Het lege bestaan van een zwemster te midden van collega’s in
beeld gebracht
Documentaire maakster Suzanne Raes beweegt zich op velerlei
gebied, waaronder in 2016 nog een portret van de muzikanten Vrienten, Kooymans
en De Groot. Ze duikt dit jaar in het wel en wee van vijf deelnemers van de
Nederlandse zwemploeg die vorig jaar naar de Olympische Spelen in Rio de
Janeiro werden gezonden. Het is de vraag of ze niet beter een van hen had
kunnen portretteren, want door de focus op het vijftal raakte de aandacht
versnipperd. Femke van Heemskerk (Roelofarendsveen, 1987) was de meest
uitverkoren persoon geweest, niet in de laatste plaats omdat haar deelname in
Brazilië op de 100 en 200 meter vrije slag faliekant mislukte. Hoewel het
jammer voor haar was dat ze geen gouden plak haalde, leverde de dramatische
afloop wel een sterk portret op. Ik zal me in mijn verslag daarom vooral op
haar richten.
Negen maanden voordat de Olympische Spelen beginnen lopen de
meiden en jongens al te kleumen in het openlucht zwembad in Narbonne. Trainer
Philippe Lucas geeft nietsontziend zijn instructies. Na de opdracht rent Van
Heemskerk de kleedkamer in en warmt zich aan de verwarming. Al gauw is haar
maatje Sharon van Rouwendaal (Baarn, 1993) bij haar, die zich voorbereidt op de
10 kilometer Open Water. De meiden kunnen hun ellende tenminste aan elkaar
kwijt. Lucas, die houdt van hard, lang en veel, vertelt dat Van Heemskerk
achtentwintig jaar oud was toen ze bij hem kwam en dat hij dol op haar is.
Daarvoor was ze er niet klaar voor, zegt ze., maar Lucas maakte dat ze weer een
uitdaging in het zwemmen zag. Tijdens de WK van 2015 in Kazan zat ze nog stuk,
maar inmiddels is haar verwachting gegroeid. De vaste structuur doet haar in
ieder geval goed. Ze houdt tijdens trainingsstages regelmatig contact met haar
ouders, terwijl Van Rouwendaal haar konijn koestert. De meiden hebben altijd
wel pijntjes en worden gekraakt zodat zij nog soepeler zijn en sneller kunnen.
Van Heemskerk had eerder een relatie met Ferry Weertman (Naarden, 1992) die
zich voorbereidt op de 10 kilometer Open Water. Nadat hij haar inwisselde voor
Ranomi Kromowidjojo (Sauwerd, 1990), het boegbeeld van de ploeg, omdat ze
tijdens de Olympische Spelen in Londen goud haalde, besloot Van Heemskerk zich
van een liefdesleven te onthouden en zich alleen nog te richten op Rio. Drie
maanden daarvoor presteert ze niet geweldig hetgeen meteen door de media
opgepikt wordt. Het voelt bruut zegt ze om meteen na een race commentaar te
moeten geven op het gebrek aan succes, maar anderzijds mag ze ook haar vreugde
tonen als het wel goed is gegaan. Ze gaat nog harder trainen, conditioneel en
met gewichten, maar tijdens een stage op Tenerife, een maand voor de Spelen
merkt ze al dat ze het momentum kwijt is. De wedstrijden in Rio lopen uit op
een fiasco, waardoor de kijker nog meer sympathie voor haar heeft. Ook de
prestaties van Sebastiaan Verschuren (Amsterdam, 1988) die voor de 100 en 200
meter vrije slag ging, vrijheid in het water ervaart, zijn tien jaar oudere
coach Martin Truijens als een goede vriend beschouwt en zich in de woonkamer op
gitaar ontspande terwijl zijn vriendin Naima toeluistert, zijn niet over naar
huis te schrijven. Acht maanden voor de Spelen zat hij nog boven zijn limiet en
tijdens de Spelen zelf waren zijn prestaties zo slecht dat hij stopte met
zwemmen. Zelfs Kromowidjojo, die toch het klappen van de zweep kende en
vertelde dat het erom ging een perfecte race te zwemmen, kon niet boven
zichzelf uitstijgen, hetgeen ze vooral jammer vond voor haar familie die op de
tribune zat. Haar coach Patrick Pearson zei al dat het niet gemakkelijk is de
favorietenrol waar te maken.
Van Heemskerk kon in ieder geval juichen voor de gouden plak
van Van Rouwendaal, ook al maakte dat meer bewust van haar eigen verdriet. Als
ze tijdens een evaluatie beelden ziet van de successen in Peking lopen de
tranen haar over de wangen. Na afloop vertelt ze haar familie dat ze die niet
had willen laten zien. Bondscoach Marcel Wouda is tenslotte verheugd over de
gouden plak van Weertman. Van Heemskerk heeft anders dan Verschuren nog wel de
motivatie om door te gaan. Ik wens haar succes, maar heb, met de beelden van
schaatsster Tonny de Jong (Scharsterbrug, 1974) heel alleen op bed nog op mijn
netvlies, vooral te doen met het nogal eenzijdige bestaan van een topsporter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten