Poëtische en associatieve voorstelling over ontheemding
Ochtendzee is een poëtische
en associatieve voorstelling over ontheemding. Het onderwerp wordt verbeeld op
een videoscherm dat de achtergrond vormt voor de twee vocalisten Meral Polat en
Beppe Costa, begeleid door een vier- of, als Costa een van de kleine
snaarinstrumenten bespeelt, vijfkoppige band. De ontzetting over het verlies is duidelijk
zichtbaar op de videobeelden, de gezichtsuitdrukking van Polat op de poster en in de
muziek die de hoofdmoot van deze actuele voorstelling vormt.
De chaos begint al met een prachtige drumsolo, die beelden
ondersteunt van manieren van transport, met de trein, het vliegtuig, de auto en
(nog) niet met de boot, alsof dit een taboe is. Nadat Meral twee panelen uit de
witte achterwand heeft omgedraaid, bevinden we ons in een klinische apotheek.
De gerangschikte potten met zand roepen die sfeer meteen op. De zaak wordt
bezocht door een sjofele man die keelpijn heeft, maar niet erg duidelijk is
over zijn hulpvraag. Later zegt hij dat hij een slang is in de woestijn en dat
de apotheekster wacht tot hij weggaat. Met haar ogen geeft de apotheekster dit
inderdaad weer. Als de man definitief vertrekt blijft de apotheekster berooid
achter.
Polat en Costa spelen verschillende rollen tijdens de
voorstelling die geen logisch verhaal vertelt maar cirkelt rond verlies, of dit
in het platgebombardeerde Syrië is of in het land van aankomst. Het verhaal
begint met een vluchtende vader en een dochter aan het strand. Een man met een
stok selecteert de koffers en daarmee ook de personen die meekunnen op de boot.
De vader onderhandelt met de mensenhandelaar - voor de gelegenheid gespeeld
door een van de bandleden - die meer geld wil dan de vader heeft. Uiteindelijk
laat hij zijn dochter gaan. Met de laatste boot van het seizoen de grote stille
zee op. In latere dagen staat vaak hij aan het strand en kijkt uit over de
ochtendzee. De mensenhandelaar heeft wel een baan voor hem. Als man met de
stok. De herhaling van de geschiedenis zorgt voor eelt op de ziel. Menselijkheid
is ver te zoeken.
Ook de dochter gaat een ongewis avontuur tegemoet. We horen
dat men vaak water in plaats van benzine in de brandstoftanks doet en dat de
mensenhandelaar geen geld heeft om de vluchtelingen van eten te voorzien. In
een cynische verklaring noemt de mensenhandelaar zich een man van God die bidt
als hij hen de zee op laat gaan. De dochter vergeet haar moedertaal, is overgeleverd
aan de willekeur van anderen, voelt zich verworpen, weggemaakt. Het is lopen,
lopen, rennen,vallen.
Met krachtige liederen bezingt Polat met haar prachtige
gitzwarte lokken de gevoelens van de dochter. Het was mooi geweest als we ook
iets over de inhoud daarvan zouden horen, maar anderzijds behoeft haar zangkunst
geen uitleg. Haar weemoedige gelaatsuitdrukking zegt genoeg. Zeer duidelijk
maakt ze het verlangen naar de geborgen armen van haar vader, zoals ze als kind
gekend heeft. Haar liedtekst wordt ondersteund door prachtige kleuren op de
wand met potten. Die doen denken aan zand, strand, zee, aan alles wat
tijdloosheid is en vergaat tot uitgedroogde, uitgeputte aarde.
Regisseuse Eva Bauknecht heeft de kracht van Orkater in de
voorstelling overgebracht. Strijdbaar is de toon. Bed, bad en brood is wel het
minste dat we deze ontheemden kunnen bieden. Ze dienen als gasten onthaald te
worden.
Vanavond is de première in een uitverkochte bovenzaal van de
Toneelschuur. Daarna volgt een tournee, te beginnen in Weesp (1 mei) en voorlopig eindigend in Amsterdam (30 mei).
Hier
de site van Merals Harem, met een fraaie foto van de groep aan het IJ, hier het nummer Arkadas in Oba live.