Gerenommeerd dichter pleit voor scheiding staat en kerk
in Arabische wereld
De naam Adonis is afkomstig van een rivier uit Libanon, waarvan
het rode water leek op bloed, zegt Ali Ahmed Said Esber, zoals de dichter in
werkelijkheid heet.
Hij werd geboren in 1930 op het platteland in het noorden van
Syrië in een traditioneel islamitisch milieu. Zijn vader bracht hem cultuur
bij. De boerensfeer komt hem nu sprookjesachtig voor. Pas met dertien jaar ging
hij naar school. Hij schreef vlak daarvoor een gedicht ter gelegenheid van het
bezoek van de president, las dat voor en en kreeg daarop toestemming om naar
school te gaan. Hij werd al gauw aangetrokken door het soefisme dat geen regels
kent, maar de wereld als eenheid ziet en de ander als deel van jezelf. Alle
dichters in de islam zijn niet religieus, zegt Adonis.
Na de onafhankelijkheid in 1946 sloot hij zich aan bij een
nationale partij die de scheiding tussen kerk en staat voorstond en werd twee
keer gearresteerd en opgesloten. Daarna nam hij de wijk naar Beiroet, waar hij
zich aansloot bij een groep vrijdenkers waarvan een aantal hem kunst wilde
inzetten voor politieke verandering. Adonis vindt het voldoende als een gedicht
op zichzelf kwaliteit heeft.
Hij gelooft in het toeval. Vlak na zijn vlucht werd het
oorlog in Syrië. Beeldhouwster Mona Sandi leerde hem kennen op het gymnasium in
Beiroet. Ze laat een gedicht horen dat Adonis schreef over de burgerloorlog dat
net zo goed de huidige toestand in Syrië weergeeft.
Sinds lang strijdt hij tegen de Assad clan. Er is iets
nieuws nodig. Zonder essentiële mensenrechten zoals vrijheid van meningsuiting
en godsdienst kan de maatschappij zich niet vernieuwen. Helaas hoort hij de opstandelingen
daar niet over. Hun acties vindt hij daarom zinloos. Hij is negatief over de
Arabische wereld, waarin men zich tegenover elkaar als wolven gedraagt en
elkaar vermoordt. Er is geen enkele culturele vernieuwing. Men consumeert wat
door anderen geproduceerd is. Hij denkt dat de Arabische wereld op deze manier
uitsterft.
In 1985 verliet het gezin Beiroet vanwege de burgeroorlog. Ze
vluchtten uit hun huis dat beschoten werd en zouden de nacht doorbrengen bij
een vriend. De slaapkamer waar ze zouden slapen werd getroffen door een bom. In
Parijs lag de wereld open voor Adonis.
Samen met zijn dochters bekijkt Adonis familiefoto’s van
vroeger en belt met zijn moeder die hij al twee jaar niet gezien heeft. Ze is 107
jaar oud en wil graag dat hij naar haar toe komt. Als God het wil, antwoordt Adonis
haar. Tegenwoordig maakt hij collages omdat die hem een vrijer gevoel geven.
De dood is niet het probleem, zegt hij, maar het leven. Hij
blijft verder gaan tot zijn lichaam hem in de steek laat. Hou niet op met
dansen, zegt hij, al is het voor de dood.
Het kind dat ik was
kwam naar me toe
vreemd gezicht
hij zei niets
(…)
vreemd gezicht
hij zei niets
(…)
Kind dat ik was, kom.
Met dit gedicht, gezongen door zijn vriend Abed Azrié die tegelijk een kamerorkest dirigeert, begint en eindigt de documentaire, die veel gedichten bevat, zwart wit beelden van de natuur en het leven in Syrië, vroeger en nu.
Adonis was dit jaar de hoofdgast op Poetry International. Hier
een site met een fragment van zijn bijdrage. Al is die in het Syrisch en niet
ondertiteld, het geeft wel een indruk van de zeggingskracht van deze
beminnelijke man.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten