Beklemmend portret van een jongere met een borderline
diagnose
Drie jaar geleden maakte Marlou van den Berge de
documentaire Het leven begint bij 18. Daarin
volgt ze de achttienjarige Hyba in haar poging om zelfstandigheid te verwerven.
Dat valt niet mee voor het licht gehandicapte jonge vrouw. Voor de hoofdpersoon
in Terug naar huis geldt hetzelfde.
De zestienjarige Tanja, die psychische problemen kent, wordt na negen maanden door
de instelling waar ze is opgenomen, terug gestuurd naar huis. Dat is beter om
de schadelijke kanten van een opname te voorkomen, maar het zorgt nog voor heel
wat problemen, voordat Tanja eindelijk de weg naar boven lijkt te vinden.
Van den Berge begint in de kamer van Tanja in de gesloten
instelling waar ze woont. Ze zit op haar telefoon en draait harde muziek. Ze
vertelt dat haar klachten begonnen met bonken en daarna werd het snijden,
hetgeen een dermate grote bedreiging voor haar werd dat ze op een keer een overdosis
nam. Dat is inmiddels alweer een aantal maanden geleden, dus de begeleiding
acht het raadzaam haar terug te sturen naar huis om neveneffecten van
hospitalisatie te voorkomen. Daartoe komen de vader, de moeder en het broertje
langs om een contract op te stellen. Tanja dient haar problemen thuis niet te
verzwijgen, maar die openlijk te bespreken. Daarnaast zal er wekelijks iemand
van de instelling langs komen om een oogje in het zeil te houden.
Moeder vertelt dat Tanja vroeger een vrolijk en ondernemend
meisje was, maar dat dit veranderde op de middelbare school waar ze gepest
werd. Ze ging spijbelen en zichzelf snijden. Omdat ze dood wilde, kon ze niet
langer thuis blijven wonen. Inmiddels wil ze Tanja de ruimte geven om weer meer
zelfvertrouwen te krijgen. Dat ze rondloopt met blote armen is een goed teken.
Ze schaamt zich niet meer voor de krassen op haar armen.
Tanja haalt op school haar huiswerk op en maakt dat het
liefst meteen omdat ze er dan vanaf is. Tegen een begeleidster van de instelling
zegt ze dat ze het nog wel moeilijk vindt om negatieve gevoelens met haar
ouders te bespreken. Moeder vindt het vreemd dat de instelling nooit gemeld
heeft dat Tanja stemmen in haar hoofd hoort. Ze vindt dat zorgelijk omdat een
oom van Tanja ook stemmen hoorde en daardoor een eind aan zijn leven maakte.
Haar broertje probeert er achter te komen wat die zeggen. Ze zijn altijd boos,
zegt Tanja, tijdens een sessie met een gezinstherapeut van de instelling die
het gestolde verdriet van de moeder over de dood van een kind na de geboorte ter
sprake brengt.
Tanja valt flauw in de bus op weg naar school en slaat zich
als de televisie beneden aan staat, hetgeen ze minder erg vindt dan snijden. Ze
voelt zich dik en lelijk en vindt dat ze tekort schiet. Als ze op straat wordt
uitgescholden, krast ze zich weer. Moeder maakt zich grote zorgen. Voor het
broertje is het beter dat Tanja het huis verlaat.
Na een gesprek met de begeleiding volgt een afspraak met de
huisarts die leidt tot opname in een beschermde woongroep. Tanja voelt zich
daar veilig, al volgt er wel een terugval die maakt dat ze kort weer in de
gesloten instelling terecht komt. Ze wil eerst aan stabiliteit winnen en vervolgens een opleiding gaan doen. Dat
dit haar moge lukken.
Mooie omschrijving x Tanja ;)
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen