Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



vrijdag 13 januari 2017

Lize Spit over Het smelt, Athenaeum Boekhandel Haarlem, 12 december 2017


De hemel in een luciferdoosje stoppen

Jeroen Vullings, literair criticus van Vrij Nederland, vindt het een eer om Lize Spit (Viersel, 1988) te ondervragen over haar omvangrijk debuut Het smelt, dat inmiddels in tien talen vertaald wordt. In de afgeladen Athenaeum Boekhandel Haarlem vertelt hij over zijn schuldgevoel, waar hij nooit zoveel last van heeft, na het bestuderen van de knipselmap met de vele interviews na haar debuut. Het zou vervelend zijn om haar opnieuw met dezelfde vragen te confronteren. Hij hoopt dat het publiek zal helpen om nooit eerder gestelde vragen te stellen.

De vraag hoe ze naar Haarlem kwam is in ieder geval nooit gesteld. De sympathieke Vlaamse vertelt dat ze niet beschikt over een rijbewijs en daarom veelal met de trein en een plooifietsje reist. Deze week had ze een kleine tournee in Nederland gepland en daarbij een auto van de uitgeverij gekregen. Haarlem was echter beter bereikbaar met de trein, vandaar dat ze met een medewerker van de uitgeverij dit keer toch met de trein kwam.

Vervolgens gaat het over haar keuze voor Das Mag als uitgever. Dat bleek nogal toevallig tot stand gekomen. Nadat ze Het smelt af had, ging ze langs verschillende uitgeverijen en vond weerklank bij de Bezige Bij. In die tijd splitste juist Das Mag zich daarvan af. Zwangerschap van haar redacteur bij de Bij en de onstuimigheid van de jonge mensen van Das Mag maakten dat ze naar de nieuwe uitgeverij overstapte. Dat een van de initiatiefnemers haar, na haar prijs van WriteNow! eerder gevraagd had een verhaal te schrijven in hun magazine, hielp ook mee.

Theodoor Holman, de vader van haar redactrice, maakte haar wereldwijs door lastige vragen aan haar te stellen. Hij vond dat ze te behaagzuchtig was en iedereen tevreden wilde stellen. Inmiddels heeft ze ook het idee dat ze niet iedereen te vriend kan houden. Dat staat op gespannen voet met haar schrijverschap. In interviews is ze aardig zichzelf gebleven, zegt ze.

Vullings brengt de geladenheid in het boek ter sprake aan de hand van de strop van haar suïcidale vader en het ijsblok waarmee Eva naar haar vroegere dorp gaat. De roman is strak gecomponeerd en geconstrueerd. In een vraag van iemand uit de zaal legt Spit later uit hoe ze eerst het geraamte van het boek in elkaar zette. Haar opleiding als scenarist hielp daarbij. Ze kwam uit op drie verhaallijnen die tijdens het schrijven met elkaar vervlochten raakten. Soms was het alsof ze de hemel in een luciferdoosje moest stoppen.

Ze had nooit een concreet beeld van hetgeen haar te wachten stond na haar debuut. Ze werkte op haar kantoor van negen tot vijf, had soms het idee dat het niets werd maar ook gloeide het verhaal in haar. Ze klampte zich vast aan het feit dat het verhaal betekenis voor haar had. Het einde van het schrijfproces hield, ondanks het verlangen ernaar, een gevoel van treurigheid in omdat ze de wereld waarin ze ondergedoken was, opeens kwijt was. Na het ontvangen van de eerste tien exemplaren had ze het gevoel dat haar werk versplinterd was.

Op de vraag van Vullings welke personages ze moeilijk te beschrijven vond, antwoordt ze dat ze over Jan, de overleden broer van Pim, niet veel te vertellen wist. Na de eerste drukproef voegde ze nog een scène toe waarin de liefde van Jan voor Eva blijkt. Dat was op zich al niet gemakkelijk. Het dwangneurotische zusje Tesje was van de andere kant weer gemakkelijk te beschrijven. Tussen de zussen was veel empathie. Later zegt ze dat men van psychische problemen kan herstellen, veelal ten minste. Ze wil Het smelt geen coming of age roman noemen. Hoofdpersoon Eva trekt zich eerder terug in het verleden dan zich te ontwikkelen. Ze wil ook geen contact met haar dysfunctionele ouders.  

De taal is een verkavelings Vlaams, dat past bij het verhaal. Ze heeft zich niet ingehouden voor de Nederlanders. Een medewerker van Humo viel haar aan op incorrecte zinnen als: Ik was mezelf in plaats van Ik was me. De corrector haalde er wel driehonderd keer het woordje te uit in relatie tot een werkwoord. Daarover ontstond een hele discussie. Ze vond een uitweg daaruit toen iemand haar vroeg of ze weerstand zou voelen als ze tijdens het voorlezen dat woordje moest gebruiken. Dat was zo en daarop liet ze het woordje uit het boek weg. De samenwerking met de Duitse vertaler Helga van Beuningen maakte haar bewust van haar eigen taalgebruik. Van Beuningen vroeg haar hoe een half muurtje eruit ziet, hetgeen Spit ertoe dwong zich dat voor te stellen.

De beschreven dorpswereld in de negentiger jaren in de Belgische Kempen schuin boven Antwerpen is inmiddels verzonken. Ze behoorde tot de laatste generatie die nog buiten speelde. Tegenwoordig zit de jeugd achter hun schermen. Er worden voor belangstellenden uitstapjes georganiseerd naar het dorp. Men is verbaasd dat er geen beenhouwerij is. Die heeft Spit er zelf bij verzonnen. Schrijven is plunderen. Al vroeg observeerde Spit het leven om het in een roman te kunnen gebruiken. Ze was eerst teleurgesteld dat haar idee daarover niet uitkwam, maar na haar twintigste veranderde dat. Ze is altijd bezig om informatie te verzamelen. Haar vriend vindt dat niet gemakkelijk. Hij eist soms dat zij persoonlijke zaken niet in haar column voor De Morgen gebruikt.

Spit wil nog geen tipje van de sluier over haar tweede boek oplichten. Ze schrikt van de uitspraak van W.F. Hermans dat er in iedereen een eerste boek zit, maar dat daarna moet blijken of men echt een schrijver is. Ze is wel bezig een nieuw geraamte uit te tekenen. Ze staat soms in de nacht op om door middel van lijnen allerlei verbanden te schetsen die net zo gemakkelijk nog kunnen veranderen.  

Hier meer informatie op de site van Lize Spit.

1 opmerking:

  1. Ik ontving het onderstaande commentaar van Lize Spit betreffende de derde alinea:

    'Ik ben op basis van kortverhalen aangesproken door uitgeverijen, er was nog geen roman toen ik met hen in gesprek ging, enkel het idee voor een roman.

    Dat van Das Mag en De Bezige Bij, klopt ook niet helemaal. Das Mag is geen afsplitsing, en ik ben ook niet ‘overgestapt’, want ik was met beide uitgeverijen gewoon in overleg voor ik uiteindelijk voor Das Mag koos.'

    Waarvan akte.

    BeantwoordenVerwijderen