Ontroerende terugblik op monumentaal kunstwerk over de
holocaust
In 1985 voltooide Claude Lanzmann de ruim negen uur durende
film Shoah waar hij twaalf jaar aan had gewerkt. De Britse documentairemaker
Adam Benzine kijkt dertig jaar later met Lanzmann terug op dit huzarenstukje.
De uitspraak van vriend Jean Paul Sartre, dat engagement geen woord is, maar
een daad, is het motto van de documentaire.
Lanzmann vertelt dat hij lange tijd in rouw verkeerde na het
voltooien van de film Shoah, die gemaakt werd op bestelling. Hij maakte in 1973
namelijk de film Pourquoi Israel en
werd daarop gevraagd een film over de uitroeiing van de joden vanuit hun
gezichtspunt te maken. Hij liep een zomernacht door Parijs voordat hij het
voorstel accepteerde. Hoewel hij als jeugdig soldaat de oorlog uit persoonlijke
ervaring kende, doorleefde hij pas tijdens de film wat de joden hadden moeten doorstaan.
Zijn film moest over de doden gaan, die zich niet bewust waren wat hen te
wachten stond. De gaskamer was het onderwerp. Omdat de nazi’s alle sporen van
hun wandaden wilden uitwissen, maakte hij geen gebruik van archiefbeelden.
Lanzmann maakte indrukwekkende portretten van personen die
als lid van een Sonderkommando in de gaskamer werkten. Hij noemt Filip Müller een
held en spoorde in The Bronx kapper Abraham Bomba op, die in de gaskamer het
haar van vrouwen scheerde. Lanzmann vroeg zich af hoe hij deze onmenselijkheid
voor het voetlicht moest brengen en bedacht om Bomba in een kapperszaak te
laten knippen terwijl hij zijn verhaal vertelde. Op het moment dat het verleden
te dichtbij kwam spoorde Lanzmann hem broederlijk aan om door te gaan. Lanzmann
noemt de tranen van Bomba een zegel van de waarheid.
Omdat Lanzmann ook nazi’s in de film wilde, besloot hij met
een verborgen camera te werken. Hij stapte onder een vals voorwendsel bij
daders binnen en ging men hen het gesprek aan. Te welwillend, zeiden critici,
maar Lanzmann vond dat hij anders nergens zou komen. Benzine vraagt naar een geval
van ontmaskering. Lanzmann wil daar eerst niet over praten maar vertelt daarna
toch dat hij met een medewerkster bij een nazi zat en dat diens vrouw ontdekte
dat het gesprek werd opgenomen en een stel bullebakken binnenriep, die hem in
elkaar sloegen, waardoor hij een maand in het ziekenhuis lag. Lanzmann vond dat
zijn leugen niet opwoog tegen het immorele gedrag van de nazi’s, maar lichtte
zijn gesprekspartners wel altijd na afloop in en gaf hun geld voor hun
medewerking.
Hij vertelt dat de montage heel zwaar was, omdat hij precies
en koppig was. In die dagen zwom hij eens in zee in Israël toen hij mee werd
gevoerd door de onderstroom. Hoewel hij gered werd door een man, was hij daar
niet eens blij mee. Van hem had het toen ook wel afgelopen mogen zijn. Hij
kreeg veel steun van Simone de Beauvoir, met wie hij eerder een zeven jaar
durende liefdesrelatie had. Ze schreef een lovend artikel in de krant uit vrees
dat ze voor het uitkomen van de film zou overlijden. Dat bleek niet het geval
zijn. Sartre overleed wel eerder. Lanzmann betreurt het dat Sartre de film
nooit heeft kunnen zien.
Achteraf voelt Lanzmann zich geen goed mens. De rouw duurde
lang. De tijd stopte en zijn angst is hij niet kwijtgeraakt. Hij heeft de film
vormgegeven maar de film heeft hem ook gevormd. Hij is niet optimistisch over
de toekomst maar wil zelf nog niet dood.
In de documentaire werd ongebruikt materiaal van Shoah
verwerkt, de wondermooie muziek is van Joel Goodman.
Hier
de trailer.
Documentaires over de gevolgen van het bombarderen van dichtbevolkte Duitse steden ontbreken helaas, over Dresden, nog in april 1945, toen de oorlog in feite al voorbij was, zou iets moois gemaakt kunnen worden.
BeantwoordenVerwijderen