Authentieke cartoonist, sterk geworteld in zijn werk
Om te beginnen meldt de beminnelijke en langzaam pratende Franse
cartoonist Jean Jacques Sempé 1932, dat hij bang is niet de waarheid te kunnen spreken
als hem een vraag gesteld wordt. Bang als hij is om de interviewer teleur te
stellen, geeft hij sociaal wenselijke antwoorden en spreekt zichzelf daar dan
weer mee tegen.
Met zijn uitgever zit hij op een terras. Ter gelegenheid van
de verschijning van Le petit Nicolas
in een Koreaanse vertaling zou het mooi als Sempé daarbij aanwezig zou zijn.
Sempé vreest echter het reizen omdat het hem ontwortelt. Hij is geworteld in
zijn werk als tekenaar. Hij vindt niets mooier dan humoristische tekeningen te
maken.
Sempé kende een moeilijke jeugd met ruziënde ouders maar
werd er - net als iedereen zegt hij - toch door vertederd. Wellicht kreeg hij
een dromerig karakter omdat zijn ouders elkaar altijd in de haren vlogen. Hij
luisterde veel naar de radio tot die kapot ging bij een ruzie en, wonderlijk
genoeg, weer werkte bij een andere ruzie. Hij stelde zich voor dat hij piano
speelde in een orkest. Op school was hij een lawaaischopper maar hij had het er
reuze naar zijn zin.
Vanaf twaalf jaar tekende hij, zoals iedere jongen doet zegt
hij. Een docent die tekende en klarinet speelde, inspireerde hem. In huis heeft
Sempé veel tekeningen hangen. Hij houdt van een tekening in het satirische blad
Punch waarin een leeg wit schildersdoek voorkomt, alsof de schilder eerst een
kopje koffie is gaan drinken. Hij vindt dat prachtig. Zelf had hij allang iets
ingevuld op het doek.
Sempé begon met bijbaantjes om het gezin te ondersteunen en
tekende onderwijl. Hij deed zich voor als een student van de kunstacademie in
Bordeaux en probeerde kranten te bewegen zijn tekeningen te plaatsen, hetgeen
soms lukte. Ook in het leger tekende hij. Een krant vroeg hem één personage te
tekenen. Dat werd de kleine Nicolas waarin hij op ouderwetse wijze zijn
jeugdherinneringen tekende. René Goscinny leverde de tekst. Daarnaast maakte Sempé
albums met losse tekeningen. Het eerste heette Rien n´est simple. Een journalist van the New Yorker ging terug met
zo’n album. Sempé werd uitgenodigd omslagen voor het tijdschrift te maken en
voelde zich trots. Hij deed dat zo´n dertig jaar lang en behoorde tot de groep
humoristische New Yorkse tekenaars. Een tekening van een meisje naast een kat,
waarbij zijn staart als haar snor diende, moest van de hoofdredacteur veranderd.
Het meisje moest eruit. Het was nog een heel werk om haar uit de aquarel te
verwijderen. Lezers hielden van de tekening. Sempé bewondert mensen met een
mening.
Tuinen stemmen hem weemoedig. Hij zit vaak in het Jardin du
Luxembourg, dat veel charme kent en tekent de gezinnen uit de burgerlijke wijk daar
in de buurt die daar wandelen, vaak ook met een oudtante. Sempé tekent niet
naar waarneming, maar naar het beeld dat hij van de werkelijkheid heeft. Hij
zegt dat een idee niet moeilijk te vinden is. Het is een kwestie van gaan zitten
tot het er is, al duurt het een half jaar. Het gaat niet om de observatie maar
om de verbeelding. Alles komt daaruit voort.
Hij tekent graag bomen met hoge gebouwen daarachter en houdt
niet van moralistische tekeningen, zoals van ouders die stug naar de televisie
kijken terwijl hun jonge kind aandacht vraagt voor zijn eerste stapjes. In Saint
Tropez vroeg een jonge Engelse vrouw hem in 1975 een album te signeren voor
haar oom William, een dirigent. Tijdens het concert, waarbij Sempé die avond aanwezig
was, bleek dat haar oom Count Basie was. Zij had het album nog in haar tas.
Sempé maakt het gezicht van de dirigent zwart, tot grote vrolijkheid van Count
Basie.
Het oog leidt niet de hand maar andersom leidt de hand het
oog, zegt Sempé. De hand dwingt om dingen te doen. De bijschriften staan van te
voren min of meer vast. Het kleine personage in een enorme omgeving zorgt
vanzelf tot een humoristische werking. Zijn personages zijn altijd dezelfde,
met minuscule accentverschuivingen.
Sempé bewondert de cineast Tati die geen boosaardigheid
bezat maar alleen tederheid. Op het gebied van naïveteit en directheid lijken
zij op elkaar. Ooit pingelde hij Satin
doll na een concert van Duke Ellington. De pianist kwam naast hem kwam en nam
de linkerhand over. Na diens dood was Sempé een maandlang ontroostbaar. Ray
Ventura was belangrijk in zijn jeugd. Hij wilde in zijn orkest spelen. Hij was
ooit bang de man aan te spreken, vreesde in snikken uit te barsten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten