Knappe verbeelding van de bergen en dalen van depressie
Het was alweer enkele jaren geleden dat het Belgische duo
Jean Pierre en Luc Dardenne de mooie film Le
gamin au vélo (2011) afleverden over de tragiek van een jongen zonder
ouders. Met Deux jours, une nuit die
in het Engels logischerwijs Two days, one
night heet, vervolgen ze op fraaie wijze hun weg door de wereld van het
sociale drama. Dit keer speelt zich dat af in Luik en rond Sandra die eerder
met ziekteverlof was maar nu haar baan kwijt is, omdat de zestien collega’s van
haar liever een bonus van duizend euro uitgekeerd krijgen dan haar aan het werk
te houden. Een stemming daarover aan het eind van de werkweek heeft dat
uitgewezen.
De gebroeders vallen meteen met de deur in huis. Sandra ligt
te slapen op de bank als ze gebeld wordt door Juliette, die haar vertelt dat er
nog een mogelijkheid is als ze meteen naar het werk komt om de baas te spreken.
Sandra heeft niet veel zin om voor haar eigen belang op te komen, maar wordt
door haar man Manu ertoe aangezet dat wel te doen. Het feit dat ze hun koophuis
alleen kunnen betalen als Sandra ook werkt vormt de belangrijkste reden. Sandra
neemt, zoals ze vaker doet, nog een kalmeringspil en stapt met Manu in de auto.
Sandra en Juliette komen met de baas overeen dat er die maandagochtend een
nieuwe stemming zal worden gehouden omdat de eerste niet geheim was en
medewerkers zich mogelijk geïntimideerd voelden door voorman Jean-Marc, die
niet denkt dat Sandra ooit nog weer de oude zal worden.
Manu wil dat Sandra het weekend gebruikt om haar collega’s
voor zich te winnen. Dat is een zware opgave voor Sandra die het gevoel heeft
dat ze niet bestaat, het leven niet aankan en absoluut niet wil dat men medelijden
met haar heeft. Dat blijkt ook een keer met Manu in de auto als hij muziek
opzet om haar te ontzien, maar Sandra heeft dat door en verzet zich ertegen,
hetgeen wel de aanleiding vormt tot meer vrede tussen de twee. De relatie heeft
toch al het nodige te lijden gehad onder de depressie waarmee Sandra te kampen had.
Zelf vindt ze het heel erg dat ze vier maanden niet gevreeën hebben en ze
vreest dat Manu haar straks aan de kant zet.
De film gaat verder vooral over het winnen van de collega’s.
Sandra belt bij hen aan, informeert ze over de reden van haar komst in het
weekend, luistert naar collega’s die het geld zelf hard nodig hebben of juist spijt
hebben dat ze bij de eerste stemming haar hebben laten zitten. Sandra is blij
of juist teleurgesteld, hoopvol of wanhopig, gaat als een rollercoaster van
hoog naar laag en omgekeerd. Op zich zou dat procedé een magere invulling van
de film zijn, maar door de herhaalde verzoeken van Sandra wordt haar wanhoop in
haar zwakke positie scherp neergezet. De kijker gaat mee door de bergen en
dalen van het gemoed van deze sympathieke vrouw. De film maakt de aard van de
machteloos makende depressie goed duidelijk. Het is mooi dat Sandra op het eind
kracht ontleent aan haar actie en gesterkt weer verder gaat.
De film wordt gedragen door het fantastische acteerwerk van
Marion Cottilard, die in spijkerbroek en hemdje precies de juiste toon vindt om
de wanhoop van Sandra Bya te verbeelden. Twee jaar eerder was ze te zien als
Stéphanie in De rouille et d’os, de
laatste film van Jacques Audiard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten