Worstelen met eindigheid
Robert B. Weide typeert in het begin van zijn lange
documentaire Woody Allen als een man die begon als stand up comedian, tekst- en
toneelschrijver werd en klarinettist, maar dat dit alles kwam samen in zijn
films. In vijftig jaar tijd maakt hij een van de meest omvangrijke oeuvres die
er bestaan. Onafhankelijkheid en veelzijdigheid is zijn keurmerk. Dat maakt ook
het kijken naar deze documentaire boeiend.
Woody Allen – a
documentary begint met Woody Allen (1935) in de ochtend, schrijvend op
zijn hotelbed. Hij geniet van de vrijheid die later teniet gedaan wordt. Achter
de camera is het overleven. Hij probeert nog steeds een film te maken die echt
goed is.
Zijn moeder vertelt dat hij een lief kind was, maar op zijn
vijfde mopperig werd. Zelf zegt Allen dat hij er niet tegen kon dat het leven
eindig was. In de film Annie Hall
zien we een wijsneus met zijn moeder bij de psychiater. De jongen vertelt over
het uitdijende heelal dat ooit zal exploderen. Zijn moeder brengt daar nuchter tegenin
dat zij gewoon in Brooklyn wonen. Woody vond zijn jeugd in de jaren veertig
sensationeel. Om de hoek was een mooie bioscoop waar Allen zeer aan zijn
trekken kwam. Hij haatte school en de docenten. Zijn moeder reageerde te streng,
zegt ze, op zijn drukke gedrag. Zijn acht jaar jongere zus Letty zegt dat hij
grappen naar de krant stuurde onder het pseudoniem Woody Allen. De zware bril
maakte zijn verschijning af.
Hij schreef voor komieken en verdiende daarmee meer dan zijn
ouders. Hij tikt nog steeds alles op een oude schrijfmachine, blind dat wel. Hij
trad op als stand up comedian in The blue
angel en vanaf 1961 in The bitter end.
The Village liep voor op een tijd van verandering. Dick Cavett vond hem uniek,
zelf vond hij het optreden vreselijk, maar hij herpakte zich en werd erg
succesvol. Een goede recensie in de New York Times maakte de weg vrij voor
filmscenario’s. What’s new pussycat
(1965) werd verminkt zodat Allen sindsdien zelf de touwtjes in handen hield. Take the money and run (1969), een film
in de vorm van een nepdocumentaire, werd een succes. Met Play it again Sam (1973) begon de samenwerking met Diane Keaton. Hij
woonde ook met haar samen. In Bananas (1971)
speelde hij met Louise Lasser van wie hij gescheiden was. Eerder was samenspelen
volgens hem niet mogelijk. Door de zwijgende komedie Sleeper (1973) die over klonen ging, ontdekte hij dat het verbale
zijn sterke punt was. Hij moest zo erg lachen om Keaton dat spelen met haar
onmogelijk was. In Love and death
(1975) bepaalde hij zich tot thema’s uit de Russische literatuur. Hij leefde en
werkte zuinig om zoveel mogelijk films te kunnen maken.
Annie Hall (1977)
vormde een trendbreuk met zijn eerdere grappige films. Het ging voor het eerst
over gewone mensen. De film kreeg onverwacht vier Oscars. Allen zelf was niet
eens aanwezig bij de uitreiking. Interiors
(1978) was daarna somber. Manhatan (1979)
had daarentegen weer een luchtiger toon. De slotscène met Mariel Hemingway als
Tracy werd een icoon. Hoewel de kritieken heel goed waren, was Allen er zelf
minder over te spreken. Stardust memories
(1980), aan de andere kant, werd een teleurstelling, maar was zijn favoriete
film, geïnspireerd op Fellini en Bergman. Allen toont oude aantekeningen die
hij doorleest op bruikbaarheid voor een nieuwe film. Aan ideeën ontbreekt het
hem nooit.
De klucht A midsummer night’s
sex comedy (1982) introduceerde Mia Farrow, de muze van Allen. Ze woonden
nooit samen, maar behielden hun eigen woning. In The purple rose of Cairo (1985) staat hoofdpersoon Cecilia voor de
keuze tussen leven in de fantasie of in de realiteit. Allen schreef zijn films vanuit
een grappige man maar vond later het feministisch perspectief boeiender. In Hannah and her sisters (1988) vormt
Farrow als Hannah het verbindende element. Andere elementen zoals het geloof en
de eindigheid komen steeds weer terug in zijn films. Tijdens de opnames van Husband en wives (1992) telefoneerden
Allen en Farrow vaak over het misbruik dat hij had gemaakt van haar
pleegdochter Soon Yi. Farrow had er een hard hoofd in nog mee te werken aan de
film maar deed het tenslotte wel. Tijdens de voogdijstrijd werd Allen
uitgemaakt voor de antichrist, maar werkte gewoon verder.
Mira Sorvino was verbaasd over de Oscar die ze kreeg voor Mighty Aphrodite (1995). Sean Penn
leerde gitaarspelen voor zijn rol in Sweet
and lowdown (1999). Acteurs deden hun best voor Allen die zelf zegt dat hij
weinig geduld heeft, het filmen graag snel doet, zodat hij op televisie naar
een honkbalwedstrijd kan kijken. Rond het jaar 2000 werd de vraag gesteld of
hij was afgeschreven. Allen gooide de ene film na de andere de wereld in, met
het idee dat er soms wellicht wat goeds tussen zou zitten. Furore maakte hij
met Matchpoint (2005) waarin hij en Scarlett
Johansson twee handen op één buik waren. In Vicky
Christina Barcelona (2008) kreeg ze concurrentie van Penelope Cruz, die Allen
een vrouwenliefhebber vindt. Zelf gaat hij door tot hij niet meer kan
schrijven. Zijn veertig films vindt hij nog niet goed genoeg. Aan opdraven in
Cannes heeft hij een hekel. Midnight in
Paris (2011) was er eerst als titel. Zijn zus zegt dat Allen gelukkig is
met Soon Yi en hun twee kinderen. Zelf zegt hij dat hij het geluk had om zijn
jeugddromen uit te leven, al heeft hij toch het gevoel dat hij genaaid is. Dat
zal dan wel met de eindigheid te maken hebben.
Hier
mijn recensie van Annie Hall, een van mijn favoriete films, frisser dan de hits
van de laastste jaren zoals Vicky
Christina Barcelona en Midnight
in Paris.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten