Kijkje achter de schermen van het klassieke ballet
Rachel Beaujean en Guillaume Graffin zijn beiden balletmeesters
geworden na hun staat van dienst als dansers in het klassieke ballet. Ze worden
gefilmd tijdens de repetities voor de voorstelling Giselle (1841). Ze proberen de klassieke traditie door te geven aan
een jongere generatie. In de documentaire is ook ruime aandacht voor delen van
de uiteindelijke uitvoering.
‘Dance is a
contribution. You cannot predict the signs of its evolution.’ Na dit
motto van George Balanchine (1904-1983) ziet we de tanige en gepassioneerde
Larissa Letiznine die met tranen in de ogen op de grond zit en zegt dat ze pijn
aan haar voeten heeft. Guillaume Graffin zit met zijn handen over elkaar op een
stoel. Larissa verbijt de pijn. Later zegt Graffin dat ballet geen natuurlijke uitdrukkingswijze
voor het lichaam is en slopend voor de dansers.
Een danser is een atleet en een kunstenaar ineen en dat is
moeilijk te combineren. Wat betreft de begeleiding moet hij soms de danser pushen,
een ander moet hij ruimte geven. Het gaat erom dat de danser vertrouwen in
zichzelf krijgt. Iemand die aan de andere kant denkt dat hij het goed doet moet
inzicht krijgen dat het nog beter kan.
Guillaume Graffin komt uit New York en werd elf jaar geleden
balletmeester. Hij was toen 36 jaar en had ervaring met vele oudere
balletmeesters als Rudolf Nurijev. Hij mist het dansen maar geniet er ook van
om anderen te begeleiden. Het ballet is een oude vertelvorm, zegt hij, en ontwikkelt
zich steeds. Men danst anders dan twintig, laat staan dan tweehonderd jaar
geleden. Er zijn verschillende versies van klassieke choreografieën. Een rol
gaat in het lijf zitten. Dat herinnert zich de uitvoering. Hij zegt tegen Artur
Shesterikov die de rol van Albrecht in Giselle
speelt dat hij zijn gevoel meer naar buiten moet brengen. Dat geldt ook voor
Larissa, die hem aan het eind van een repetitie een kus geeft. Later horen we
dat de twee levenspartners zijn en dag en nacht samen. Graffin zegt dat ze het
goed hebben met elkaar omdat ze dezelfde achtergrond delen. De ochtend na de
uitvoering van Giselle oefent hij met Larissa haar hoofdrol in Het zwanenmeer
(1877).
Terwijl Graffin de solo dansers begeleidt, neemt Rachel Beaujean
de groep in het wit geklede overleden maagden voor haar rekening, die zich als wuivende
rietstengels over het toneel verplaatsen. De groep op de achtergrond vormt de basis,
waarop de solodansers hun lijfelijke verhaal kunnen vertellen. Rachel doet voor in welke hoek de armen moeten zijn tijdens de beweging (zie foto). Het gaat in de
repetities meer om het overbrengen van gevoel dan de beweging. Rachel
danste in de gouden tijd van het klassieke ballet met choreografen als Hans van
Manen, Rudi van Dantzig en Toer van Schaik. Ze moest door een knieblessure haar
danscarrière staken en bestudeerde het repetitieproces. Ze beaamt dat er verschillende
opvattingen over de juiste uitvoering bestaan. Iedereen heeft zijn stokpaardjes.
Het romantische ballet gaat over verheven idealen. De man stelde de vrouw op
een voetstuk. In Giselle verliest de
vrouw zich in de liefde. Als ze hoort dat haar geliefde met een ander gaat sterft
ze aan een gebroken hart.
Dit kijkje achter de schermen van het klassieke ballet laat
zien hoe mooi dat ook kan zijn. Kortom: een inspirerende documentaire.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten