Troosteloze reconstructie van reis overleden zoon
Het idee om een fllm te maken over Belgische ouders die de
sporen van een in Turkije overleden zoon nagaan, heeft veel mogelijkheden in
zich, die helaas door Bart van den Bempt niet benut worden. Het verhaal zakt
daardoor weg in grote droefheid. Zelfs het begrip voor de rauwe gevoelens die
de ouders tijdens hun zoektocht ervaren, kan dat niet verhelen. Elke hotelkamer
waarin ze hun intrek nemen straalt deze somberheid en verlatenheid uit. Communicatie
met de Turken is nauwelijks mogelijk omdat ze de taal niet spreken. Gelukkig is
er nog het Turkse landschap dat enige verlichting brengt.
De droefheid is al vanaf de aankomst op de luchthaven van
Istanbul, waar ze de rugzak van hun zoon gaan ophalen, overduidelijk en wordt
benadrukt door de melancholieke klanken die Arve Henriksen eronder zet. Herman
en Marie Verschueren zijn oude vijftigers die gebukt gaan onder het leed van
een zoon die niet meer onder hen is. In de nacht voordat ze naar de andere kant
van de stad van om de rugzak op te halen, kan Herman niet slapen en doolt door
de omgeving van het hotel waarin ze hun intrek genomen hebben. We horen dat zij,
uit angst dat ook nog de rugzak kwijt te raken, die zelf maar kwamen ophalen.
Dat ophalen in een depot is op zich al een lastige kwestie.
Omdat het loket gesloten is en de gordijnen dicht zijn, zakken ze neer op een
bank die zich in de wachtruimte bevindt. Het is dat een andere persoon na een
klop op de ruit iets afgeeft, waardoor Herman ook zijn kans beproeft, anders
waren ze daar misschien de hele dag blijven zitten. Ze worden doorverwezen naar
een Engels sprekende ambtenaar die tenminste hulpvaardig is. Herman gort de
rugzak om en terug gaat het weer naar het hotel met uitzicht op de Bosporus,
waar de rugzak op bed wordt omgekeerd en Marie daarnaast op haar kussen
neerzakt.
Het ontdekken van een dagboek te samen met een schrift vol
documentatiemateriaal brengt Herman op het idee de reis van zijn zoon te reconstrueren.
Marie is daar niet happig op, maar gaat met haar man mee. Op weg naar het
busstation vanwaar ze in oostelijke richting over de Bosporus gaan, vraagt een
taxichauffeur hen naar hun indruk van Turkije. Natuurlijk is die goed, want wat
kunnen ze anders zeggen, sinds de taalvaardigheid hen ontnomen is. De ijzigheid
wordt mooi weerspiegeld in latere beelden van sneeuwformaties waar het
nauwelijks in door te dringen is, al probeert Herman de omstandigheden steeds
weer te trotseren.
In 82 dagen in April zien
we een aaneenschakeling van treurige beelden, al is er een lichtpuntje in de
vorm van een voorstelling over derwisjdansen. Marie en Herman zitten echter zo
vast in hun verdriet, dat er geen enkele vorm van bevrijding mogelijk is. Het
is de makke van zo’n film over rouw dat daarmee alle energie ook wegsijpelt.
Gelukkig zijn er nog foto’s die Maarten gemaakt heeft en die de ouders enige
verzoening met zijn en hun lot geven, maar de kijker had wel meer tegemoet
gekomen mogen worden met enige feitelijkheid. Zelfs van de Nederlands sprekende
man die vol lof was over Maarten die hem hield zijn huis te bouwen, horen we
verdomd weinig, laat staan van de ouders over de oorzaak van zijn overlijden of
over hetgeen er met zijn lichaam gebeurd is.
Hier
de trailer met Engelse ondertiteling, die in ieder geval het probleem
ondervangt dat het gemompel van de oudjes soms lastig te verstaan is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten