Het leven van Kafka’s onverschrokken Milena
De titel Ravensbrück
zet de lezer wellicht op het verkeerde been. Deze roman die de Zweed
Sem-Sandberg tien jaar geleden al schreef gaat over het leven van Milena
Jesenska, de Milena aan wie Franz Kafka zijn boek Brieven aan Milena (1994) heeft gewijd. Hoewel Milena later in het
vrouwenkamp Ravensbrück terechtkwam is deze roman veel meer dan een terugblik
op haar kampervaring alleen.
Milena Jesenska kende een onrustig, heftig leven in een
tumultueuze tijd met twee wereldoorlogen. Ze wordt in 1896 geboren in Praag en
sterft in 1944 in kamp Ravensbrück, dat boven Berlijn ligt. Haar vader is een vermogende tandarts, die
graag de bloemetjes buiten zet, haar moeder ziekelijk. Milena verzorgt haar tot
haar dood in 1913 aan toe en mag haar vader niet, die graag met zijn
vrouwelijke patiënten aanpapt. Wellicht droeg de slechte relatie met hem bij
aan de moeilijke jeugd van Milena. Ze is uitzinnig, koopziek en dominant in de
omgang. Ze was eraan gewend mensen aan zich te binden, schrijft Sem-Sandberg:
‘Die strategie paste ze als tiener al toe, misschien wel uit
angst om in de steek gelaten te worden…’.
Ze ontwikkelt zich tot kleptomane en studeert na het
gymnasium enige tijd medicijnen. Als ze 21 jaar is laat haar vader haar vanwege
haar labiele gedrag opnemen in een kliniek. Dat komt de relatie niet ten goede.
Later is Milena vooral onverschrokken.
Mooi is de schets van het culturele klimaat in het
vooroorlogse Praag in schrijverscafés zoals Arco. Daar overzien geleerde obers
als generaals hun klantenkring en weten precies hoe ze iedere gast moeten
behandelen. In een van die cafés leert Milena de joodse criticus en bankbediende
Ernst Polak kennen, die lange tijd niet geaccepteerd wordt door haar vader. Na
de Tweede Wereldoorlog vertrekt ze met hem naar Wenen, maar gelukkig zijn ze
niet. Beiden hebben minnaars en Milena doet een aantal zelfmoordpogingen Ze
geeft daar les en vertaalt De stoker van
Franz Kafka in het Tsjechisch.
In de lente van 1920 voert ze een intense briefwisseling en
een ontmoeting met Kafka, die zo van haar onder de indruk is dat hij zijn
verloving wil verbreken, maar Milena durft het niet aan. ‘Nergens ontmoette je
bij hem weerstand. Tot je uiteindelijk inzag dat zijn weerstandsloosheid juist
de weerstand was.’
Milena komt in de ban van een graaf die een kamer bij haar
huurt en zich bekeerd heeft tot het communisme. Het betekent een nieuwe weg
voor haar. Na haar echtscheiding gaat ze terug naar Praag, waar ze Kafka op
zijn sterfbed vindt. Ze ontmoet de avant-garde architect Jaromir Krecjar en
raakt zwanger van hem. Tijdens haar zwangerschap loopt ze een infectie op,
wellicht veroorzaakt door gonorroe. Ze houdt er een stijf been van over.
Ze organiseert het verzet tegen het nationaal socialisme
vanuit het nieuwe huis dat Jaromir voor haar en haar dochter bouwt, gebruikt morfine
en werkt mee aan een radicaal communistisch weekblad. Nadat dat niet meer mag verschijnen,
gaat ze schrijven voor een consumentenblad, tot haar stellingname niet meer geaccepteerd
wordt. Ook haar tweede huwelijk is gesneuveld. Na een afkickprogramma tegen haar
morfine verslaving gaat ze in 1938 samen met de uitgeweken Oostenrijkse
journalist Willy Klamm voor een liberaal politiek weekblad schrijven, maar lang
gaat dat niet goed.
Ze wordt afgevoerd naar Ravensbrück en tewerkgesteld in een
ziekenbarak omdat ze enigzins medisch onderlegd is. Ze maakt daar vreselijke
dingen mee, zoals pasgeborenen op de kraamafdeling die meteen in een emmer water
verstikt worden en vreselijke medische experimenten op gevangenen. Ze weet de
ziekenlijsten te manipuleren en daardoor mensen van de dood te redden.
Wellicht, oppert de schrijver, was ze zo genereus omdat ze
zelf steun behoefde. Ze is dan al een tijd reumatisch. Ze wordt door een humane
arts, die de plaats heeft ingenomen van een bruut die gearresteerd is, geopereerd
aan een nier maar omdat ook haar andere nier ontstoken was, sterft ze op de
ziekenafdeling.
Sem-Sandberg schildert het leven van Milena Jesenska vanuit
verschillende ooghoeken, een enkele keer vanuit dat van haar dochter Jana die
colporteerde met de communistische krant waar Milena voor de oorlog aan
meewerkte. In de verschillende hoofdstukken komen kopjes terug als Aanzien van de geschiedenis, Muren, Biografie en zelfs Antibiografie,
waarmee zijn werk meer een roman dan een biografie is. Onder dat laatste kopje
spreekt de auteur Milena toe in de jij-vorm. Verder citeert hij uit brieven,
artikelen. Al met al maakt hij van deze biografische roman een gevarieerd en
caleidoscopisch geheel.
Hier nog een zin van Milena in de tijd van de naderende
Tweede Wereldoorlog: ‘Het is veel gemakkelijker de patiënt de greep op zichzelf
te laten verliezen dan haar weer gezond te maken. Zo is het ook veel
gemakkelijker een volk verslaafd te houden aan leugens dan het te laten inzien
waarom het doet wat het doet.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten