Hartverwarmend portret van een zangeres die niet kan stoppen
Het portret van Mavis Staples (Chicago, 1939) door Jessica
Edwards is van de eerste tot de laatste minuut hartverwarmend, wellicht ook
omdat de zangeres met haar enorme volume en lage stem, altijd een doodgewoon
mens is gebleven. Het toeren werd ze nooit moe, want de muziek houdt haar
levend. In de documentaire zien we dat ze vijftig jaar met haar vader Pops
optrad en hem ook na zijn overlijden niet kon vergeten. Ze nam met haar nieuwe
band liedjes op waarin zijn oude stemgeluid verwerkt werd.
Mavis werd geboren in een christelijk, muzikaal gezin in
Chicago, de gospelhoofdstad van de Verenigde Staten, waar andere muzikanten als
over de vloer kwamen, zoals James Taylor. Haar vader zette een familiegroepje
op dat in de plaatselijke kerk zong en dat bekend werd als The Staple singers.
Hoewel de zussen Cleedy en broer Perkins daar een bijdrage aan leverden,
vormden Mavis en haar vader, die een leerschool in de blues kreeg in
Mississippi, met zijn gitaar de basis. Bob Dylan hoorde hen voor het eerst op
de radio en was verrast door de kwaliteit van het nummer Sit down servant. Mavis en haar vader waren op hun beurt zeer te
spreken over het nummer How many roads,
dat de levensweg van Pops verbeeldde. Mavis vertelt dat de toen nog onbekende
Dylan met haar wilde trouwen en dat ze op het Newport Folk Festival in 1964
zelfs zoenden.
Tijdens hun tournees, die vanaf het begin van de jaren
zestig vooral in het Zuiden werden gegeven, werd veel emotie opgeroepen en weer
teruggegeven. Bevrijdingsliederen maakten na een ontmoeting in 1963 met Marten
Luther King deel uit van hun repertoire, maar daarna gingen ze ook op de
seculiere toer. Pops weersprak de kritiek daarop door te zeggen dat ze nog
steeds over de waarheid zongen.
Een nieuwe producent zorgde in 1968 dat hun kwaliteit omhoog
ging en dat ze met soulmuziek een groter publiek kregen. Na het nummer I’ll take you there braken ze door en toerden
ze door Zuid Afrika, de Bahama’s en Iran. Hun liederen leverden ook een
bijdrage aan de zwarte burgerrechtenbeweging. Ze speelden mee met The Band in The last waltz en werden daardoor de
rockscene ingetrokken. Mooi is een fragment waarin Mavis zingt voor Levon Helm,
drummer en zanger van het nummer The
weight, dat later ook tijdens een concert door Mavis naar voren gebracht
wordt. De reacties van het publiek roepen weer nieuwe energie bij Mavis op die
geen genoeg krijgt van optreden. Ze zegt dat ze het ook altijd wel weer lekker
vindt om thuis te zijn in Chicago en het gewone leven weer op te pakken.
In 1969 volgt een korte solocarrière die het optreden met de
familie niet in de weg staat. Ze verwerkte daarin een mislukt huwelijk. In 1986
wordt ze uitgenodigd door Prince om samen een plaat te maken, die The voice zou gaan heten. Die kwam er
echter niet door ruzie tussen de zanger en de producent. In 1999 werkte The Staple Singers aan een laatste,
nooit verschenen album met de toen al zieke Pops die in december 2000 overleed.
Zus Yvonne die vroeger op de achtergrond meezong, raapte
Mavis weer op en sindsdien zijn ze onafscheidelijk. Mavis vond een nieuwe groep
en kreeg in 2011 een Grammy voor haar album You
are not alone. Nog is haar zangcarrière niet voorbij. Ze zegt zelfs dat men
haar straks in de hemel kan horen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten