Bevlogen presentator tussen science en fiction
De Haarlemse grafisch ontwerper Lex Reitsma (1958) maakte
een fraai portret van Pierre Janssen (1926-2007), de man die vooral bekend werd
van het programma Kunstgrepen. Tussen 1959 en 1972 maakte hij zo’n honderd
afleveringen hiervan voor de televisie, waarin hij met zijn slungelige lijf en
altijd trillende handen het Nederlandse volk stichtte op het gebied van de
kunst. Zelf zegt hij in de documentaire dat het hem niet ging om de kunst maar
om de kijkers te interesseren voor het bijzondere in de wereld waar men zo
gemakkelijk aan voorbij gaat. Het leren kijken naar het andere was zijn doel.
Reitsma opent met een fraai fragment uit Kunstgrepen waarin
Janssen zich beklaagt over een wetenschapper die verklaarde dat men niet de zee
hoort ruisen in een schelp die men tegen het oor houdt, maar dat dit het eigen
bloed is. Hiermee wordt aangegeven dat Janssen zich keerde tegen het
demystificeren van de wereld. Hij was een mens die wijst op de schoonheid van
een roos en er niet tegen kan dat een ander die schoonheid probeert te
determineren door de blaadjes aan een onderzoek te onderwerpen. Liever hield
hij de illusie in stand. Hij geeft dit aan door in de studio te laten zien dat
de ruimte die hem omringt helemaal niet zo groot is. Bij een andere belichting
is te zien dat hij dicht tegen de muur aan zit.
Janssen begon zijn carrière als journalist van Het Vrije
Volk, ooit de grootste krant van Nederland, met als thuisbasis Arnhem. In die
krant wilde hij een brug slaan tussen kunst en de gewone mensen. Een collega
vertelt hoe trots Janssen was over het feit dat hij vader van een tweeling
geworden was. Later ging hij werken in de vestiging in Rotterdam. Hij woonde in
die tijd in Schiedam, dat veel minder last van de oorlog had gehad. Een jongere
collega vertelt dat hij heel goed het wekelijks praatje van de hoofdredacteur
voor de Vara radio kon imiteren.
Omdat men in hem een goede conservator zag werd hij
aangesteld in het museum in Schiedam. Tegen Mies vertelt hij dat hij het museum
als het verlengstuk van de straat zag, waar men gratis naar binnen kon lopen,
al was het voor een kop koffie. Hij gaf daar persoonlijke getinte en
indringende lezingen en leidde een kunstklas waar men vrij kon werken. Volgens
Ineke, een van de deelnemers, lachte hij veel en was zijn begeleiding
stimulerend. Op weg naar zijn drukke gezin dronk Janssen eerst nog borreltje
bij de buren, waarbij hij dan praatte over kunst.
Regisseur Leen Timp hoorde dat Janssen op de radio een
boeiend programma had en kreeg daardoor het idee van Kunstgrepen. Het programma
werd live uitgezonden en Janssen sprak voor de vuist weg. Thuis overhoorde hij
zijn kinderen of ze goed hadden opgelet. Zijn dochter werd kunstenaar en
heeft veel van haar vader geleerd. Hij
kreeg ook kritiek van de kunstwereld die zijn opvattingen te populair vond. Janssen
kon slecht omgaan met deze kritiek, net als die van zijn medewerkers.
Janssen stelde als directeur van het Gemeentemuseum in
Arnhem de zalen toegankelijk voor gehandicapten. Er kwamen veel bezoekers, ook
omdat Janssen inmiddels een bekende Nederlander was geworden die zich vaak in
het museum vertoonde. Hij was ook zeer geïnteresseerd in techniek en stelde
speelgoedrobotten ten toon, die misschien in mechanische zin op hem zelf leken.
Zijn dochter zegt dat iedereen in het gezin als een robot functioneerde en dat
haar vader geïnteresseerd was in science en fiction. Hij kwam later nog wel
eens in het museum en gaf dan zijn opvolger wijze raad en zei daarbij dat hij
eraan twijfelde of hij wel serieus gevonden werd.
Janssen interesseerde zich ook voor het oude Egypte. Hij
schreef daarover in Avenue en organiseerde rondleidingen. Alfred Heineken wilde
dat Janssen kunstprogramma’s in het Engels maakte. Daarin vertelde hij over de
ontwikkeling van Mondriaan en over zijn grote liefde voor het werk van Paul Cézanne,
wellicht omdat die ook een eenling was. Medewerker Han Peekel vertelt over de
luchtpostbrieven van Cézanne die Janssen ontroerd in zijn trillende handen
vasthield. Het liefst had hij de wereld op een velletje willen tekenen.
Hier
een fragment uit Kunstgrepen, waarin Janssen over de vondst van het graf van
Toetanchamon spreekt. De foto is van Mieke Kreunen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten