Jong volwassene leert met vallen en opstaan omgaan met
verlies
Drie jaar geleden schreef Erna Sassen haar meesterwerk Kom niet dichterbij over Reva, een studente
aan de Toneelschool, die tot leedwezen van haar zus Marjolijn ten gronde gaat
aan een relatie met een docent. Inmiddels is een soortgelijk drama in de
haarvaten van hoofdpersoon Tessel gekropen. Op hilarisch hysterische toon doet
ze verslag van haar probleem om uit de klauwen van een verlieservaring te
komen, eenzelfde ervaring als Reva haar gemoedsrust kostte, namelijk een
verhouding met een leraar, dit maal met haar leraar Nederlands op de middelbare
school. Het verlies kan ze toetsen aan een moeder die een dochter van haar leeftijd
verloren heeft. Deze Evelien wijst haar de weg om door te gaan met haar studie
en haar middelbare school af te maken. Met steun van haar broer kan Tessel aan
het eind van het schooljaar beargumenteren dat een jongere dochter van Evelien
niet met vriendinnen naar Berlijn moet gaan en zelfs levenslessen ten beste
geven over het houden van een hond, al volgen daarop wel weer de
onvermijdelijke ontkrachtende bijgedachten.
In het begin van het boek zit Tessel in de vierde van de
middelbare school en moet ze een onderwerp kiezen voor een profielwerkstuk. Haar
vader, een kunstenaar, heeft de wijk genomen naar Rome, hetgeen de stabiliteit
van Tessel niet ten goede komt. Ze heeft een moeilijke relatie met haar moeder,
zoals veel meisjes in die leeftijd zullen kennen. Ze maskeren daarmee de
onzekerheid waaraan ze ten prooi zijn. Bij Tessel komt deze tot uiting in het
contact met Evelien, de rouwende moeder van Sanne, die als kind al leukemie
had, maar die terug is gekomen en waaraan ze overleden is. Het hart van Tessel
is groot, maar omgaan met zo’n verdriet van een volwassene is geen eenvoudige
zaak. Het is een mijlpaal als ze een keer ruzie met Evelien weet te maken. ‘Het was voor het eerst in mijn leven dat ik
met iemand ruzie had gemaakt. Iemand anders dan mijn moeder, bedoel ik. Maar
ruzie met je moeder, daar heb je geen heldenmoed voor nodig, dat is een fluitje
van een cent. (…) Dit was een existentiële ruzie.’ En die loopt tot
opluchting van Tessel goed af.
Dat kan niet gezegd worden voor haar omgang met haar leraar,
die aangeduid wordt met P. Hij timmert naast zijn baan als leraar en regisseur
van het onderbouwtoneel ook als cabaretier aan de weg en kan daarbij wel een
assistente gebruiken die zijn invallen noteert. Tessel doet zelfs boodschappen
voor P. en zijn vrouw omdat ze het zo druk hebben. Sluipenderwijs trekt P. zijn
leerlinge naar zich toe om haar hard van zich af te stoten als hij haar niet
meer nodig heeft, waarna zij met de gebakken peren zit. Een geheim plan om hem
een hak te zetten, leidt uiteindelijk, zonder dat dit uitgevoerd heeft, tot een
meer bevredigende toekomst.
Het verhaal van Tessel wordt met veel humor vertelt, dat is
de hilarische kant van de hysterie die overal wel te horen is, tot in de kleine
lettertjes aan toe. Zij maakt to do lijstjes om controle te houden over haar
leven. Vaak moet men lachen om het extreem reflectieve karakter van Tessel, die
het gevoel heeft dat ze iets moet met anderen, bijvoorbeeld als haar leraar
aardrijkskunde weer terug is op school nadat een kind van hem aan wiegendood is
overleden. Sassen legt daarbij een vinger op een grote wond in onze
maatschappij, namelijk het onvermogen om verdriet een plaats te geven, ook al wordt
die door vele knuffels en waxinelichtjes verdoezelt. Een adequate en collectieve
rouwverwerking is daarmee nog niet gerealiseerd. Daarnaast is Er is geen vorm waarin ik pas een
pleidooi voor een maatschappij waarin mensen, waaronder ik meteen ook maar de
middelbare schoolleraren reken, eerlijk zeggen wat ze menen en niet vol zitten
met dubbele boodschappen die een gevoelige geest alleen maar hoorndol maken. Het
zou al heel wat zijn als jonge mensen niet hoeven te passen in de vorm die ze toegeschreven
krijgen, maar een meer vloeibare identiteit kunnen aannemen.
Sassen schrijft met overtuiging over de manier waarop Tessel
in de netten van haar leraar verstrikt raakt. Zo’n naïeve geest in een
kwetsbare leeftijd kan gemakkelijk misbruikt worden. Na de brute afwijzing door
de leraar komt ze terecht in een wereld van schaamte waaruit het niet zo
gemakkelijk te ontsnappen is. Net als in Kom
niet dichterbij zijn de reflecties en de taal eigentijds (‘ ziek
ingewikkeld’ of een koekje van eigen deeg dat past in de categorie prehistorische
spreekwoorden.nl). Jongeren van die leeftijd maar ook hun ouders en andere
volwassenen zullen zich zeer aangesproken voelen door de indringende
hartenkreten van Tessel.
Hier
mijn bespreking van Kom niet dichterbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten