Gasten slaan de
plank mis met hun geloof in de markteconomie
De vraag die in
deze aflevering van de serie van Het Filosofisch Kwintet gesteld wordt gaat
erover of de markt de democratie ondermijnt. Deze vraag is urgent en een
gesprek hierover is daarom van groot belang. De gasten zijn vandaag historicus
Philipp Blom, die ook de komende twee afleveringen van de partij zal zijn, econome
Fieke van der Lecq, historisch econoom Bas van Bavel (zie foto) en Kim Putters, directeur
van het Sociaal Cultureel Planbureau. Het is meteen al de vraag of dit
gezelschap een antwoord kan geven op het gestelde probleem. Helaas moet die
ontkennend beantwoord worden. Zeker als men de markt nogal neutraal beschouwd
als een plaats waar goederen verhandeld worden op grond van vraag en aanbod.
Dat is een misconceptie van de manier waarop de markt tegenwoordig werkt.
Enorme machten zijn voortdurend bezig om de belangen van de industrie zo goed
mogelijk voor het voetlicht te brengen, zodat er voor de burger geen roem te
behalen is. De keuze die Blom de anderen voorhoudt, namelijk of wij er zijn
voor de economie of omgekeerd is allang beslist in het voordeel van het
economisch denken. De mens is weinig anders dan kanonnenvlees. Wat node wordt
gemist in de inbreng van een filosoof die verder kijkt dan het actuele plaatje.
Wat dat betreft hoor ik de opmerkingen van Ad Verbrugge over de oikos, waarin ecologie en economie
samenkomen, nog duidelijk in mijn oren, al toont voorzitter Clairy Polak zich
een goede secondant door de uitspraak van Van der Lecq dat er in Griekenland
toch steeds maar geld uit de muur kwam te pareren met het feit dat dit niet
meer was dan zestig euro per dag.
Deze opmerking
had nog te maken met het voorbeeld waar Polak in Het muziekgebouw aan het IJ - met een fraai uitzicht op het water -
mee begon, namelijk de wankele positie van Griekenland in de EU enkele jaren
geleden, toen technocraten de volkswil aan hun laars lapten. Geen van de gasten
schetst een breder beeld van democratie dan de parlementaire, terwijl er op dat
moment initiatieven waren om het leven zelf op een andere manier te
organiseren, zoals bijvoorbeeld te zien was in de Tegenlicht uitzending Het antwoord op de crisis komt uit Griekenland
(2013) over het leven in Thessaloniki onder regie van Jos de Putter. Putters
brengt nog wel in dat de financiële instellingen een gevaarlijk spel spelen. Mensen
voelen zich alleen staan als ze niet gehoord worden en van alles over hun hoofd
wordt beslist, zoals in de documentaire van Ingeborg Jansen Een Griekse winter (2016) te zien was,
die trouwens ook in Thessaloniki werd opgenomen. Dit soort gedachten komt in
het gesprek nog een keer terug als het gaat over het versterken van het
maatschappelijk middenveld dat in de jaren negentig werd afgebroken door de
privatisering van de openbare diensten. Feit is dat de technocratisering van de
wereld de mensen een rad voor ogen heeft gedraaid en dat het nodig is dat de
politiek weer de regie neemt. De vraag van Polak of dit überhaupt nog mogelijk
is, is een hypothetische. Het is pompen of verzuipen, de macht terugveroveren
of ons laten knechten tot slippendragers van de economische grootmachten.
Van Bavel
bepleit dat het idee van de coöperatie nieuw leven wordt ingeblazen, waarbij
het natuurlijk een ondergeschikt probleem is wie daar wel en niet bij zou
horen. In dit verband miste ik een verwijzing naar het Rijnlandse economisch
model, in oktober 2012 op heldere wijze gepropagandeerd door organisatie
activist Jaap Peters in de programmaserie Mag
het ergens over gaan? van Ziggy Klazes. Uiteindelijk gaat het, zoals
Putters voorstelde, om zeggenschap over basale voorzieningen zoals wonen en
gezondheid. De natiestaat schiet in deze periode van verdere globalisering tekort
om de problemen waar we mee te maken op te lossen. De oplossing moet op een lokaal
niveau gezocht worden. De overheid dient daar ook de middelen voor aan te
reiken. Anderzijds moet er ook een paraplu waaronder al die lokale activiteiten
en initiatieven gecoördineerd worden. Het is vreemd dat Putters daar zoveel
afstand van neemt. De wijze waarop de EU door de problemen kronkelt hoeft geen
voorbeeld te zijn voor een wereldregering die heeft afgerekend met een
economisch model dat slechts enkelen bevoorrecht en anderen aan zich bindt door
een worst voor te houden of juist dreigt met het onthouden ervan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten