Klassiek werk Thomas More op sterke wijze geactualiseerd
Over Utopia, het
klassieke boek van Thomas More over de ideale samenleving is vorig jaar,
vijfhonderd jaar na verschijnen, heel wat gepraat en geschreven, onder andere
door filosoof Hans Achterhuis, maar de Belgische filmregisseur en beeldhouwer
Fabio Wuytack weet toch nog een gevoelige snaar te raken bij de kijker. Hij
doet dit door een gedramatiseerde zoektocht van journalist Alex Dillen aan de
hand van aanwijzingen van zijn voormalige professor Peter Panludic. In plaats
van een trivialisering van het onderwerp wordt de urgentie tot verandering
groter. De identificatie van de kijker met de onderzoeksjournalist geeft een
ongemakkelijk gevoel, dat aanzet tot actie. Ook door de meeslepende muziek van Dirk Brossé.
Wuytak begint met een korte historische terugblik op Thomas
More die adviseur van de Engelse koning was maar vanwege zijn ideeën in de
Tower werd opgesloten en na enkele jaren onthoofd. Zijn dochter zegt dat hij met
zijn verzet tegen toenmalige heersers een betere en vooral menselijker wereld
in gedachten had. Zij is van plan zijn gedachten te verspreiden en leest, zoals
ze vaker in de documentaire zal doen, voor uit zijn werk Utopia.
Vervolgens wendt Wuytak zich naar het Italiaanse parlement waar
bekend wordt gemaakt dat er zesduizend belangrijke werken zijn gestolen,
waaronder het origineel van Utopia, dat trouwens in 1516 in Leuven gedrukt is.
Onderzoekjournalist Alex Dillen (Johan Leysen, Hasselt 1950) onderzoekt de zaak
en schrijft er het boek Searching for
Utopia over, hetgeen overigens ook een markant beeld van Jan Fabre is. Dillen
ontvangt een brief van zijn vroegere geschiedenisprofessor Peter Panludic met
daarbij een sleutel van diens huis in Londen. Daarin bevindt zich een kaart met
vindplaatsen van Utopia of beter gezegd plaatsen die Dillen de ogen moeten
openen. De inmiddels overleden Pandulic wil dat de intellectuele Dillen door het
onrecht in de wereld wordt aangeraakt.
In verschillende hoofdstukken wordt de zoektocht van Dillen
weergegeven. Allereerst gaat Dillen naar Peru waar mijnwerkers onder zeer zware
omstandigheden goud delven. Dillen is eerder in Lima geweest om een minister te
interviewen maar is niet op de hoogte van de ellende van het volk in het woud,
dat milieu en leven opoffert aan de hebzucht van enkelen. Mijnwerker Alberto
werkt al zesendertig jaar in de mijnbouw, want hij moet zijn gezin onderhouden
maar veel geluk levert dat niet op. Hij toont foto’s van collega’s die tijdens
een staking voor betere werkomstandigheden vermoord zijn.
Eenmaal terug in Londen wordt Dillen gebeld door een notaris
over het testament van Panludic. Dillen vindt een uitdraai op de typmachine
waarin staat dat de professor zijn hele bezit nalaat aan Dillen. Dit is een
opstapje naar een hoofdstuk over de commons, de gemeenschappelijke
weidegronden, die overgingen in privébezit. In het dorp Burlobo in Oeganda
wordt dit geïllustreerd. Tegelijkertijd zien we acties met moderne westerse
technieken om het onrecht ongedaan te maken. Een wijze oude man voegt daaraan
toe dat land niet van hen is, maar van toekomstige generaties.
Een volgend hoofdstuk gaat over de emissierechten van CO2,
die vergelijkbaar zijn met de diefstal van de commons, omdat publiek bezit
omgezet wordt in een geldelijke waarde. Deze ruil wordt in beeld gebracht aan
de hand van de zienswijze van een jong Mexicaans meisje uit een oude cultuur
waarin de natuur geëerd wordt. Zij stelt haar moeder vragen over de koop van
lucht door de Amerikanen.
In aansluiting daarop volgt een hoofdstuk over Fukushima.
Dillen schreef daar eerder een boek over maar heeft volgens Panludic nooit de
ellende aan den lijve ervaren. Dillen gaat met een Japanse journalist mee naar
het besmette gebied rond de kerncentrale. De journalist zegt dat de overheid bescherming
tegen een tsunami te duur vond, maar nu met de gebakken peren zit en dat de
werkers aan de centrale in de eerste weken goed werk verrichtten. In dit
hoofdstuk komt ook het belang ter sprake om de jonge generatie mondig te laten
worden zodat ze goede keuzes voor de toekomst kunnen maken. Ouderen dienen hun
kinderen te laten praten en naar hen te luisteren om hun geest goed te leren
kennen. Aandoenlijk zijn de gesprekjes met kinderen in het getroffen gebied die
allemaal later een sociaal beroep kiezen om hun door de tsunami en ontplofte
reactor getroffen ouders bij te staan.
Panludic roept Dillen aan het werk
te gaan om Utopia dichterbij te
brengen, ook voor de vele bootvluchtelingen die, als ze geluk hebben, aan de
stranden van Europa aankomen, zoals op Lampedusa. Utopia is het laatste toevluchtsoord voor de mens van vandaag. Het
is leven in een nieuwe maatschappij of sterven in de huidige chaos. Aan ons de
keus om onze krachten in te zetten als we niet willen ondergaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten