Kennisoverdracht is een Chinees fluisterspel
Een jaar geleden toerde Marjolijn van Heemstra rond met het
theaterprogramma Bommenneef.
Inmiddels ligt er een boek, een roman zelfs, waarin ze de geschiedenis van haar
oud-oom nog eens oprakelt. Voorzover dat mogelijk is, zegt ze, want er moet nog
meer onderzoek naar gedaan worden. Carolina Lo Galbo ontlokt haar alvast enkele
gedachten daarover, waaruit blijkt dat we ons meer moeten verdiepen in ons
eigen nationaal bewustzijn en daar best een kritische houding tegenover mogen
aannemen.
Lo Galbo karakteriseert En
we noemen hem als een mooie roman, die ook op haar eigen leven gebaseerd is
omdat ze van haar oma een ring kreeg die aan haar oud oom Frans, alias
bommenneef, een vermeende verzetsheld, geweest was. De vraag hield haar bezig
of ze haar eerste kind naar hem moest vernoemen.
Van Heemstra toont de ring die ze om haar vinger draagt, met
het wapen van haar adellijke familie erin. Haar oom zou, zo wilde de legende,
een verzetsheld zijn die een bommetje bij een NSB-er legde. Zelf hield ze daar op
de basisschool een spreekbeurt over die goed ontvangen werd en haar trots
maakte. Door gesprekken met kennissen van haar oom, krantenartikelen en archiefonderzoek
ontdekte ze dat het allemaal anders lag. Het maakte haar gevoelig voor hetgeen
we doorgeven aan onze kinderen, witte vlakken, die grotendeels door de ouders
ingevuld worden.
Lo Galbo vraagt wat haar verraste tijdens het onderzoek.
Van Heemstra zegt dat de ontmoeting met de familie, zeventig
jaar na dato, van een zeventienjarig dienstmeisje dat bij de aanslag de dood
vond en uit de geschiedenis verdween, haar de ogen opende voor de onmacht van
een arme familie die in de geschiedenis weinig betekenen, terwijl de machtigen
de dienst uitmaken. Zelf voelde ze zich verantwoordelijk voor het reproduceren
van de mythe door middel van de spreekbeurt. Ze zegt dat ze een dynamiek op het
spoor kwam die men overal ziet.
Helaas ging Lo Galbo niet in op deze laatste opmerking, maar
merkt ze op dat Van Heemstra van haar oom een heel ander persoon maakte.
Van Heemstra antwoordt dat de man daar wel van zal balen.
Haar vader kreeg door het lezen van de roman juist weer sympathie voor Frans
die zijn moeder op jonge leeftijd verloor en later ook nog een dochtertje.
Lo Galbo stelt dat En
we noemen hem door het ingaan op deze verzachtende omstandigheden een roman
is geworden.
Van Heemstra wil niet zeggen wat er precies verzonnen. Ze heeft
meerdere personen tot één persoon ingedikt.
Lo Galbo vond dat ze mooi over de zwangerschap schreef, toch
een moeilijk onderwerp in de literatuur.
Van Heemstra antwoordt dat ze dat echt wilde vanuit haar
ergernis dat die vaak overgeslagen wordt, terwijl het een gigantische belevenis
is, omdat men van één persoon opeens twee personen wordt. De zwangerschap past
ook wel bij het onderwerp dat erom gaat wat een mens is. Zelf maakte ze het
twee keer mee. Ze schreef dit boek tijdens haar tweede zwangerschap omdat ze de
eerste keer aan hoge bloeddruk leed.
Ze hoopt dat haar zoon later zich meer bewust wordt van de
verantwoordelijkheid voor de verhalen die men doorgeeft aan een nieuwe
generatie. Van Heemstra geeft zelf het goede voorbeeld. Ze noemt de overdracht
een Chinees fluisterspel, waarbij onze vroegere nationale helden het er slecht
van af brengen. Dat weerhoudt haar niet om de waarheid te vertellen.
Op de laatste vraag van Lo Galbo naar wie ze haar zoon dan wel
vernoemd heeft, antwoordt Van Heemstra dat dit de Friese amateur-astronoom Eise
Eisinga (1744-1828) is, die zelf een planetarium bouwde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten