Uitbeelding van een vrouwenleven blijft fragmentarisch
De titel Het vervoegde
leven beloofde veel. De vervreemding die eruit spreekt staat in contrast
met het leven van de gewone vrouw, geboren in de jaren dertig, dat door Alix
Adams voor het voetlicht zou worden gebracht. Zo gewoon was dat vrouwenleven
echter niet, zo begrijpen we na het kleine uur dat de voorstelling duurt. De
vrouw raakte steeds meer door het leven ingesloten, tot haar nek aan toe, tot
ze aan het eind verdwijnt.
Het begin van de voorstelling is overrompelend en wijst
vooruit naar een leven dat om veel balanceerkunst vroeg. De vrouw staat op
spitzen voor een enorm filmscherm waarop een smal bospad te zien is. Ze praat
tegen het publiek terwijl ze met één hand de vlecht van haar haren omhoog
houdt. Vol te houden is het niet, maar ze doet haar best tot het niet meer
gaat.
De volgende scène speelt zich af in een verpleeghuis. De
connotaties met medische symbolen op het scherm geven aan dat de vrouw aan
dementie lijdt. De schoonheid van de haarscherpe afbeeldingen staat in scherp
contrast tot de toestand waarin de vrouw zich bevindt. Dat belet haar niet om
terug te kijken op een leven dat zich, zoals vele vrouwenlevens, bewoog rond
verliefdheid, huwelijk, moederschap en alle dagelijkse zorgen die daarmee
gepaard gaan. Deze vrouw werd daar ook nog gek van. Het vreemdgaan van haar man
eiste zijn tol. Niet alleen zijzelf was bang, ook de lamp en de voordeur.
Alix Adams speelt de verschillende rollen met verve en neemt
daarnaast ook nog de rol van verteller op zich. Ze wordt ondersteund door de
beelden op het grote scherm achter haar en gaat daar soms ook een verbinding
mee aan. De huisvrouw ondersteunt de vergeefse pogingen op het scherm om de
gootsteen helemaal schoon te krijgen, tijdens een feestje in de familie doet ze
mee aan de groepsdans. Het leven gaat zoals het gaat en overvalt haar en ons
vaak.
Schrijver Joost II Sickinga ondersteunde zijn poëtische
tekst met werkwoorden, die op het scherm geprojecteerd worden, af en toe te
midden van tikkende letters die al in het begin van de voorstelling in een
felroze kleur de toeschouwer intrigeren. Er komt zelfs een werkwoord langs die
ik in het woordenboek moest opzoeken: verlieven, mooi passend tussen overleven
en verliezen. De vervoegingen mag men er zelf bij denken.
De combinatie van tekst, beelden en spel en geluid maakte de
korte voorstelling nogal overladen. Soms zou het alleen al prachtig zijn te
kijken naar het effect van de afbeeldingen, samengesteld door Christiaan
Klasema, op de reflecterende vloer. De oneliners die Sickinga rondstrooide -
over gaten en valkuilen, angst en moed, loslaten en vasthouden - namen de
plaats in van een coherent verhaal. De werkwoorden leken nogal willekeurig
gekozen.
In het nagesprek met journalist Hans Smit vertelde Sickinga
dat hij inmiddels aan een project werkt waarin een vader centraal staat. Die zit
zelf niet in het stuk, maar komt aan de orde in een gesprek van zijn kinderen.
Ik denk dat een stuk met een eenheid van plaats, tijd en handeling meer aan mij
besteed is dan de fragmentarische uitbeelding van de moeder, al maakte het gebruik
van het scherm een beleving van schoonheid los.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten