Verhaal dat aan de wieg staat van de Russische literatuur
De held van onze tijd, oorspronkelijk in 1840 verschenen, is
een raamvertelling over de belevenissen van Petsjorin, een Russische
legerofficier in de negentiende eeuw in de Kaukasus. De wijze waarop Lermontov
hem voor het voetlicht brengt, getuigt van een grote geest. Vooral omdat hij zo
menselijk schrijft. Alvorens we een blik krijgen in het dagboek van Petsjorin,
wordt de officier geïntroduceerd aan de hand van een enkele bijzondere
vertellingen. Daaraan vooraf nog weer gaat een soort voorwoord, dat volgens
Lermontov gewoonlijk door de lezer wordt overgeslagen. Hij betreurt dat, zeker
voor de jongere generatie die slecht opgevoed is en van sarcasme geen kaas
gegeten heeft. ‘Ons publiek lijkt op een boertje
dat een gesprek tussen twee diplomaten van vijandelijke mogendheden opvangt en
ervan overtuigd is dat zij hun eigen regering verraden omwille van hun
persoonlijke, innige vriendschap.’ Lermontov geeft verder aan dat zijn boek
een portret is van de kwalen van zijn hele generatie en dat hij ook niet weet
wat de remedie zou kunnen zijn.
De verhalen van Lermontov blinken uit door intriges. In Bela gaat het om een ontmoeting tussen
de verteller en kapitein Maxim Maximytsj in de Kaukasus. Daar speelt zich het
verhaal af dat Maxim aan Lermontov vertelt over zijn avontuur met de Rus
Petsjorin. Ze bezoeken een bruiloft waar ze de knappe vorstendochter Bela
ontmoeten die begeerd wordt door een groot aantal mannen waaronder Petsjorin.
De laatste geeft zijn paard in aan de broer van Bela ruil voor zijn zus. Veel
plezier heeft hij echter niet aan haar. De verteller merkt tussendoor over de
bergachtige omgeving op: ‘Telkens sloeg
het bloed naar mijn hoofd, maar al mijn aderen tintelden van pure vreugde en ik
voelde me vrolijk omdat ik me zo hoog boven de wereld bevond. Een kinderlijk
gevoel, dat zal ik niet loochenen. Zodra we ons van de maatschappelijke orde
verwijderen en dichter bij de natuur komen, worden we immers weer kinderen, of
we willen of niet. Alles wat we hebben aangeleerd valt van ons af en ons hart
wordt weer net als het ooit geweest is en ooit, wie weet, weer worden zal.’
In het tweede verhaal, dat de titel draagt Maxim, de reisgezel van Lermontov,
krijgen we een portret te lezen van de fysieke gestalte van Petsjorin, waarbij
Lermontov meteen zijn indrukken relativeert. ‘Het is mogelijk dat al deze dingen alleen maar bij me opkwamen omdat ik
een aantal bijzonderheden van zijn leven kende, en op een ander zou zijn uiterlijk
wellicht een heel andere indruk hebben gemaakt. Maar aangezien u alleen van mij
en van niemand anders over hem te horen zult krijgen, moet u met deze
portrettering genoegen nemen.’
Vervolgens vernemen we over de avonturen van Petsjorin
vanuit zijn dagboek, dat Lermontov weer van Maxim ontvangen heeft. ‘Lezing van deze aantekeningen overtuigde me
van de oprechtheid van de auteur, doordat hij zijn eigen zwakheden en gebreken
zo meedogenloos uit de doeken doet.’
Lermontov schat hem hoger dan Rousseau die zijn
bekentenissen voorlas aan zijn vrienden. De titel van het boek zegt genoeg over
de eigen mening van Lermontov over Petsjorin. Of dat een kwestie van boze
ironie is valt te bezien. Centraal in het dagboek staat de verhouding met een
knappe Russische prinses Mary tijdens een reis door de Kaukasus. Op weg
ernaartoe beleeft Petsjorin in Tamanj al een fantastisch avontuur. De overnachting
bij een vreemd gezinnetje met een blinde zoon en een goedlachse achttienjarige
dochter, raakt de lezer niet snel kwijt. Het vervolg dat zich afspeelt in kuuroord
Pjatikgorsk wordt met data aangegeven, om te beginnen met 11 mei, een dag in
het voorjaar waarin de gevoelens het heftigst zijn. Soldaat Groesjnitski, die
Petsjorin al kende van het front, is verliefd op de prinses en Petsjorin pakt haar
van hem af, niet omdat hij van haar houdt, maar om een schuld te vereffenen met
zijn vrouw Vera, die inmiddels met een andere man getrouwd is. Net als in de
eerste verhalen is de intrige behoorlijk complex. Eerzucht en machtsdrift bij
Petsjorin spelen een belangrijke rol. Het draait uit op een duel met
Groesjnitski die daarbij om het leven komt, terwijl Petsjorin zelf beseft dat
hij zijn bestemming heeft gemist.
In een soort toegift, De fatalist geheten, horen we over een
weddenschap tussen een luitenant en anderen ten aanzien van de
voorbeschikkingsleer, waarbij Petsjorin aan het langste eind trekt, al is dit
voor hem een schrale troost.
Bijzonder is hoe
Lermontov de lezer aan zich bindt, zelfs door in het eerste verhaal op te
merken dat de lezer wel een paar bladzijden kan overslaan als die benieuwder is
naar de afloop dan naar de natuuromschrijvingen en reisaantekeningen. De inhoudelijke
gegevens komen overeen met feiten uit het leven van Lermontov die uiteindelijk
zelf ook in een duel stierf.
Hans Boland wijst er in de Verantwoording op dat De held
van onze tijd aan de wieg stond van de Russische literatuur en dat alle
grote schrijvers uit de geestkracht van Lermontov geput hebben. Petjsjorin staat
symbool voor de overtollige mens die later nog vaak beschreven wordt. Boland
heeft voor een bepaald lidwoord in de titel gekozen op grond van drie redenen:
de historische dimensie van het boek is alleen maar toegenomen, vanwege het
sarcasme dat Lermontov eigen is en om het cliché te vermijden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten