Leven met een eindpunt in gedachten
Wim Brands spreekt met Jan Vantoortelboom over zijn derde
roman De man die haast had. Hij
schreef deze roman in korte tijd na De
verzonken jongen en Meester Mitraillette.
Vantoortelboom komt uit West Vlaanderen. Sinds 2004 heeft
hij zijn geboortegrond ingeruild voor een akker op een voormalige hofstede
buiten het gehucht Ossenisse. . In Zeeuws Vlaanderen is meer ruimte, het is
platter zonder de heuvels van het West Vlaamse land en er is kernbebouwing in
plaats van lintbebouwing. Voor hem was het wennen, vooral aan de stilte.
Brands zegt dat de hoofdpersoon in De man die haast had over een stille zee spreekt, maar hij weet
niet wat hij zich daarbij moet voorstellen.
Vantoortelboom zegt dat het bijna onnatuurlijk stil wordt
als de laatste containerschepen gepasseerd zijn. Omdat hij tien jaar in Gent
had gewoond, werd hij daar in het begin knap onrustig van.
Brands vraagt of die sfeer weerspiegeld wordt in de
karakters van de mensen daar.
Vantoortelboom zegt dat ze aanleunen tegen de Vlamingen. Het
zijn eerlijke, hardwerkende en zwijgzame lui daar op de zilte grond. Hij heeft
wel eens met een grondboor de diepte van het zout proberen te meten maar kwam
niet verder dan vijf meter, terwijl men tot zijn bevreemding op de boerderij in
de buurt wel zoet water heeft.
Meester Mitraillette
speelde zich af in Elverdinge, een klein dorp in de buurt van Ieperen, tijdens
de Eerste Wereldoorlog. Brands wil weten hoe men die daar ervoer.
Vantoortelboom viel vooral de stilte op, het zwijgen dat ook
gold over een zelfmoord in de familie. Het niet praten maakte indruk in zijn kindertijd.
Bij vragen aan zijn grootouders kreeg hij vaak nul op rekest. Zijn opa vluchtte
toen hij tien jaar oud was voor de oorlog, zijn oma had een broer die ziek uit
de loopgraven kwam. Als ze ergens over spraken was het over de Tweede
Wereldoorlog, die verser in het geheugen lag. Als kind speelde Vantoortelboom
rond een oud kasteel waar Franse soldaten gefusilleerd waren, zo ontdekte hij
later.
Brands begint over de gruwelijke inhoud van De man die haast had.
Vantoortelboom vertelt dat hoofdpersoon conciërge Leon in
zijn jeugd een val meemaakte van een meisje van zolder en zich daar schuldig
over is blijven voelen hoewel hij dat niet bij voorbaat was.
Brands vraagt waarom de hoofdpersoon zo reageert.
Volgens Vantoortelboom kan dat te maken hebben met de
katholieke opvoeding die hij gekregen heeft. Tot en met de middelbare school
werd het onderwijs aan jongens en meisjes strikt gescheiden gegeven.
Brands vraagt waar de haast in de titel vandaan komt.
Vantoortelboom zegt dat dit autobiografisch is. Dat er in
korte tijd drie boeken van hem verschenen zijn heeft te maken met het
overlijden van zijn moeder op 42 jarige leeftijd aan een agressieve vorm van
maagkanker, die erfelijk kan zijn. Hij was toen zelf zestien jaar en vaak
alleen. Omdat zijn broer op kamers zat in Gent en zijn vader de hele dag de
deur uit was om te werken, ging hij tenslotte lezen en daarna ook schrijven.
Hij heeft niet onderzocht of hij de ziekte van zijn moeder draagt, want dat zou
hem wellicht beroven van zijn innerlijke drijfveer, zijn onrust. De
hoofdpersoon leeft ook met een eindpunt in gedachten en stelt daarbij ook nog prioriteiten.
Hij vraagt zich af hoe dicht hij zijn medemens tot zich toelaat. In zijn visie
is de mens onderhevig aan de tijd.
Brands zegt dat Vantoortelboom de dreiging vormgeeft in zijn
boeken, maar hij vraagt zich af of dit ook belemmerend werkt.
Vantoortelboom zegt dat die tijd voorbij is. Sinds het
schrijven is zijn angst afgenomen en wil hij nog iets moois nalaten voor zijn
kinderen. Hij heeft ontdekt dat de verbeelding een stuwende kracht is, die niet
ophoudt maar hem sterkt in wat hij noemt zijn comfortabel zelfbedrog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten