Werken van schoonheid en waarheid
Rembrandt was een gevierd schilder in het rijke Amsterdam
van de zeventiende eeuw. Zijn welstand verdween echter en ook andere rampen
bleven hem niet bespaard. Dat betekende niet dat zijn schilderwerk daar onder
leed. Integendeel, de late periode staat bekend als zijn beste. Historicus
Simon Schama kan daar gezwollen maar ook begeesterend over vertellen. Als kind
werd hij getroffen door een zelfportret uit 1661 (zie foto) in het Hampstead
House in Londen met de halve cirkel naar Giotto. Later nam hij er zijn
vriendinnetjes mee naar toe.
Samen met zijn vrouw Saskia leefde Rembrandt in een
monumentaal pand aan de Antoniebreestraat, tegenwoordig het Rembrandthuis.
Schama loopt er in rond als in een schatkamer. Rembrandt leefde echter op te
grote voet. Na de dood van Saskia in 1641 ging het bergafwaarts met hem. Hij
had een relatie met Geertje, de min van zijn zoon Titus en trouwde later met
Hendrickje, die hem dochter Cornelia schonk maar wel werd aangeklaagd door de
kerk voor haar relatie met hem. Rembrandt moest in 1656 zijn huis en
kunstcollectie verkopen om zijn schulden af te kunnen betalen en betrok een
goedkope woning aan de Rozengracht.
Zijn schilderstijl werd, in de dertien jaar die hem restte,
persoonlijker. Rembrandt schilderde naar waarheid het ene meesterwerk na het
andere. Schama toont een zelfportret van een zeer bewuste, gezaghebbende
kunstenaar, dat niet in de smaak viel bij de geldschieters. De gepolijste kunst
uit Frankrijk werd meer gewaardeerd dan de grove stijl van Rembrandt.
Hij had al naam gemaakt als tekenaar en etser met veel
gevoel voor detail en kon die kennis mooi gebruiken voor opdrachten van
geldschieters zoals de familie Trip die de ouderwetse stijl prefereerden boven
de nieuwe Franse. Een portret van Jacob en Margaretha toont de vergankelijkheid
in het gezicht en de handen van de vrouw met de sympathiek makende rode
Hollandse neus.
Rembrandt had een grote naam in Italië. Don Antonio Ruffo in
Sicilië vroeg hem om een portret. Rembrandt schilderde Aristoteles, Homerus en
Alexander de Grote die alle drie na hun erkenning een levenseinde vol afwijzing
kenden. Schama zegt dat Rembrandt er zelf als vierde persoon bij stond. Over
twee andere werken was Ruffo minder te spreken, woedend zelfs. Hij vond een
schilderij van Homerus niet klaar, maar de vraag is wie dat bepaalt, zegt
Schama.
Aan het eind van zijn leven kreeg Rembrandt opdrachten van
het gemeentebestuur van Amsterdam en van de keurmeesters van het lakengilde. In
het eerste werk met Claudius Civilis met één oog te midden van dronken
vrijheidszoekers zet Rembrandt in een ongepolijste stijl de verwekelijking van
de republiek neer. Hoewel het door de opdrachtgever niet werd geaccepteerd,
noemt Schama dit schilderij het eerste moderne kunstwerk. Het portret van De staalmeesters is geschilderd vanuit
een tafelhoek met een rood tafelkleed afsteekt. De staalmeesters kijken naar
een grootboek waarin Rembrandt de houdingen heeft geschetst die ze moesten
aannemen.
Rembrandt had veel oog voor de vrouw en haar kwetsbaarheid
voor de brutale blik van de man. Dit is te zien in het schilderij Susanna bespied door ouderlingen. De mannen
zeiden tegen de knappe Susanna dat ze haar zouden aanklagen voor ontucht als ze
niet met hen naar bed zou gaan. Schama zegt dat dit soort schilderijen in die
tijd als visuele Viagra gebruikt werd. Bij Rembrandt ging het echter niet om
het verlustigen maar om de ongemakkelijkheid ervan. Schama wijst op details
zoals de pantoffel die Susanna vergeefs met haar voet zoekt. Twintig jaar later
leidde het voyeurisme tot een tragedie in het schilderij David en Batseba, waarin de eerste de tweede bespied
en neemt en haar later een brief geeft waarin hij
haar de dood van haar man meldt. Vier jaar later maakte
Rembrandt een ets waarin hij een model tussen twee sessies toont, die zich
opwarmt bij het vuur. De verkrachting van Lucretia, de vrouw van de Romeinse
consul door een zoon van de koning die leidde tot haar zelfmoord verbeeldde
Rembrandt door het benadrukken van haar kwetsbare naaktheid, het geweld van de
verkrachting en het zichzelf aangedane geweld met een dolk. Ze kijkt de kijker
aan met een hulpeloze blik. Ook Rembrandt was, op het gezelschap van Cornelia
na, aan het eind alleen. Hij wendde zich naar het familieleven en de
herinnering aan zijn vrouw in Het Joodse
bruidje. Schama wijst op het spel van de handen die getuigen zijn van het
vertrouwen dat de beminden in elkaar hebben.
Volgens hem is het hét schilderij van de liefde. Dit en de
andere genoemde schilderijen zijn nog tot 17 mei te zien in de expositie Late Rembrandt in het Rijksmuseum.
Ik heb uw blog verder niet gelezen omdat ik persoonlijk de documentaire van Simon Schama gekeken en ben bovendien in het bezit van zijn boek over Rembrandt dat vele jaren geleden al weer verschenen is maar nog steeds mijn aandacht verdient.
BeantwoordenVerwijderenZijn documentaire over de geschiedenis van de joden vond ik ook prachtig
Veel plezier met uw blog
Hoogachtend,
Flip Roodnat
Bedankt, Flip. Ik heb het boek over dat laatste onderwerp besteld. Overigens las ik vandaag in de krant dat de tentoonstelling De late Rembrandt wel erg druk bezocht wordt.
Verwijderen