Slaap lekker!
Met als titel Doelwit
aarde geeft Govert Schilling een lezing van een uur voor het aanwezige
publiek in de Athenaeum Boekhandel in Haarlem. Dat is net zo´n beetje de tijd
dat vroeger op school de spanningsboog reikte. Govert is een geboren onderwijzer,
die zijn klas ademloos aan zijn lippen krijgt. Het onderwerp is er ook naar. Het
is geen vrolijke boodschap, waarschuwt Govert, die hij, ondersteund door dia´s,
overbrengt. We zijn overgeleverd aan de het universum dat ons bestookt met
komische gevaarten.
Aanleiding voor de lezing is de inslag in Tjeljabinsk op 15
februari van dit jaar, de grootste sinds die in 1908 in Siberië. Bij het
krieken van de dag zag men een tweede zon. Er zijn veel opnames van het
verschijnsel omdat Russen een dashboardcamera hebben. Na een rookspoor volgde
een daverende klap en een schokgolf die de ruiten in de stad vernielde met als
gevolg 1100 mensen met snijwonden in de ziekenhuizen. In een nabijgelegen
bevroren meer vond men een cirkelvormig gat waar zeer waarschijnlijk een
overblijfsel van de gefragmenteerde stenen meteoriet - want dat was de boosdoener
- in terecht gekomen is. Als het projectiel van ijzer was geweest was, waren de
gevolgen veel erger geweest.
Govert schreef Knal
na het deeltje Higgs over
deeltjesfysica. Hij had dat eerdere deeltje gepland op het moment dat er iets
bekend zou worden over het bestaan van het Higgsdeeltje in november 2012, maar
de ontdekking werd al in juli gedaan. Hij schreef daarop in sneltreinvaart Higgs en met drie weken lag het in de
winkel. Omdat het idee aansloeg, ligt nu Knal
in de winkel.
Het onderwerp blijft actueel omdat we voortdurend doelwit van
de ruimte zijn. Govert spreekt dan ook van een wake-up call. De planetoïden die
ons omringen zijn in kaart gebracht. Vaker valt er iets kleins, maar je moet
het niet op je hoofd krijgen. Govert onderscheidt meteoren, ten onrechte vallende sterren genoemd, die dagelijks op
aarde terechtkomen, meteorieten, die
van steen of van ijzer zijn en kometen,
gruis van ijs en stenen, nog afkomstig uit de tijd van het ontstaan van de
planeten. Daarnaast is er het interplanetaire stof dat dagelijks met een
gewicht van vier ton op aarde valt.
Inslagen worden pas sinds een meteorietenregen in1806 door
astronomen geaccepteerd. Eerder dacht men dat die door vulkanische activiteit
werden veroorzaakt. Een inslag van heel vroeger, gelocaliseerd in Mexico,
kostte het leven aan dinosauriërs en ander dierlijk leven. Deze stelling wordt
pas sinds dertig jaar aangenomen. In aardlagen overal ter wereld komt uit die
periode het element iridium voor. Op de maan zijn de inslagen duidelijk
zichtbaar. Anders dan op aarde waar door geologische activiteit de kraterinslagen
worden weggewerkt, blijven de inslagen op de maan duidelijk zichtbaar.
In Arizona is een station dat de ruimte in de gaten houdt
zodat we niet voor al te grote verrassingen komen te staan. Een telescoop op
Hawaii spoort aardscheerders op. Er zijn onderzoekingen om planetoïden op
afstand te houden: door hen te beschieten, door een straal zonlicht op hen af te
vuren waardoor ze gedeeltelijk verdampen of zelfs door er een raket aan te
hangen en ze bij te sturen, maar dat heeft politieke en sociale effecten en blijft
nog toekomstmuziek. Er zijn zelfs ideeën om een planetoïde te vangen om er
mijnbouw op te beoefenen.
Govert waarschuwt dat we in de praktijk niet veel verder
zijn dan de tijd van de dinosauriërs. Onze technieken zijn nog niet geavanceerd
genoeg om kometen tijdig te ontdekken, laat staan ze tegen te houden. Dat oncontroleerbare
vindt hij tegelijk de charme van het leven. Hij wenst het publiek een goede
nachtrust toe.
Hier
de site Alles over sterrenkunde.nl onder
redactie van Govert Schilling
Geen opmerkingen:
Een reactie posten