Complexe maar indrukwekkende gangsterfilm
Miller’s Crossing is een oudere film van de gebroeders Coen
en meer nog dan bijvoorbeeld Fargo
(1996) en anders dan Inside Inside Llewyn
Davis (2013), een gangsterfilm bij uitstek, waarbij het gaat om de macht.
In een ingenieus bedacht verhaal draaien verschillende ongure types om elkaar
heen. Tom Reagan, de handlanger van maffiabaas Leo O’ Bannion, krijgt het zwaar
te verduren door alle intriges waar hij zelf ook weer een stempel op drukt. Aan
het eind staat hij wat verloren bij een boom in het bos in de buurt van
Miller’s Crossing waar gewoonlijk de afrekeningen plaatsvinden.
De film speelt zich af in een niet met name genoemde stad
aan de Amerikaanse oostkust ten tijde van de drooglegging. Leo O’Bannion, zoals
de naam al aangeeft van Ierse afkomst, denkt dat hij de zaken in het stadje
onder controle heeft, maar kritiek van de Italiaanse gangster Johnny Caspar op de
malversaties van een joodse bookmaker, die Bernie Bernbaum heet, brengt daarin
verandering. In de eerste scène vindt een gesprek plaats waarin Caspar,
begeleid door zijn medogenloze trawant Eddie Dane, uitvaart tegen O’Bannion,
die echter niet van plan is om Bernbaum uit de weg te ruimen. De bookmaker is namelijk
de broer van een liefje waar hij zijn zinnen op gezet heeft. Reagan denkt er
anders over dan zijn baas. Door de jood te vermoorden, kan hen heel wat
overlast bespaard blijven.
Spin in het web is Verna, het liefje, niet alleen van
O’Bannion maar ook in het geheim van Reagan. Als zus van Bernbaum is zij direct
betrokken bij de zaak. Reagan zit vaak peinzend in haar bed, zich afvragend hoe
hij de schulden die hij met gokken heeft opgelopen, moet terugbetalen. Verna is
duidelijk over zijn strategie. Hij dient haar beschermheer niet voor de voeten
te lopen. Ze dient Reagan zelfs een muilpeer toe, die symbolisch is voor hun
haat liefde verhouding. Het gepeins van Reagan neemt alleen maar toe als hij
hoort dat een zekere Rug vermoord is. Reagan probeert erachter te komen wie dat
gedaan heeft en komt steeds meer in de netten van gangster Caspar terecht. Die
vraagt hem op een gegeven moment of hij niet met hem wil samenwerken. Dat is
nadat O’Bannion er achter is gekomen dat Reagan ook een verhouding met Verna
heeft en daarna alle contacten met hem verbreekt.
Verbijsterend is een scène waarin O’Bannion onraad ruikt,
ook letterlijk omdat men de etage onder hem in de fik heeft gestoken en na een
poging om hem te vermoorden wraak neemt door, met de folksong Danny Boy op de achtergrond, met een
mitrailleur alles en iedereen in zijn buurt weg te maaien. Heel wat subtieler
gaat het eraan toe als Reagan de opdracht krijgt om Bernbaum bij Miller’s
Crossing dood te schieten (zie poster). Bernbaum smeekt net zo lang om hem in leven te
laten, dat Reagan toegeeft, maar Bernbaum dient zich dan wel uit de voeten te
maken en zich nooit meer in de stad te laten zien. Tegen Verna laat Reagan los
dat haar broer niet dood is, hetgeen weer opgepikt wordt door de schrandere
Dane, maar ook Bernbaum zelf komt bij hem langs omdat hij weet dat hij Reagan
kan chanteren.
Het volgen van alle intriges is een hele kluif maar het
vertoonde spel van John Turturro als Baumbach, Gabriel Byrne als Reagan, Jon
Polito als Caspar en Albert Finney als Leo is van zoveel kwaliteit dat Miller’s Crossing geen seconde verveelt.
Ik zag zelfs Steve Buscemi nog langskomen die een sterrol speelde in The Soprano’s waarmee de film wel enige
gelijkenis vertoont.