Getalenteerd kunstenaar gegrepen door echtheid
Acteur, dichter en schrijver Ramsey Nasr is de zoon van een
Palestijnse vader en een Nederlandse moeder. In de aankondiging zegt Abdelkader
Benali dat Nasr allergisch is voor macht en machtsmisbruik. Dat is in het
gesprek dat beiden met elkaar hebben duidelijk te merken.
Allereerst bezoeken de schrijvers Diergaarde Blijdorp waar
Nasr als kind elke dag kwam. Blijdorp is voor hem het Hof van Eden. Het gesprek
gaat al gauw over mensen die andere mensen, moslims in dit geval, als dieren
zien. Hoewel het mechanisme bekend is, wordt het steeds weer toegepast. De mens
is dan ook volgens Nasr een zoogdier met een slecht ontwikkeld geheugen. Op de
vraag van Benali wanneer Nasr heeft ontdekt dat hij zelf een rol speelde, luidt
het voor de hand liggende antwoord dat dat als acteur was. Acteren is een
camouflagetechniek. Men doet een ander na.
De ijsbeer doet Nasr sterk denken aan ballingschap waarin
men weinig anders kan doen dan ijsberen. Zelf zat hij tijdens een verblijf in
Abu Dhabi ook in een kooi toen hij op zijn hotelkamer aan het dichten was.
Gelukkig wordt hij van kwallen vanwege hun totale wezenloosheid. Hij krijgt
zelfs kippenvel van het besef dat de mens niet meer is dan dit, alleen de naam
had wel fraaier gekund, zoals het dansante jellyfish in het Engels. Hij heeft
nieuwe namen geprobeerd te introduceren als glanskussen, straalfontein of
zachte zwemmer.
Vervolgens reist Benali mee naar Antwerpen waar Nasr de toneelschool
deed en achttien jaar lang woonde. België is minder plat dan Nederland volgens
Nasr, men maakt de werkelijkheid surreëler. In de schouwburg spreekt hij met de
Israelische schrijver Etgar Keret. Hij wil niet behoren tot de overwinnaars of
de verliezers, maar voelt zich vaak schuldig over zijn schrijfactiviteiten
waarmee hij actief weinig toevoegt aan de strijd in het Midden Oosten.
In Amsterdam zit hij midden in de stad op zijn adelaarsnest.
Daar staat ook zijn enorme collectie klassieke muziek. Hij heeft een hele rij
cd’s van Shostakovich die, net als Mahler in zijn vierde symphonie, het vlies
van de werkelijkheid trekt en de luisteraar in een heel ander universum doet
belanden. Shostakovich moest in de Sovjet Une altijd uitkijken wat hij
componeerde, maar ging, zoals kunst moet doen, altijd verder dan het gangbare.
Als acteur gaat Nasr ook verder dan gepermitteerd is. Hij noemt het stompzinnig
dat de overheid op kunst kort omdat dat ons juist onderscheidt van de dieren.
Op het Movies that
matter - festival draait de documentaire Lady of no fear (2010) die over Aung San Suu Kyi gaat. Nasr geeft
een toelichting op een gesprek dat haar vriend Peter Carey had met de Birmese
vrijheidsstrijdster, die nergens spijt van had. Hij hoopt dat ze met haar
vrijheidszin naar buiten komt. Benali vraagt sinds wanneer hij gefascineerd
wordt door personen met hoge idealen. Nasr antwoordt dat Aung overtuigd is van
de kracht van de poëzie. Zij is zo net echt als Shostakovich.
Op vier mei treedt Nasr op in het Concertgebouw samen met
een aantal orkestleden. Hij leest een gedicht voor waarin hij dirigent
Mengelberg verwijt dat hij heulde met de Duitsers en zijn afschuw uitspreekt
over de leden van het orkest die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Nazi’s
werden opgepakt en weggevoerd. De plek zelf is beladen met het verleden.
Hier
mijn verslag (in het Engels) van de documentaire Lady of no fear.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten