Heerlijke terugblik naar Nederlandse acteurs uit de jaren
zeventig
De verhalenbundel Zwaarmoedige
verhalen voor bij de centrale verwarming (1973, zie foto) vormde, net als ander werk
van Heere Heeresma (1932-2011), een inspiratiebron voor filmmakers. Vier van de vijf
verhalen uit de bundel werden door verschillende regisseurs verfilmd. Het
verhaal Maar de wielrenner treft geen
blaam kreeg de titel Zeeman tussen
wal en schip en Anna, verslaafd
aan peppillen en lijdend aan straatvrees, mocht niet meedoen. Het was een genot
een groot aantal acteurs terug te zien, op de eerste plaats Lex Goudsmit die in
het verhaal De smalle, oude man op
onvergetelijke wijze een verschopte opa verbeeldt. Alle verhalen spelen zich,
zoals de titel aangeeft, af in een sfeer van weemoed en onvervuldheid,
misschien wel kenmerkend voor de jaren zeventig.
Bas van de Lecq nam Meneer
Frits op zich op basis van een scenario dat door Guus Luyters werd
geschreven. In de bundel heet het verhaal Mijnheer
Frits en juffirouw Lenie dat uitdrukt waar het verhaal over gaat, namelijk
de genegenheid die een kantoormeisje (Pleunie Touw) en haar baas (Hugo Metsers)
voor elkaar voelen. De film begint op kantoor waar Frits Lenie op een fout
wijst. Lenie haalt echter de instructies erbij om te laten zien dat zij de factuur
geheel volgens de aanwijzingen heeft opgemaakt. Voordat Frits aan het eind van
de dag aan Lenie bekent dat hijzelf de fout heeft gemaakt, speelt zich een
vermakelijk rendez-vous af bij de ouders van Lenie in de Jordaan. Frits die
duidelijk op zoek is naar vrouwelijk gezelschap, heeft ’s avonds op straat per
ongeluk de weg gevraagd aan Lenie die boodschappen voor haar ouders heeft
gedaan en nog in een etalage staat te kijken. De situatie is nogal genant, maar
Lenie redt die door Frits de weg te vragen naar de dichtstbijzijnde tram, die
haar naar huis brengt. De moeder van Lenie nodigt Frits uit voor een kopje
koffie, waarbij de puzzelende vader van Lenie (Sacco van der Made) elk woord
opvangt dat de twee met elkaar in de voorkamer wisselen. Voordat deze laatste
scène is heel vermakelijk.
De smalle, oude man
werd geregisseerd door Guido Pieters op basis van een scenario van Ton Ruys.
Zoals gezegd speelt Lex Goudsmit hierin een onvergetelijke rol als een opa die
door velen veracht wordt en niets wil weten van anderen, die het goed met hem
voor hebben, zoals leden van het wijkcomité in Amsterdam Oost die hem aan het
eind van het jaar een kerstpakket komen brengen maar geen geld daarvoor willen.
De koppige opa stopt daarom een geeltje in de bus van het Leger des Heils, al
vraagt de heilssoldate die daarbij staat hem of hij dat wel zou doen, zo’n
groot bedrag. Opa heeft wel een goede verstandhouding met zijn kat, al net zo
onafhankelijk als hijzelf. Dat wil niet zeggen dat hij geen behoefte heeft aan
een vrouw. Hij spelt op zijn armoedige kamertje de kranten op
contactadvertenties, maar dat valt niet mee. Tenslotte kruipt hij naast de kat
in bed met aan de muur een krantenknipsel met de titel Oude man dood in gang.
Zeeman tussen wal en
schip werd opnieuw bewerkt door Guus Luyters en geregisseerd door Ernie
Damen. Het verhaal gaat over een zeebonk, mooi gepersonificeerd door Jon
Bluming, die een moeilijke relatie heeft met een klarinettiste (Carry Tefsen)
die in een nachtclubachtig café speelt met de naam Acapulco, schuin tegenover
de bovenwoning van het stel. De zeeman voelt zich onbehaaglijk over de aandacht
die zijn vriendin van andere mannen krijgt en slaat daarom de boel in Acapulco
plat. Veel aansluiting heeft hij verder ook niet. In de fabriek waar hij werkt
is hij een buitenbeentje en in een café dat hij vaak bezoekt kan hij ook geen
rust vinden. Een zogenaamde collega wil hem op zijn schip introduceren als de
zeeman nog eens zijn kunstje laat zien, namelijk de houten stang die voor de bar
langs loopt, met zijn hoofd kapot slaan. Dat wordt ook geen succes. Eenmaal
weer thuis gaat zijn vriendin weer naar de club en verwenst de zeeman haar in
stilte dat ze dood mag vallen.
Een winkelier keert
niet weerom werd geregisseerd door Nouschka van Brakel op basis van een
scenario van Chiem van Houweninge. Het duo Johnny Kraaijkamp en Rijk de Gooyer
speelt scènes tussen een ruziënde winkelier en een postbode mooi uit. De
winkelier doet in porselein maar heeft besloten een dagje te gaan roeien. Vanwege
de regen schuilt hij onder een bruggetje om een sigaret aan te steken. Hij
verspeelt zijn laatste lucifer en vraagt aan een persoon op de brug of die
misschien een vuurtje heeft. Omdat het met een aansteker door een opening
tussen de planken niet lukt, vraagt de postbode of de man niet onder de brug
vandaan kan komen. De winkelier heeft echter verkleumde vingers en kan de knoop
niet loskrijgen waarmee zijn roeibootje vastligt. Daarop laat de postbode een
mes naar beneden zakken dat een dierbare herinnering voor hem heeft. Omdat er
ijzerdraad in het touw zit, maakt de winkelier het mes kapot waarna een strijd
ontstaat over de vergoeding van de schade. Tenslotte kent het verhaal een
surreëel einde.
Hier de pdf van
De smalle, oude man.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten