Getraumatiseerde kunstenares gedreven tot vernieuwing
Beeldend kunstenaar Eva Hesse werd geboren in een joods
gezin in 1936 in Hamburg. Haar vader was een strafrechtadvocaat en haar moeder deed
een kunstopleiding. Het gezin moest vluchten voor de nazi’s. Eva en haar zus
Helen werden op Kindertransport naar Nederland gezet en belandden in een
weeshuis voordat ze vlak voor de oorlog via Groot Brittannië naar New York
reisden. Eva deed daar een kunstopleiding en werd een vermaard kunstenaar tot
het noodlot opnieuw toe sloeg. Marcie Begleiter vertelt haar verhaal aan de
hand van dagboeken van Eva en gesprekken met nabestaanden waaronder kunstenaar
Sol de Witt en haar man Tom Doyle.
Sol de Witt heeft altijd veel contact met haar gehad en zegt
dat ze door angsten achtervolgd werd. Dat had onder andere te maken met de
zelfmoord van haar moeder, die na een depressie vanwege de ondergang van haar
familie in de vernietigingskampen van het dak van de flat sprong. Eva was toen
tien jaar oud. Ze trouwde in 1961 met Tom Doyle. Enkele jaren later werkten ze
anderhalf jaar in Duitsland op uitnodiging van een geldschieter. Ze hadden een
atelier in een lege textielfabriek in Kettwig in het Ruhrgebied en vandaar uit
reisden ze naar plaatsen die Eva gekend had en naar vele musea. Het werk van
Eva kwam, anders dan dat van Tom, niet van de grond. Ze was depressief en had
nachtmerries. Ze schreef daarover aan De Witt, die haar aanraadde zich over
haar problemen heen te zetten en haar geruststelde dat ze niet verantwoordelijk
was voor de problemen in de wereld. Ook de relatie met Tom ging niet goed. Hij
dronk teveel en zat achter andere vrouwen aan. Eva richtte zich op het maken
van reliëfs met materialen die ze in de fabriek vond en exposeerde die ook
waardoor ze met meer zelfvertrouwen terug ging naar de Verenigde Staten.
Daar was men inmiddels beland in het tijdperk van het minimalisme
waar Eva zich bij aansloot al bleven de erotische en spirituele elementen in
haar werk zichtbaar. Ze voelde zich in de steek gelaten door Tom toen die van
haar wilde scheiden en ging onvermoeibaar met haar werk voort. Robert Mangold
was zeer onder de indruk van haar werk Hang
up dat hij op een expositie zag. Haar vader begreep haar echter niet. Hij
vond dat zijn dochter beter een baan kon zoeken waardoor ze financieel
onafhankelijk zou kunnen zijn. Voor Eva gold echter alleen de kunst. Ze was
doodbedroefd toen haar vader in 1966 in Europa overleed en ging, met steun van
De Witt, nog harder werken. Tegenstellingen waren belangrijk in haar werk, dat nog
steeds weinig aandacht kreeg.
De invloed van Simone de Beauvoir leerde haar dat vrouwen de
tweede sekse waren, ook in de kunstwereld. Ze verzette zich daar fel tegen en
veroorzaakte barstjes in het mannenbolwerk. Discriminatie in de kunst wilde ze
met kunst bestrijden. Ze maakte gebruikt van de Canal Street technologie,
genoemd naar een straat in Lower Manhattan waar men gadgets kon kopen die met
in een kunstwerk kon gebruiken. Ze leerde ook over nieuwe technieken als
rubber, plastic en glasvezel en gebruikte die in haar werk. Nadat het echtpaar
Ganz werk van haar kocht, was haar naam gevestigd. Ze had internationaal
exposities. Helaas maakte een tweemalige hersentumor een eind aan haar leven.
Ze maakte nog een ontwerp in het ziekenhuis dat door studenten werd uitgevoerd.
Toen Eva de afbeelding zag, riep ze dat zij dat zelf was. Trots op hetgeen ze
bereikt had stierf ze op 34 jarige leeftijd in 1970. In 1972 was er in
Guggenheim een overzichtstentoonstelling van haar werk, bestaande uit
materialen die de tijd niet overleven, maar zo is het leven ook, vond Eva al.
Helaas is de Nederlandse weergave van de documentaire onder
de titel Eva Hesse – tracing the rope met
de helft verkort.
Hier meer
informatie op de site over de documentaire, waaronder een trailer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten