Naïeve Rotterdammer werkt zich in de nesten
Verlangend naar een ander bestaan, lukt het maar niet het
oude leven achter zich te laten. Vanuit dit universele thema schetst Paula van
der Oest het leven van de sympathieke maar wat naïeve Theo van Nierhof, in de
wandeling Teetje genoemd.
In het begin van de film houdt hij een tirade voor zijn rode
sportwagen, waarin hij zijn levensfilosofie voor ons ontvouwt. Zo snel mogelijk
binnen lopen en dan genieten van het geld en het leven. Als voorschot laat hij
alvast een nestje bouwen voor hem en zijn liefje Mary die hij al vanaf de
lagere schoolbanken kent . Hun nieuwe huis moet een verrassing voor haar zijn. Hij
wil dolgraag met haar trouwen, maar de godvruchtige verpleegster Mary is zelfs nog
niet zover om hem toe te laten tot haar bed. Ze weet niet of Teetje zijn wat
criminele verleden opzij kan zetten.
Na het kraken van een brandkast met twee maten gaat Teetje
naar zijn contactpersoon Ricardo die hem overhaalt om een Russisch schip te
kopen met een grote lading die naar Ghana moet. Teetje is nog wel zo snugger om
de papieren te vragen, maar daarna ziet hij het grote geld al voor zich.
Hij tekent daarmee zijn eigen ondergang, zoals de teneur van
de film al aangeeft, maar het is prachtig die ondergang als kijker mee te
maken. Elke keer krijgt hij weer een tegenslag te verwerken. De eerste keer dat
hij op het schip komt ziet hij tot zijn verbazing een dertig koppige bemanning die
al drie jaar op het roestende schip zit dat door de douane aan de ketting is gelegd.
De kapitein ligt in de ziekenboeg, maar Nicolai die een paar woorden Nederlands
spreekt en verhalen aan de bemanning vertelt, geeft Teetje een rondleiding en
vertelt over de berooide toestand waarin ze zich bevinden. Teetje kan weinig
anders dan beloven dat hij werk zal maken van alle misstanden.
Het belangrijkst voor hem is dat ze kunnen uitvaren, maar de
inspectie laat hem niet zomaar gaan. Inmiddels willen zijn maten van de kraak
ook wel eens hun geld, maar dat heeft Teetje in de aankoop van het schip
gestoken. Met zijn mobiele telefoon loopt hij als een druk baasje het ene gat
voor het andere te vullen. Het komt allemaal goed, is zijn credo. Ook tegen
Mary die af en toe behoorlijk tureluurs van hem wordt. Een gestolen Rolex wijst
ze meteen af.
Teetje wil eerst niet dat de oudere en sociaal voelende Arend,
die altijd in de haven heeft gewerkt, kranten en sigaretten naar de bemanning
brengt, maar later heeft hij hem toch nodig. Hij wil wel eens weten of er echt
wel een kapitaal aan electronica in het ruim van het schip zit. Arend kan de
verzegeling die door de douane is aangebracht ongemerkt verwijderen. Teetje is
eindelijk weer eens blij als hij ziet dat de lading inderdaad aan boord is. Het
is het kapitaal waarmee hij van zijn zorgen verlost kan worden.
Hij vraagt Mary om in de ziekenboeg te komen werken, waar
steeds meer leden van de ondervoede bemanning in terecht komen. Hoewel Mary
daar weinig zin in heeft, kan ze Teetje toch ook niet alleen laten (zie foto). Om de goede
afloop te vieren, geeft Teetje alvast een feestje op het schip. Hij laat Mary
ook daarbij een toepasselijk lied van Rene Froger zingen. Een eigen huis, een plek onder de zon en altijd iemand in de buurt die
van me houden kon. Helaas kan de jonge matroos Boris zijn handen niet van
Mary afhouden. Zij is overstuur en wil meteen weg, maar als de jongen later van
boord springt en een eind aan zijn leven maakt, besluit ze toch te blijven,
waarna de verrassende afloop wordt ingezet.
Mooie rollen voor de hoofdrolspelers Cees Geel en Thecla
Reuten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten