Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 18 juni 2013

Het Filosofisch Kwintet, Human, 16 juni 2013



De Nederlandse identiteit en de kazen

Dit derde seizoen van Het Filosofisch Kwintet staat het onderwerp Identiteit centraal. Clairy Polak en Ad Verbrugge praten met drie gestudeerde Nederlanders over het thema geschiedenis en identiteit.  Dat zijn de neerlandici Lotte Jensen en Frits van Oostrom en filosoof Maarten Doorman.

Hoe bepaalt de geschiedenis de manier waarop we naar ons zelf kijken?
Met deze vraag opent Clairy Polak de uitzending. Ze komt meteen met een voorbeeld: de inhuldiging van Willem Alexander die zichzelf niet in de traditie van zijn voorvaderen schaarde maar met zijn eigen naam wil worden aangesproken.
Van Oostrom spreekt van een persoonlijke keuze in een monarchistische traditie waarin troonopvolgers genummerd werden, Jensen ziet het als een stap richting het ceremonieel koningschap, Doorman vindt dat de koning met zijn keuze voor authenticiteit afstand neemt van de dynastie. Volgens samenvatter Verbrugge spiegelt hij onze tijd waarin men elkaar met de voornaam aanspreekt.(Vorige keer ging het al over persoonlijke identiteit.)

Polak vraagt de gasten naar een historisch moment, dat bepalend is voor onze nationale identiteit.
Jensen noemt de periode 1806-1813 toen het koninkrijk op poten gezet werd. In de negentiende eeuw werd de mythe van de Gouden Eeuw gecreëerd.
Van Oostrom ziet de geschiedenis eerder als een broeiende en soms giftige composthoop waarin de Moderne Devotie een vernieuwingsbeweging was met een sterk Hollands karakter, zoals weinig vertoon, nederigheid, vrijheidszin en weerzin tegen centraal gezag.
Doorman zou 1852 noemen, het jaar dat het standbeeld van Rembrandt in Amsterdam onthuld werd, een gebeurtenis die iets zegt over waar Nederland voor staat.
Verbrugge kiest vanuit chauvinistisch oogpunt voor de Watergeuzen.

In hoeverre is onze nationale identiteit een constructie? vraagt Polak.
Volgens Doorman is een constructie nog niet onzinnig. Een Duitser drinkt bier en bevestigt daarmee zijn eigen identiteit, wij hebben onze kaasblokjes.
Van Oostrom waarschuwt dat hetgeen oplicht in de geschiedenis te maken heeft met de eigen oriëntatie en dat daarom waakzaamheid geboden is. Hij haalt Huizinga aan over de zeventiende eeuw. Zij visie werd bepaald door de tijd waarin hij daarover schreef, namelijk in de jaren 1935 tot 1940. Zelf houdt hij niet van nationale identiteit. Nederlanders hebben wel gezamenlijke kenmerken gebaseerd op de ligging van ons land aan riviermondingen waar handelsplaatsen ontstonden.  

Het verhouden de feiten en de jaartallen zich tot de beelden?
Verbrugge zegt dat historische feiten altijd een waardering bevatten.
Jensen denkt dat het onderscheid in tussen historische werkelijkheid en fictie in de tijd afneemt. Ze lopen langzaam in elkaar over.
Van Oostrom haalt Huizinga weer aan die stelde dat de zeventiende eeuw helemaal niet zo heroïsch was, maar dat het collectieve de essentie vormde.
Doorman denkt dat we door onze gewoontes een identiteit aannemen, de Duitsers door bier te drinken, wij met onze kaasblokjes.

Polak wil weten wanneer de geschiedenis bewust gebruikt is om een identiteit te creëren.
Volgens Van Oostrom schreef Vergilius het Romeinse rijk al in de hoogte. De geschiedenis is manipuleerbaar.
Jensen stelt dat Willem I schrijvers als Tollens inhuurde om de nationale staat te propaganderen.
Doorman zegt dat de nationale staat, naast alle negatieve aspecten, het democratiseringsproces heeft bevorderd.  

Waarom richten we ons vaak op de Gouden Eeuw als het gaat om onze identiteit?
Door de 80 jarige oorlog, zegt Jensen. Het is een opstandsverhaal net zoals de Belgen kennen over de Guldensporenslag. Verbrugge voegt eraan toe dat in een oorlog men vaak moet bekennen waar men staat.

In hoeverre is onze geschiedenis belangrijk voor het vooruitgangsproces?
Doorman zegt dat de geschiedenis, gezien als voortschrijdend proces, in de twintigste eeuw wel in duigen gevallen is.
Van Oostrom wil de zwarte bladzijden koesteren. De ontwikkeling gaat met vallen en opstaan. De mens is een evolutionair wezen. Het werken aan onze nationale identiteit is een doorlopend morrelen, zegt hij, terwijl de twee andere gasten het meer zien als een voortbouwen op.

Zelf denk ik eerder aan het langzaam laten afsterven van een nationale identiteit die, zoals Doorman zo grappig verwoordde, zichtbaar wordt in de gewoonte van de Nederlander om zich, als het om eten gaat, eerder te laten leiden door de prijs dan door de smaak. Wellicht kunnen we ons beter richten op regionale identiteit. Die is niet expansief gericht, hoorde ik laatst. Dan kunnen we meteen de regionale kazen proberen.

Hier de site met de programmering voor de komende weken. Men kan meepraten met op de site van Het Filosofisch Kwintet op Facebook.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten