Gloedvol beschreven zoektocht naar een andere werkelijkheid
Met veel interesse beluisterde ik vorige maand een gesprek
dat Pieter van der Wielen met Koen Peeters over De mensengenezer voerde. Het verhaal over de boerenzoon Remi
Devisch die niet voor het boerenbestaan koos, maar jezuïet werd en vervolgens
naar de voormalige Belgische kolonie Congo in Afrika afreisde, krijgt een
pendant in een parallel verhaal over de tocht van Peeters naar datzelfde Congo
maakte, dat in 1960 onafhankelijk was geworden, zoals we al wisten uit Congo. Een geschiedenis (2010) van David
van Reybrouck. Dat parallelle verhaal is een soort reflectie. Wat in het
gesprek tussen Van der Wielen niet gezegd kon worden, is de voorbeeldige manier
waarop Peeters beide verhalen in korte hoofdstukken opschrijft. Hij geeft op
beeldende en overtuigende wijze weer hoe Devisch, die later psychoanalyticus
werd, een soort noodzakelijke reis maakt en daar gesterkt uit komt, hetgeen van
Peeters zelf niet echt gezegd kan worden, getuige de conclusie aan het eind dat
we allemaal onze eigen strijd te voeren hebben, waarbij we de duistere kanten
van onszelf onder ogen dienen te zien.
De roman is opgedeeld in vijf delen en begint heel sfeervol
in de Belgische Westhoek, een streek die zwaar te lijden heeft gehad onder de Eerste
Wereldoorlog. Remi groeit op in een boerengezin maar voelt zich daar, ondanks
de sterke band met zijn ongetrouwde oom Marcel, die als knecht voor de vader
van Remi werkt, niet helemaal thuis. Hij hoort regelmatig een stem die hem
oproept om mensen te gaan genezen. Peeters die naar aanleiding van de studie
die hij bij professor Devisch doet een scriptie wil schrijven over krokodillen
in Congo, bezoekt deze streek, die tegen de Franse grens aanligt, om een idee
te krijgen van de sfeer waarin Devisch opgroeide. Meteen al gaat het over een
daimon die, anders dan een duivel, een soort geest is die in het landschap en
dus ook in de Westhoek leeft. ‘Het is
alsof die geest de hele tijd opstijgt en neerdaalt in het vlakke landschap. Op
ijle wijze.’
In de roman raken we deze geest, die zich manifesteert
zonder dat we het weten, niet meer kwijt. Naarmate het verhaal richting de
Congo gaat, laat de daimon steeds vaker van zich horen. Tijdens de opleiding
die Devisch in een jezuïetenklooster in Kinshasa volgt, bestudeert hij Plato
die in Symposion over daimonen opmerkt dat het doorgaans onzichtbare halfgoden
waren die inspireren en beschermen. ‘Zij
bemiddelen tussen de echte goden en de mensen. Ze vertalen de goddelijke
instructies en, omgekeerd, brengen de smeekbeden van de stervelingen naar boven.’
Eenmaal in het dorp van de Yaka in de binnenlanden van Congo
waar Devisch zo’n beetje als aan een lijntje naar toe getrokken wordt, leert
Devisch de cultuur van binnenuit kennen, al kost het hem wel bijna zijn
gezondheid. Hij brengt zelfs de woorden van een zwarte soldaat terug, waarover nonkel
Marcel hem eerder vertelde en die op het slagveld in de Westhoek sneuvelde. Waarna
Devisch als een van de Yaka wordt beschouwd. Omdat zij missie daarmee volbracht
is, treedt hij uit de jezuïetenorde en gaat hij samenwonen met een knappe
Belgische, die hem eerder in het dorp opzocht, maar daar horen we verder niets
meer over. Uiteindelijk was de studie van Peeters naar de krokodillen maar een
voorwendsel om een onderzoek te doen naar de ervaringen die Remi in het zuiden
van Congo opdeed.
In een van zijn eerste reflecties verwijst Peeters naar de
Engels-Nigeriaanse schrijver Ben Okri die in 1991 de Booker prijs won met The famished road vertaald als De hongerende weg. In zijn nieuwe boek A time for new dreams schrijft hij dat
het kind het geheim van de mensheid is. Peeters citeert hieruit een zinssnede
waarin hij mensen als loten uit een loterij voorstelt. Het kind is daarom ‘the luck of the draw, an unsuspected gamble,
an obscure mathematics of destimy or karma; an unspecified punishment or an
unnamed blessing – for deserving the parents you have, the family you’re stuck
with, or the life you were born into’.
Hier
mijn verslag van het gesprek dat Pieter van der Wielen met Koes Peeters over De mensengenezer had,
hier mijn bespreking van Congo. Een
geschiedenis, hier mijn verslag van een lezing van Okri over A time for new dreams.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten