Zorgzame zoon stelt zijn leven in dienst van zijn kapotte
ouders
In de serie markante persoonlijkheden mag het portret van
Chaim Lubelski, een joodse zoon die vroeger uit de band sprong, maar zich later
beijverde om zijn door kampervaringen kapotte ouders te verzorgen, niet
ontbreken. De Duitse documentairemaker Elkan Spiller (1963), een neef van de
hoofdpersoon, volgt hem op de voet in Antwerpen en in Jerusalem en geeft,
afgewisseld met oude foto’s en video-opnames, een aardig inzicht in de
opvattingen en levenswijze van deze bijzondere man. Het motto dat we de oorlog
pas voorbij is als we terugkeren naar ons hart, zegt genoeg.
Spiller begint in regenachtig Nederland. Hij zit in de auto
bij Chaim, die op zoek is naar een coffeeshop omdat hij verslaafd is aan wiet.
Hij heeft dat nodig om de zorgen van zich af te houden en het oppervlakkige
moderne leven te kunnen verdragen. Regelmatig zien we hem in de documentaire
uit het raam hangen en zware rookwolken uitblazen. Dat hij dit naar buiten
doet, zegt al veel over de zorgzaamheid voor zijn moeder, die na de dood van
haar zieke man alleen in Antwerpen is achtergebleven. Omdat Chaim, die bij zijn
moeder inwoont, niet op tijd thuis is om haar op te halen, regelt hij een taxi
en belt een buurvrouw met de vraag of ze de taxikosten kan voorschieten.
Op het vakantie adres in Koksijde aan de kust in West
Vlaanderen met uitzicht op zee vertelt zijn moeder over haar kampervaringen.
Dankzij een aardige commandante overleefde ze het regime van een vreselijke
bewaakster. Daarna sloeg de wanhoop toe omdat al haar familieleden omgekomen
waren. Naar de Verenigde Staten konden ze niet omdat haar man tuberculose had. Ze
had veel zorgen over Chaim die niet wilde deugen, weg liep van huis en rond
zwierf. Hij was dealer in Duitsland, bracht een half jaar door in Eilat en zat,
nauwelijks herkenbaar vanwege zijn grote zwarte baard, op school in Parijs,
maar ging met zijn vader, die hem kwam ophalen, weer mee naar Duitsland. Nu is
ze zijn kind, zegt ze.
Chaim koopt Bild Zeitung voor haar, omdat andere kranten te confronterend
zijn. Hij heeft haar ook nooit verteld dat zijn zus Lotti op 53 jarige leeftijd
aan een medicijnvergiftiging is overleden. Dat zou zijn moeder niet trekken.
Vanwege haar depressiviteit slikt ze Xanax ofwel Alprazolam. Zelf heeft hij het
ook moeilijk met Lotti’s dood. Hij raadt Spiller aan die weer naast hem in de
auto zit, om een vrouw te zoeken, want met zijn tweeën is het leven beter te
verdragen dan alleen.
Chaim doet in aandelen maar veel geluk heeft hij daar niet
mee. Gelukkig maakt hem dat niet veel uit. Geld speelt geen belangrijke rol in
zijn leven. Hij verdiende in New York genoeg als handelaar in jeans om een
zekere toekomst voor zijn ouders veilig te stellen. Hij vindt Antwerpen geen
prettige stad en heeft in Jerusalem nog een appartement aangehouden voor zijn
religieuze boeken. Hij heeft niet veel op met gewone belijdende gelovigen, maar
des te meer met echte godvrezenden. Daarnaast is Chaim ook een verdienstelijk
schaker. Als hij meer rust in zijn lijf had gehad, had hij zich daarin kunnen
onderscheiden.
Terug in Antwerpen rijdt hij zijn moeder rond in een
rollator en maakt grapjes over een klimtoestel dat ze zou kunnen proberen. Hij
houdt in de gaten dat zijn moeder genoeg eet en zet de hele dag thee voor haar,
al drinkt ze maar een paar kopjes. Desondanks kan hij niet voorkomen dat ze
aftakelt en overlijdt. Beelden van het lege appartement geven dit stijlvol aan.
Chaim ruimt op en verzorgt het graf van zijn ouders. Een in huishoudfolie
gewikkeld lantaarntje houdt een kaarsje brandend. Hij zegt tegen Spiller dat
toeval niet bestaat. Dat alles in het leven een reden heeft, dat het verleden
in ons bloed zit en dat men met zijn overlevingsangsten moet zien om te gaan.
Zelf houdt hij het nog wel vol tot de dood. Hij heeft vrienden in St. Tropez
waar hij vroeger ook vaak kwam. Inmiddels is hij daar meer zichzelf omdat hij
zich meer bewust is van de vergankelijkheid.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten