Desolate beelden van armoede zo dichtbij ons
De Belgische filmmaker Wil Mathijs (1977) maakte na de
morbide documentaire Cells (2014) een
aangrijpend portret van een groepje Bulgaren dat zonder papieren in een
niemandsland aan de rand van Gent op het braakliggend terrein van het
vervoersbedrijf verblijft. Sinds de aansluiting bij de Europese Unie in 2007
heeft een groep Bulgaren besloten hun geluk te beproeven in West Europa.
Daarvan wonen er zo’n 7500 bij Gent, maar sommigen komen wel erg bedrogen uit.
Hoofdpersoon Stefan scharrelt tussen het afval. Hij is
vooral geïnteresseerd in hout waarmee ze het vuur brandend houden. Lopend naast
zijn fiets komt hij aan bij het armoedige onderkomen, tussen de spoorbaan en
een hoge flat. Hij woont daar met Niki en zijn moeder en zijn eigen vrouw of
moeder, al zijn er soms ook andere mensen rond het vuur te zien zijn. Mathijs
registreert en legt weinig uit. Er wordt veel gerookt en de sfeer is somber. Bij
een woonhuis vult men lege flessen met water. Men eet vaak voedsel dat over de
datum is. Stefan zegt dat hij geen papieren heeft en daardoor ook geen
uitkering, eten, huis, werk en helemaal geen geluk. De mannen proberen wat geld
te verdienen met strooptochten naar ijzer en koper en dat te verkopen. Als de
mannen op een dag terugkomen, horen ze dat er een vrouw van de Sociale Dienst
is langsgekomen die gedreigd heeft hen weg te sturen. Ze vragen zich of af het
echt zo’n vaart zal lopen, maar het zou ook kunnen dat de gemeente hun illegale
verblijf niet wenst te tolereren.
Mathijs filmt met lange slepende beelden, die maken dat het
onbehagen in het lijf van de kijker gaat zitten. Het is bijna kerst en koud.
Een hulpverleenster komt naar Stefan toe en wil wel een collega polsen of hij
toch geen identiteitsbewijs kan krijgen. Er wordt gebeld met het thuisfront,
dat er financieel nog slechter aan toe is dan de groep in België en dat geld
wil.
Twee maanden later is Renigar, de vrouw van Niki, bij de
groep gekomen, terwijl diens moeder terug is in Bulgarije om voor de kinderen
te zorgen. Niki en Renigar hebben een nieuw onderkomen gevonden in de
beschutting van een betonnen constructie (zie foto). Het niet hebben van een adres is een
hindernis om werk te vinden. Renigar zou graag de taal willen leren om hun
kansen te vergroten en te zorgen dat ze niet afhankelijk zijn van samenwerking
met Turken. De hulpvaardige vrouw die er moeite voor wilde doen om Stefan aan
een identiteitsbewijs te helpen, gaat met hem naar een collega. Later horen we
dat Stefan een identiteitsbewijs kan krijgen als hij een woonadres heeft. De
groep praat erover hun barakken een huisnummer te geven. Inmiddels ergert Niki
zich aan problemen in Bulgarije die veel geld kosten. Straks worden zijn
kinderen nog op straat gezet.
Tenslotte zien we beelden van de stadsreiniging die het
gebied rond de barakken schoonmaakt. Daarop zien we de vrouw van de Sociale
Dienst, die de afbraak van de barakken begeleidt. De mensen die er woonden,
zijn vertrokken. Ze hoopt dat ze ergens anders een beter onderkomen gevonden
hebben. Hier moet een remise voor de tram verschijnen.
In de aftiteling lezen we dat de bouw van de remise werd
uitgesteld tot 2018.
Hier
de trailer van de uitzending die in het Vlaams Op de grens van het geluk heet en in het Engels On the edge of happiness.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten