De waanzin van de oorlog kan niet vaak genoeg getoond worden
Na de oorlogsfeiten bezien vanuit de visies van generaals en
politici kwamen vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw steeds meer de
getuigenissen van gewone mensen aan de orde. De oral history maakte opgang. Vorig jaar maakte de Duitse
documentairemaker Jan Peter, in het kader van de herdenking van het begin van
de Eerste Wereldoorlog een fascinerende internationale coproductie over het
enorme leed dat van 1914 tot en met 1918 over de wereld werd uitgestort. Zowel qua
inhoud als de vorm waren de getuigenissen van soldaten, verpleegsters en andere
betrokkenen indrukwekkend om te zien.
Kan de Vlaming Valentijn Dhaenens daar in zijn eentje nog
wat tegenover stellen, daar nog verder aan bijdragen? Zeker. Vanaf de tijd van
Atilla de Hun hebben we nog weinig vooruitgang geboekt als het gaat om de
manier waarop we conflicten oplossen. In zijn eenmansvoorstelling De kleine oorlog - geproduceerd door SKaGeN en op de flyer als DeKleineOorloG geschreven als een
logisch vervolg van de voorstelling DegrotemonD - klaagt hij, onder het motto Hoe zacht en eervol te sterven voor je
vaderland, opnieuw de waanzin van
het oorlogvoeren aan en heeft daar voor een bijzondere theatrale vorm bedacht.
Als het licht in de bovenzaal van de Toneelschuur afneemt,
licht op het projectiescherm, dat het grootste deel van het podium in beslag
neemt, een persoon naast een ziekenhuisbed. Verderop staat een telefoon op een
kastje en daarnaast horen we een eentonig, zich steeds herhalend gehum. Een
voice over leidt het onderwerp in. De stem spreekt over de vrijheid, die zo
bijzonder is, vooral voor de leiders met hun goedgebekte grote monden, maar minder
voor de soldaten die hun praatjes moeten waarmaken.
Na deze inleiding wordt het bed weggereden en zien we een
verpleegster in een kaki kleurig uniform die het bed met daarin een videoweergave
van een gewonde man voor het projectiescherm neerzet en op ingetogen wijze het aangrijpende
lied Nature boy voor hem zingt, dat
als volgt begint:
There was a boy
A very strange enchanted boy
They say he wandered very far
Very far, over land and sea
A very strange enchanted boy
They say he wandered very far
Very far, over land and sea
De waanzin van de oorlog in een lied
over het wonder van de liefde. Daarmee kan de voorstelling al niet meer stuk.
De verpleegster, uitstekend neergezet door Dhaenens, vertelt
over haar zware werk in het veldhospitaal, waarin dokters met beperkte middelen
experimenten en de kans op overleving niet groot is, de minste kans is er in Rusland,
over België weet ze geen statistieken. Het is zo’n beetje het enige grapje dat
er af kan in een voorstelling die verder sober en verstild is.
De fascinatie wordt vooral opgewekt door de techniek. Als de
verpleegster de gewonde soldaat wil troosten, zien we dat haar hand op het
videoscherm naar de borst van de soldaat gaat. Als de telefoon gaat, staat een
kloon van de gewonde soldaat op en loopt via het projectiescherm naar de
telefoon. Hij zegt tegen zijn moeder dat hij wel weer eens langs komt, maar nog
druk bezig is. Hij vertelt niet dat hij een arm mist en blijft na het gesprek
op het projectiescherm staan. Het is een actie die verschillende keren herhaald wordt (zie foto van Anne Watthee).
De verpleegster verzorgt de gewonde soldaat op de video die
inmiddels twee armen mist en daarmee totaal hulpeloos is. De verpleegster zegt
dat de stervenden vaak nog een medaille krijgen die ze dan aan hun voeteneind
hangt, zodat ze daar naar kunnen kijken. Het is een voorbeeld van de desolate
sfeer waarin de gewonden zo goed en zo kwaad mogelijk overleven. Brieven van
geliefden die elders hun heil zoeken versterken dat alleen maar. De lijders aan
een oorlogsneurose, shellshock dan wel een post traumatische stress stoornis proberen
zich te verweren, maar hoeven bij de verpleegster niet met rechtvaardigingen
aan te komen. Een lijkenzak is het enige wat er over blijft.
Nogal onnodig was de presentatie van Atilla de Hun in een
sfeer die vooral de Eerste Wereldoorlog betrof, hoewel in de aftiteling ook
vele andere getuigenissen worden genoemd, tot en met een getuigenis van een naar
Afghanistan gezonden soldaat uit 2007.
Op het eind staat Dhaenens alleen op het podium om het
applaus in ontvangst te nemen. Dan pas wordt echt duidelijk hoe verbluffend
geraffineerd de voorstelling in elkaar zat. Het zou heel wat zijn als politieke
beleidsmakers hiermee doordrongen zouden worden van de lichtvaardigheid waarmee
men jonge mensen de oorlog in stuurt. Voor je het weet voegen we aan de 120
miljoen slachtoffers van 1914 tot 2014 weer de nodige miljoenen toe.
Hier
meer informatie op de site van SKaGeN, hier de site van
de Toneelschuur, met daarop een trailer van de voorstelling, hier de documentaire
serie, hier
mijn bespreking van 14-18 Dagboeken uit
de Eerste Wereldoorlog. Ernst Jünger komt daarin als laatste van de dertien
geportretteerde personen aan bod, hier het lied Nature boy door de maker Nat King Cole, hier nog mooier vertolkt
door Cher.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten