuinsmarcheerder Patrick met zijn zoon Tony. Hoewel het
onderwerp zeker mogelijkheden heeft om binnen te dringen in de verschillende
subculturen, die met elkaar te confronteren en de zwakke kanten daarvan te
laten zien, is de uitwerking van Anne Fontaine te gezocht en mist de film
daardoor overtuigingskracht.
Het begin, waarin we Agathe zien die met de kin omhoog een
mooi beeld geeft van een belangrijke zakenvrouw, is wellicht nog het sterkste.
Ze heeft het druk op haar werk voor een kunststichting en is net op tijd op de
middelbare school van haar zoon om zich in een vergadering met de ouders uit te
spreken tegen een toets die de mogelijkheden van de leerlingen moet
voorspellen. Tijdens de vergadering, waarin ze moeiteloos het woord voert,
wordt ze onderbroken door Patrick die een heel ander soort taalgebruik
hanteert. Patrick probeert na de vergadering de directeur te lijmen om een goed
woordje te doen om aan een woning voor hem en zijn zoon te komen, want zij
slapen zolang in een bestelbus. De confrontatie tussen Agathe en Patrick krijgt
een vervolg als Patrick bij haar aanbelt om Tony op te halen, die daar met
Adrien zit te gamen. Het blijkt dat de zoons het goed met elkaar kunnen vinden.
Patrick probeert de impotente Francois, die uitgever is, met verhalen over zijn
seksuele prestaties voor zich te winnen en dat lukt hem aardig want hij mag een
verbouwing in hun huis doen, hetgeen natuurlijk de nodige confrontaties met Agathe veroorzaakt.
Tegelijk probeert hij bij de gemeente een huis voor zichzelf
te krijgen. Hij palmt daartoe medewerkster Julie in die op haar beurt weer
contact krijgt met Francois. Het is nogal ver gezocht dat Francois een relatie
met de jonge meid krijgt en zijn verhouding met Agathe op te spel zet, maar de
laatste vindt dat niet erg want die wordt steeds meer losgeweekt uit haar
ivoren toren door Patrick. Ze heeft wel haar zorgen over haar zoon die zich
volgens de directeur in de illegaliteit
beweegt en daardoor het komend schooljaar niet meer welkom is op zijn school.
Ook de toekomst van Tony lijkt niet zeker, want de kinderbescherming zoekt uit
hoe het met zijn opvoeding gesteld is.
Door deze wendingen ontwikkelt het verhaal zich steeds meer tot
een drama, waarin de verschillen tussen de sociale milieus eerder karikaturen worden
dan invoelbaar zijn. Een voorbeeld hiervan is dat Agathe na een opening van een
expositie een glas whisky achteloos over haar schouder kapot gooit. Dat is net
iets teveel van het goede, net als de vrijpostigheden van Patrick die op den
duur vervelend worden. Het eind van de film waarin Patrick in een dronken bui een
Japans cult schilderij om zeep geholpen heeft, dat door Agathe tot nieuwe cult
benoemd heeft, zegt genoeg over de falende uitwerking van dit drama, dat
gespeeld werd door Isabelle Huppert, die zich voor het eerst sinds vele films
niet helemaal in haar rol weet in te leven, net als Benoit Poelvoorde die tien
jaar eerder schitterde in Le vélo de
Ghislain Lambert (2001). Het lijkt erop dat de opgedragen gedragingen ook voor
hem te veel van het goede zijn om nog geloofwaardig te kunnen spelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten