Actrice Joanna Lumley, bekend van de serie Absolutely fabulous, maakte een reis van
drieduizend kilometer van noord naar zuid door Japan en vertelt daarover met
veel enthousiasme. Ze is vaak lyrisch over alles wat ze tegenkomt. Haar meer
afstandelijke Britse houding verbergt ze niet, maar door haar openheid wordt die
nooit vervelend.
Lumley begint in het uiterste noorden op het eiland
Hokkaido, dicht in de buurt van Rusland. Aan het eind van de winter is het
drijfijs daar nog duidelijk zichtbaar. In de plaats Monbetsu krijgt ze, zoals
op meer plaatsen een stempel omdat ze boottocht op zee gemaakt heeft. Tijdens
de tocht van tweehonderd kilometer over het eiland komt ze terecht in een
sprookjeslandschap met kraanvogels, symbolen van hoge ouderdom, die in de
vroege ochtend in de warmere rivier zwemmen. In hoofdstad Sapporo met slechts
twee miljoen inwoners, woont ze het sneeuwfestival bij. Daar is een replica van
een kerk te zien, gemaakt door soldaten. Er wordt ook een stuk van Shakespeare
opgevoerd voor de toeristen, waaronder veel Chinezen, die in grote getalen naar
het festival komen. De oorspronkelijke bewoners, de Ainu met tatoeages rond de
mond, werden gekoloniseerd. Sinds 2008 worden ze erkend, maar dit voegt weinig
toe aan de etnische diversiteit. Lange tijd was Japan niet toegankelijk voor
buitenlanders. Hakodate, in het zuiden van Hokkaido, behoort pas sinds
honderdvijftig jaar bij Japan.
Lumley neemt de hogesnelheidstrein naar Honshu. Ze ziet
rijstplantages in de streek Akita en bezoekt een brouwerij waar men sake maakt.
In Kakunodate bezoekt ze het vuurfestival, dat bedoeld was om de rijstoogst te
beschermen. Tijdens het shinto-festival staan de verschillende tempels en
pagodes in de aandacht. Lumley vergeet niet aandacht te besteden aan de
verschrikkelijke ramp in Fukushima waar na een tsunami in maart 2011 de
kerncentrale zwaar werd beschadigd zodat niemand er dichtbij mag komen. Een man
weigerde te vluchten en zorgt voor dieren die anders aan hun lot overgelaten
zouden worden. In Iwaki ten zuiden van de rampplek bevinden zich
warmwaterbronnen en Lumley zou Lumley niet zijn om daar niet even van te
genieten. In Nagano, ooit bekend van de winterspelen, ziet ze makaken en onsen.
Daarna volgt de reis per trein naar Tokio.
De tweede aflevering begint in deze overweldigende stad met
38 miljoen inwoners. Lumley neemt zelfs een helikopter om de enormiteit van de
stad die toch heel leefbaar is en een heel goed openbaar vervoer heeft, in zich
op te nemen. De wijk Asukasa is de uitgaanswijk. Goede manieren worden al vroeg
aangeleerd, zo ziet Lumley op een kleuterschool waar men, anders dan op andere
kleuterscholen, de vrije geest benadrukt. Wat dat betreft verandert ook Japan.
Een voorbeeld daarvan is de extravagante kunst van de 23 jarige Minori, die
zich laat fotograferen in bijzonder opvallende kledij. In de wijk Akibahari
vinden we de theaters. Een meidengroep trekt de belangstelling van veel jonge
mannen. Een derde van de Japanse mannen is alleenstaand, legt Lumley uit. Met
de kleur van een gloeistick kunnen ze laten weten welk meisje hun favoriet is.
Lumley reist verder naar Kyoto en neemt daartoe het aloude
pad, de Nakasendoweg, maar eerst werpt ze nog een blik op de Fuji. Ze vergelijkt
de berg met de afbeelding die een prentenmaker voor haar maakte die nog met
houtblokken werkte. Op de zestiende eeuwse weg haalt ze een stempeltje bij een
kaartenmaker die haar een zeer gedetailleerde afbeelding laat zien van de weg,
die tegenwoordig vooral door toeristen gelopen wordt. In Kyoto bewondert ze de
kersenbloesems. Daarnaast heeft ze in de Gion wijk een ontmoeting met een
achttienjarig meisje dat in opleiding is voor Geisha ofwel Geiko. Lumley
betreurt het dat zij zo vastzit in een keurslijf.
In de laatste aflevering reist Lumley via de langste en
hoogste boogbrug ter wereld naar Shikoku, een eiland met slechts vier miljoen
inwoners en bekend van de pelgrimsroute van zo’n twaalfhonderd kilometer ter
ere van Kobo Daishi die het boeddhisme van China naar Japan bracht. Bij elke
bezochte tempel krijgt men natuurlijk een stempel, waar Lumley zo blij mee is
als een kind. Daarna reist ze via Honshu naar het eiland Kyushi, waar nog veel vulkanen
actief zijn. Ze neemt haar intrek in een hotel dat door robots wordt geleid
omdat die goedkoper zijn dan mensen. Lumley vindt het lastig in de hotelkamer
te communiceren met Churi en slaagt er niet in een halve fles champagne te
bestellen, zelfs geen hele. Ze bezoekt havenstad Nagasaki in het zuiden en
noemt niet de Nederlanders die daar een handelspost hadden, maar houdt het bij
Europeanen die daar handel dreven. De verdere excursies zijn wat bedacht, zoals
tochtjes op een sleepboot om een Chinees cruiseschip binnen te halen of in een
helikopter boven de krater van een actieve vulkaan. Wel weer aardig is haar
bezoek aan een schoolgebouw dat bleef staan na het atoombombardement door de
Amerikanen en deels weer als school en als vredesmonument in gebruik is. Schoolkinderen
groeten iedere ochtend een standbeeldje ter nagedachtenis aan de slachtoffers.
De conservator van het museum maakte zelf het bombardement mee en verschool
zich in een schuilkelder die nog niet klaar was, maar hem wel voldoende
beschermde. Hij vertelt over de angstaanjagende klap en de zon die een dag lang
niet meer te zien was door de fall out. Hij zag het als zijn plicht in leven te
blijven en anderen te leren hoe kostbaar vrede is. Een hogesnelheidstrein brengt Lumley in een
paar uur naar een stad Kagoshima vlak onder een actieve vulkaan. De kinderen
dragen helmen en vegen dagelijks het as van de vulkaan van het schoolplein. In
de vruchtbare grond kweekt men reuze radijzen.
Okinawa is een van de Riukiu eilanden, die aan Taiwan
grenzen. Dit eiland is behoorlijk verstedelijkt. Behalve als bakermat van
karate is Okinawa vooral bekend van de slag tussen Japan en de VS aan het eind
van de Tweede Wereldoorlog. Deze slag duurde achtentachtig dagen. In het
ondergrondse hoofdkwartier van de marine pleegden vele jonge Japanners
zelfmoord. Lumley is duidelijk van slag na haar bezoek aan de kelders waar de
inslagen van granaten nog zichtbaar zijn. De ontzetting op haar gezicht vormt
een sterk pleidooi tegen de oorlog. Tenslotte bezoekt ze het eiland Kohama,
waar men een lange levensduur heeft door actief te blijven, niet te slurpen,
goed te kauwen en samen te zingen. Lumley eindigt de serie met haar dank uit te
spreken voor de hartelijkheid van de bewoners. Japan voelde als een tweede
thuis, maar dan met betere toiletten.
Hier
een korte impressie van de serie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten